
jjjj. geluk, %antaftede , alzoo hy wakker klop
Ktecg, en zetf geqüetft wiert. Hy bleef
daar , tegen zyn dank , wegens zyne
quetfuur nog einigen tyd en kon
niet voor.de maand Mey naTernate ver*
trekken.........
In ’tjaar 15*26. zie ik , dat Garfias Henrik,
de tweeae landvoogt der Moluccos,
Martyn Correä pm ontzet na Banda zont,
alwaar hy, na veel ftormi gekomen zyn-
dc , Antont Brit nog vont, en ook Manuel
Faucon, zeker hoofdman, daar met
eenige waaren van Malakka , ten anker
komen zag,,
In ’tlaatft van ’tjaar 15*28. quam. Gon-
fabvo D'Azevedo , cen vermaard Portu-
geefcb hoofdman , hier van Malakka
over Java ook aan , om den landvoogt
der Moluccos, Menefes, te helpen. Hy
vont hier nog Garfias Henrik, den voo-
figen landvoogt, en kort daar na quam
hier uit Ternate Fine ent de Fonfeca, met
alle de ftukken en bewyzen ten lallen
van Garfias Henrik , welkers vaartuig
daarom van Gonjalvo X)'Azevedo genomen
wiert.
In ’t jaar t f 25»; zond de landvoogt Menefes
eenen Georgio de Caßra na Banda om
Volk, en andere behoeftenj doch tever-
geefs.
Daar zyn ’e r, die meinen, dat Banda
onder den Poruigeefcben Landvoogt der
Moluccos al zedert ’t jaar iyay. en zoo
vervolgens, geftaan zou hebben 5 doch
dat ismy alzoo weinig gebleken, als dat,
volgens ’t voorgeven van zommige , de
koningen der Moluccos ook over deze
eilanden geheerfcht zouden hebben.- Beide
deze zaaken zyn zonder eenige de minfte
grond verdigt j. en hoewel de Jefuit Jar-
ricus lib. I. eap: 12. iets ’er af rept, als o f
Banda wel eer onder de Moluccos geftaan
zou hebben, gaat dit by my in ’t minften
niet door.
De Portugeezen hebben hier nu endan
alleen gehandelt, en wel een fortres,
maar, voorzooverre ikweete, geen op-
permagt gehad, ook plagten zy hier wel
om te ververfchen, en water te haalen,
aan te gieren , en ontrent Combir , en
Orontatte (by Oforius Dalutatan genaamt)
femeenelyk ten anker te komen. Een
lyk hier a f is nog lang daar na geweeft
een overblyfeel van een Portugeefche
kraak , hier ontrent gevonden , buiten
het welke men boven klein Walingen
een ouden gedenkfteen ontdekt heeft,
dien de Heer Bieswanger, toen hy zedert
\ jaar 1700; :bezitter van dat Perk was,
wat nader aan ftrand heeft laaten bren-
gen , en daar na doen zuiveren van de
aarde en vuiligheid , waar mede die be-
dekt was. Men vond ’er wel letters op,
doch die onleesbaar, en niet wel te on-
dericheiden waren , hoewel men dit voor
a n gedenkfteen der Portugeezen eehou* rfrio.
den heeft. Ikheb ègter yemant gefpr©*
ken, die my naderhand zeide, daar ob
mtgedrukt gezien te hebben , dat zeker
Portugees overfte van een vloot daar be-
graven geweeft was.
Het is ook zoo verre van daar, dat de
Portugeezen meefters van deze eilanden
geweeft zouden hebben, dat zy zelf niet
eens (volgens een brief der Heeren xva.
van den Oktober 1625.) wiften,
«oe veel de zelve in getal geweeft zyn,
gelyk uit de aangehäatde plaats van Jar-
een van hunrte befte ichry vers ovel
de Indifche zaaken, te zien is, daar-hy
zegt , dat ’er f warenj ’tgeen, met onze
vobnge befchryving vergeleken zynde,
bevonden zal worden een groote misflag
Hoe lang zy hier naderhand zieh hög
ophielden, blyktmy nretj doch 'tis zeker,
dat de Bandaneezen hen op zekeren
tyd, om zieh over hunne geweldenaaryen
te wreeken, eens fchiélyk overvallen en
aliedood geilagen hebben, zonder dat zy ,
danlang na die tyd, hierweeranderVolk
hebben durven zenden j hoewel ’er daar
na, en zelf in onze tyd, weer eenige zyü
gekomen. ,;A\
Dit berigt van de zaaken der Portugeezen
m Banda geeft ons zoo veel licht
niet van deze landen, als wy wel uit de
bedryven der Mederlanders aldaar beko-
men zullen.
Na dat de wakkere zeèheld , Jacob
Cornelisz vanNek, met 8 fchepen, waar
mede hy in ’tjaar ij*p8. uitvoer, in No- San
vember eerft met ? fchepen voor Ban- dets in
tarn, en in de volgende maand ook de y Jaar
andere daar ter reede gekomen waren,
vertrok hy met 4 fchepen den 1 i dca Janüàri er‘
rfpp. weer na het vaderland , laatendè
zynen onderzeevoogt , JVybrand van
FTarwyk met de 4 andere , om de reize
na de Moluccos te ondernemen , dat hy
den 8flea Januari, als zeevoogt over de
fchepen Amfterdam, Zeeland, Gelderland
en Utrecht, nevens zynen onderzeevoogt
Jacob van Heemskerk, ook uitvoerde.
Hy quam met de Zelve den $den Maart
ifpp. in Amboina, van waar den u *»
dei-zelver maand ’snamiddags de fchepen
Zeeland, en Gelderland, na Banda onder
Jdcob van Heemskerk gezeilt zyn. Zy
kregen deze Eilanden den 14^0 ontröit
den avond in ’tgezigt , quamen ’s nachts
by Poelo Soewanggi, by hen Poelo
Seithan, dat is, ’t Duivels eilandgenaamt.
De loots, die zy by zieh hadckn, had
hen berigt gegeven, dàt niemant hier op
durfde komen, om dät, na hun voorge-
vén-, de Duivel hier woönde, waarom
zy , hier ontrent körnende, maar hun beft
doen, om ’er voorby te geräken. Ten dien
einde nam ook die -loöts een bootshaak ,
en
en ging voor in ’tfchip op de bakftaan,
. haalende dat eiland met de haak in fchyn
als na hem toe, om ’er dus te eer ( zoo ny
zieh inbeeide) voorby te zyn. Als hy
moedewas, lag hy die wel neder, doch
• niemant mögt daar aan raaken, voor dat
zy voorby waren. Indien het wat ftil
wiert, fluitte enichuiffeldeditmanneken
- met zynen mond, om de Duivel van daar
te lokKen, en hem ’er als uit te fluiten.
Den 1 yden zagen zy de eilanden Rhun
en A y , en quamen ’s avonds op de ordi-
naire Reede van Banda, tuflenen Neira
en het Hoog Land, ten anker, alwaar
I zy ten eerften vericheide praaukens met
monfters van Nooten, Foeli en Nagelen,
aan boord kregen.
Den i<Sde* dito quam ’er een Sjahban-
dar ( of tollenaar) aan boord , om met
den onderzeevoogt over toi- en anker-
geld te fpreken, ’t welk ter waarde van
4 bhaaren Foelie bedongen zynde , zoo
is de Nederlanders hier niet alleen de
handel, maar ook een huis, om hunne
goederen te bergen, door de Bandaneezen
toegeftaan, waar na zyden25ftendito
hun eerfte koopmanfehap in ’t ftedeken
Ortattan , o f Orontatte, aan land gebragt
hebben.
Den 2yft“ dito voer Heemskerk na Neira,
daar hy ook een huis huurde , om de
koopmanfehappen in te bergen , aange-
zien daar meer trek en vertier der goederen,
dan wel op Ortattan, was, om dat
daar veel Javaanfche kooplieden , die
grooten handel dreven, woonden.
De verdere dagen van deze mr. nd
wierden by deonzen met koopen enver-
koopen en ’t inladen van Nooten en Foelie
befteed} maar den f den April namen die
van Neira hen hun gewigt a f , om dat
zy , volgens ’slands gewoonte , ’tordi-
nair gefchenk aan de Orangkaja’s nog
niet gegeven , en dus buiten hun
verlof daar gehandelt hadden. Dierhal-
ven zonden de onzen den Commies van
’tfchipZeeland na hen toe, om dit af te
maaken , ’tgeen met een vereering van
60 ponden Foelie gedaan wierd. Zy waren
deze geheele maand, en een geaeelte
van de volgende, bezig met hunne waaren
, beftaande meeft in kuftkleederen,
ryft, porcelynen, fluweelen, damaften,
armozynen, roode lakenen, enz. tegen
Nooten, Foelie en Nagelen, te verrui-
len , betalende voor een bahara Foelie,
wegende 100 catti Banda , of j? Hol-
lanaze ponden yder, 60 , voor een bahara
Nooten 6 , en voor een bahara
Nagelen 4 f R deIS, tot 48 ftuivers yder.
. Die van Neira waren te dier tyd met
die van het ftedeken Labetakka, op dit
zelve eiland aan de Noordkant gelegen,
in oorlog, een gefchil zedert eenige jaa-
ren ontftaan, om dat die van Labetakka
wel eer vericheide boomen in het gebied
van die van Neira om verre gehakt hadden
.D
en f den Juni quamen die van Labetakka
met 4 Coracora’s op de Reede voor
Neira , alwaar zy tegen hen een fcher-
mutzeling begonnen, en eenigen gedood
en geqüetft hebben.
Dit bleéf niet lang ongewroken, alzoo
die van Neira , Poelo Ay en Lonthoir,
den it0“ dito na Wayer , een van de
Bondgenooten der Labetakkers, met vyf
Coracora’s , juift opeen tyd, dat die van
Wayer te Labetakka waren, en ’s nachts
bly ven moeften, gevaarenzyn, waar door
die van Neira gelegenheid hadden , om
de meeften, die in het ftedeken nog gc-
bleven waren , deerlyk te vermoorden,
en aldus met veel koppen, aan een touw
zamen geregen, in zegenpraal na huis te
keeren. N a dat zy hunnen moed dus -aan
een meenigteWayereezen gekoelt hadden,
rigtten zy nog een ander proetftuk van
wreedheia aan tegen een weerloos vrouw-
menich, door hen als een krygsgevangene
mede gebragt, kappende de zelve zeer
onmenicheiyk midden door , en pron-
kende ettelyke dagen aan een wel trots
met hunne bebloede zabels, om te too-
nen, hoedapper zy zieh in den ftryd tegen
hunne vyanden gedragen hadden.
Na dat zy lang genoeg met deze af*
gekaptehoofdengepronkt hadden, wierden
die eindelyk aan een ftok geregen,
voor ’thuis des Sjahbandars gebragt, en
op een groote fteen , ftaande onder een
groote boom, niet zonder veel bygeloove
ontrent die fteen, ten toon gefteit, en,
na een uur daar te pryk geftaan te hebben ,
weer afgenomen, in een witte kattoene
doek gewonden , in een fchotel gelegt,
ter aarde befteld, en over de zelve, volgens
hunne wyze, veelwierook gebrand.
Na dat de onderzeevoogt Heemskerk
met de Orangkaja’s van Banda het noo-
dige aldaar verrigt, en den 2de“Juli alles De
met hen befproken had, heeft hy van de van hen
zelve in vriendfchap affcheid genomen en hier met
20 van zyn volk, met eenige koopman-
fchapen en geld, by de Bandaneezen ge-6
laaten, om ondertusichen daar Foelie en
Nooten, tegen dat ’er weer fchepen uit
Holland komen zouden , op te koopen.-
Deze heeft hy aan de zelve niet alleen
zeer ernftig aanbevolen } maar aan deze
Orangkaja’s ook eenige fraajigheden ver-
eert, op dat zy hen te beter mogten
handelen , gelyk zy beloofden te doen,
waar op hy met zyn 2 lchepen den f dea
julivan daarverzeilde, en in ’t vaderland
in April 1600. aangeland is,
Na dezen tyd zyn herwaarts. door den
zeevoogt Cornelis Matelief verfcheide en-
kelefcnepen, als Delft, in Maart 1607.
met den opperkoopmaa Paulus van Soit,
K 2 de