Kz. Glad veld, omgeven door een lauwer-
krans
Brons, 41 m.M.
Tijd.sch.rift 1897, biz. 139, n°. 31.
1023. 1892.
Prijspenning van de letterlievende vereeniging
„J. J. C r e m e r ” te Haarlem.
Vz. Het aanziend borstbeeld van den dichter,
rechts: b e g e e r .
Omschrift in parelrand:
© JACOBUS © JAN CREMER ©
Kz. Glad veld omgeven door een lauwerkrans,
waarop beneden een Her en het wapen van
Haarlem zijn aangebracht.
Omschrift: l e t t e r l i e v e n d e • v e r e e n ig in g •
J • J • CREMER • HAARLEM
Brons, 50 m.M. Verz. Z.
Tijdschrift 1897, biz. .140, n°. 32.
J. J. C r e m e r , de schrijver van de Overbetuwsche Novellen, werd
te Arnhem geboren i September 1827, hij overleed# te 's-Gravenhage
5 Juni 1880, waar hem nabij de waterpartij een „Cremerbank” werd
opgericht, een denkbeeld door hem zelf eens aangegeven; (7 Dec.
1881, architekt H. P. V o g e l ) ; de daarbij groeiende vlier is van stek-
ken van den boom, uit „ Schudden en Blazer?* als zijn vriend S am b u c u s
bekend. In het huis, Velperplein te Arnhem, waar hij zijn jeugd
doorbracht, werd een gedenksteen met borstbeeld door P. A. d e
L e e u w aangebracht, zoo 00k in het 1852— 1857 door hemteLoenen
a/d Vecht bewoonde huis.
In den w in te r 1901/2 h e rd a ch t de v e re en ig in g h a a r 20-jarig
b e staan door h e t houd en v a n een too n e e lw ed s tr ijd vo o r nede r landsch e
en b e lg is ch e zustervereen ig in g en . Bij h e t zilveren fee st in 1906 k re e g
zij h e t p r e d ik a a t : K o n in k li jk e .
1024. 1892.
Prijspenning der Zutfensche IJsvereeniging.
Vz. Schaats met het omschrift:
ZUTPHENSCHE IJSVEREENIGING
Kz. Glad veld omgeven door een lauwerkrans.
Brons, 32 m.M. door B e g e e r . Verz. Z.
Tijdschrift 1897, biz, 142, n°. 37.
1025. 1892.
Prijspenning der Vereeniging tot Bevordering
van Vreemdelingenverkeer te Utrecht.
Vz. Het gekroonde wapen der gemeente
Utrecht met twee leeuwen als schildhouders,
rüstende op een ornament, daaronder:
BEGEER
*
Omschrift: v e r e e n ig in g t o t b e v o r d e r in g
VAN VREEMDELINGENVERKEER
Kz. Kwam mij voor met drie verschillende,
voor opschriften bestemde keerzijden, als:
door eike- en lauwertakken omgeven schild,
rechts ter zijde: b . u.; glad veld omgeven
door samengestrikte eike- en lauwertakken;
kleiner glad veld omgeven door twee ongelijke,
zware samengestrikte lauwertakken, daaronder
BEGEER UTRECHT.
Zilver en brons, met en zonder oog en ring,
47 m.M. Verz. Z.
Tijdschrift 1897, biz. 143, n°. 39.
1020. 1892.
Prijspenning der Vereeniging tot Bevordering
van Vreemdelingenverkeer te Groningen.