Kz. Het familiewapen met helm, dek-
kleeden, helmteeken en onder op een lint:
^4 (Doorsneden, boven in goud drie
zwarte. tournooiringen, onder in rood drie zil-
veren weerhaken, helmteeken, een uitkomende
moor, het oorspronkelijke wapen; bij de ver-
heffing in den adelstand is het wapen gevieren-
deeld, en wel i en 4 in blauw drie zwarte
weerhaken, 2 en 3 in goud drie zwarte tournooiringen).
Onder längs den rand: 1822 —
7 m a a r t — 1892, alles in parelrand.
Brons, 50 m.M., door G u s t . S c h u p p a n .
De Stempels en de aangeboden exemplaren,
goud, zilver en brons, berusten op het Kon.
Kabinet.
Jhr. Mr. A l e x a n d e r M a u r i t s W i l l e m C a r e l V e r H u e l l gat
een reeks van geestige teekeningen uit, grootendeels op het studenten-
leven betrekking hebbende, onder den naam A l e x a n d e r V . H.,
o. a.: Zoo zijn er. Zijn er zoo? Op het ijs. De mensch en de
visschen. Jeugd. Studentenschetsen (1848— 1861). Hij illustreerde
onder het pseudoniem O . V e r a l b ij Studententypen en Studentenleven
van K l ik s p a a n . Hij werd geboren te Doesburg, 7 Maart 1822, als
zoon van den schout bij nacht Q u ir ijn M a u r i t s R u d o l p h V e r H u e l l ,
studeerde 1841 tot 25 April 1848 te Leiden en vestigde zieh te
Arnhem, waar hij 28 Mei 1897 overleed, na zijne woonplaats tot
erfgename benoemd te hebben en een legaat van f 50,000.— aan
zijne geboortestad te hebben vermaakt voor den bouw eener brug
over den IJsel. V e r H u e l l schonk de kosten tot den aanbouw van
een noordelijken vleugel aan het in 1872 te Brielle, als geschenkder
Nederlandsche natie, daarin voorgegaan door Z. M. Koning W i l l e m III,
bij gelegenheid der 1 Aprilfeesten opgerichte hoofdgebouw van het
Asyl voor oude en gebrekkige Zeelieden,
Bij zijn 7°sten verjaardag werd hem tevens een album aangeboden,
waarin alle leden der Koninklijke familie, alle ministers en tal van
beoefenaren van kunsten en wetenschapppen 'hun naam hadden
geschreven.
989. 1892. 28 Maart.
CoMENius-feesten te Amsterdam en
te Naarden.
Vz. lets naar links gewend borstbeeld van
C om en iu s in pels, een boek met het opschrift:
g r o s s e | Un t e r r ic h t s | l e h r e onder den linkerarm,
daaronder: o e r t e l b e r l in
Omschrift: zum 300 j ä h r ig e n COMENIUSJUBILAEUM
1892
Kz. Zinnebeeidige voorstelling van de zon,
die het water optrekt van de aarde, om het
weder .als regen daarop te doen nederdalen,
in parelcirkel.
Omschrift: * om n ia s p o n t e f l u a n t a b s it
VIOLF.NTIA REBUS
Brons, 35 m.-M., Verz. Z.
J o h a n A m o s K o m e n s k y , meer belcend als A m o s C o m e n iu s , werd
geboren 28 Maart 1592 te Niwnitz in Moravie, studeerde te Heidelberg
en maakte in 1613 een reis naar Holland en Engeland, in 1614
werd hij rector van de school der moravische broeders te Prezau,
in 1616 prediker en leeraar te Fulnek, doch werd in 1621 van daar
verdreven; hij zwierf rond en werd in 1628 eveneens uit Bohemen
verdreven. . Tot 1641 leidde hij het gymnasium te Lissa en maakte
daama een reis naar Engeland en Zweden, 1642 kwam hij als leeraar
te Eiburg in Pruisen, 1648—1656. was hij bisschop der hoheemsche
broedergemeente te Lissa, 1650— 1652 richtte hij te Saros Patak in
Zevenbergen, een school voor hooger onderwijs in, naar zijne eigene
inzichten. In 1657, ten gevolge der inneming en plundering van de
stad zijner inwoning, vluchtte hij naar Amsterdam en overleed aldaar
17 November 1670, waarop hij 22 daaraan volgende in de waalsche
kerk te Naarden werd begraven. Hij was hoofdzakelijk schoolher-
vormer en schreef meerdere werken ten dienste van het aanschouwelijk
onderwijs. Aan de stad Amsterdam droeg hij zijne: Of era didectica
omnia (1657) op, de CoMENlus-school aldaar. houdt zijne nagedach