
©ok de boven, en onder-vinncn, nevens voi graacen,'en werd in de Purtuveefck't
- Baey in den Ambonfeben Inham gevangem
Hy is wat dik van kop, die, geiyk rc
ly f j iicht-blaeuw, gelyk de bek voi
tanden , dog kort is. Bovcn loopt de
neus met een breede Zee-grocne en geele
aoom wat rond omgebogen. Benedert
tegen den Purpren zwait-gebandeerden
Ichey-zoom loopt van den bckafcen brec-
de geele iireek.
'de ftaart, zyn.
Ikan
Tsjaka-
lang Ali-
foero.of -,
de Alfoe-
reefche
Gcep.
Langs den rug loo,pc eee fletze Zee-
groene breede zoom tuflchen twee dter-
gelyke Hemels-blaeuwe , dat men ook
bnder tegen den bulk ziet. Ook
loopt de boven en onder-vin van den kop
af tot den ftaart toe, hebbende ieder een
Citroen-geele en z warte fraanje..
Dc ftaart is door een Hemels-blaeuwe
en witte band van’t lyf gefcheiden, hoedanig
ook zyne zyde - zoomen zyn \ dog
de fyne agter- zoom is zwart, met Citroen
geele en zwarte fraanje bezet.
No. 434. Doet onsdzn IkanTsjakalang
Alifoero, dat is, den Alfoerefchen Geep zien.
. Een fchoone Vifch, zynde op Ceram ge-
meen, Zes voeten lang , enbydegrooten
in een kleené agting , qm dat hy groen
op de graaten is. Hy is anders zeer goed
en vet om te eeten.
Zyn bek, die zig voi tanden vertoond,
is na de buiten-kant Purper , en na de
binnen-kànt blaeuw onder en boven ,
zynde wel een voet lang, en met drie
groenagtige en blaeuwe groote halve bollen
pas boven de neus geteekend, gelyk
ook de benedcn-grond daar Purper , en
die wat meer na’t oog toe., en ’er wat
bovèn, geel is.
Het oog is w i t , de appel donker-
# blaeuw, met een witte ftip in ’t midden,
en de buiteri-kring ook donker-blaeuwe
De ich.ey-zoom van. den kop is Purper
met fyne zwarte ichumze banden , en
. boverTof oók binnen dezen band komt een
geele grond, die beneden Orangie werd,
met blaeuwe ftreepen, die in ’t midden
wit zyn, en ’¿r overhencn gaan.
Het geh eel boven-lyf van den Viich is
donker- , en ’t beneden - ly f , dat door
ten overlangze w<te ftreep , van de kop
af tot de ftaart toe gaande , en tuflchen
Zwarte lyften ftaande, van’t boven-lyf
gefcheiden is, licht-blaeuw.
Tegen den .rug aan ziet men vyf halve
groote zeer donker-blaeuwe bollen met
Hemels-blaeuwe breede , en dan finalle
witte buiten-kringen, van welke ’er twee
onder de voorfte en drie onder dc ag-
terfte boven-vin ftaan.
De viri tegen ’t lyf1 is licht Purper , de
overlangze banden ’er over zyn ichoon-
rood-Purper. hoedanig ook alle de andre '
vinnen, nevens de twee-klüftige ftaart,
zyn.
Ook ziet men hier beneden in ’t midden
mede zulk een vin -y en Citroen-geele
en zwarte fraanje aan de voorfte boven-
vin , en aan de twee agter-vinnen.
Ikan Pa- N°. 435-. Geeft ons den Ikan Palating,
iating. dat is, de Palaiing-Fifch, te zien. Hy is
plat, ontrent drie voeten lang , en een.
duim dik , zynde lekker en redelyk vet,
Het oog is blaeiiw, met een zwarteri
buiten-kring5 hoedanig de appel ook is;
hebbende een witte ftippel.
Tegen den rug aan heeft men zes hangende
krpmme, eh tegen den buik zek
zulke opftaande blaeuwe dooms , die in
’t midden wit zvn.
Van den kop af tot den ft aaft toe loopt
een breede witte ichey-ftreep, met Pur-
pre en zwarte fyne zoomen tegen een.
De vin tegen ,’t lyf aan is witagtig-ros
met overlangze blaeuwe banden, hoedanig
ook de twee agter-vinnen bovön , de
middelfte en twee agter-vinnen j beneden,
nevens de ftaart zyn , welke ftaart
zieh van agteren als een halve Maan , die
eenfmallenzwarten zoom heeft, VertOohd.
De bovenfte voor-vin is zwart-ge-
doornd , geel van grond Orangie van
beneden-zoom3 en fyh-zwart van buiten-
zoom.
N°- 4 J& Geeft; ons den Parei Ceram.
it>ydjinJCeramzenRoch te zien. Een zeer pJe?a
zone, vaftc,cnvcelaangcnamer Ceram
Vifch dan de Roch hier te Lande , die
ook fyner van graati, en zoo grootniet;
als de Roch hier, valt j dog hy is ohge1, 1
meen fraey van verwen. .
De bek en kop, die fchoon Purper is j
en die daar een blaeuwen zoom met witte
ftippen aan weerzyden heeft, vertoond als
een kroon van vyf zwarte wit*gefpikkel-
de dwars - ftreepen, die aan weerzyden
omgekrulde, blaeuwe dooms op een geelen
grond hebben, en welke ftreepen hoe
langer hoe meer na’t einde van den bek *
loopende met een kortefpitsuit, verminderen.
De oogen zyn blaeuw, wit, en zwart
van buiten-kring, en blaeuw van appel
met een witte ftip.
• Tuflchen beiden de' öogen onder ziet
men, op een geelen zwart-geipikkelden
grond, een blaeuwen wit - geipikkelden
ronden halvenkring, bindende de,oogen
als aan een, en zoo een band ziet men
ook aan weerzyden van de oogen, en
dan om laag , beneden dien band, die de
oogen als aan een hegt, nog een rooderi
band aan weerzyden van die verdrc geele
grond , waar op de oogen ftaan, ge-
plaatft. &
Het geheel ly f, over welkers midden
een fyne zwarte ftreep al voor van den
kop
Ö N e e Mi e Ñ k VISSGHEN vÀà AMBOINÀ. 483
kop af ‘tot den ftaart ‘toe loppt is bruin
'en licht lever-verwig met fyne witte eri
groene aderkens geteekend. j ^
Boven àan, daar de grond hét dónker-
fte tot aan weerzyden halver weg is ‘,
. yerneemt men aàn wederzydcri van de
fyne zwarte fchey - ftreep vier Hemels-
blaeuwe òvaàle boìlén, een nagel groot,
hebbende na den boven - kant een witte
ftreep, eri nà de birinen-kàtìt efetì rey vàn
witte fpikkels. ;
Pàs dàar na ziet men eèri gèelen zóom,
triflchen twee blaeuwe lyften, aan weerzyden
vàn de z warte fchey- ftreep eeri, beginnende
b'óven by dat geel veld der oogen
zeer fyri , en eiriaige'nde hoe langer hoè
breed'er tegen de agter boven- .en.onder-
viri, die licht Purper eri wit'gebarideerd j
zWart geZoomd, Citroèn-geel vàri fraanje
¿yri , en tot detì ftaart tóe riitlòó-
peri. .
Tri \ midderi và’n rt ly f vertoónd zig
hog eeri fraeje by na vierkaritige ftreek,
‘die Cìtroeri- gfeel van grond , groen en
iróod geàderd , èri breed Pùrper-verwig
;vàn zoom bóven ààri weerzyderi is, hebbende
zwarte lyften , en een Pùrperè
‘ knöp met een zwarteri Zoom j die boven
wit is ’er òp, na welke krio’p to'e dit veld
Wàt bogtig ròridloopt eri verfmafd 5 inaar
de beneden- zoo'meri van dit Citr'oén-geél
Veld zyn aan weerzyden fyn-zwàrt, eri
pàs ver beneden by den ftaart, aan weerzyden
vàri de, Zwarte, fchey-ftreep op ’t lyf,
Ziet 'men een blaeuwen boi iriet eeri ver-
keerde witte hàlve Màan Ter iri.
Van-denkop aflangs den buik enlàngs
deri rüg tot aàn dé-àgter-vinnen , ziet
Sneri ‘een breede'n donker - groeneri Zoom
tuflchen twee Hemels - blàeu we fcherp
ùìtìooperide lyften ftaàn.
De ftaart, die zig als een geilingerde
Aal vertoond, heeft ook zoo eenbreeden
groenen blaeuwe, en fy nen zwart en zoom,
voor aàri riiet eeri blàeuwen wit - gefpik-
kelden Zóoni, die een groo'te viriger aan
weerzyden verre loopt', hoe verre rnènin
vt middetì ook een Zwarte fyrie ftreep ,
. . èn dari verder tot het einde toe zwarte
ftippels', ftip voór ftip vervolgens , met
een geele en blaeuwe bandeering, die als
eenblàeuy/e fcherpehoorriVertoond, ver-
BeBan- tìeemd.
àafche N°. 437. Doet oris den BandafchenElft
£lft met met banden zieri , zynde Van groote als
bandeq. een jn f l0nand . ook zeer vet eri
goed i dbg voór al zeer fmakelyk, als hy
gerookt is , alzoó hy gemeenelyk vetter
dan onze Elft.valt.
Hy is geel van bek, die voi tanden is ,
boven Purper en verder blaeuw van kop,
ook blaeuw vari oog, dog zwart van ap-
pel,, die een witte ftip heeft, en zwart
van buiten-kring is , hebbende wàt bol
l i . D eel.
ven ’t 00g een Purpre vlek roet een Ci-
troen-geele kring, als of het ook een öog
op zieh zelven nog was.
By ’t 00g komt als een blaeliwe klee-
ne,. eri wa’t lager nog eeri andre blaeuwe
kring, waar tegen äari riogecngeele, cn
riog een Purpre kring’met zwaite banden
komtV . ' ■■ t
I Het ly f is blaeüw , 'met twee groote
Örangie-geele dwars banderi . over het
lyf, die iir’t riiidden wät lichter Van ver-
We zy'ri. •
De boveri-voor-viri is geel", met drie
zwarte doorns. De vin tegen ’t lyf, die
Zig als een Palet vertoond , is lient-Purper
met overlangze Purper-rbode bianden-,
;hoedanig pole zyn de twee andre agter-
yinneri boveri,enbericderi,dieCitroeö-geele
fraanj'e hebben j ook is de ftaart Van verw en
banden als die viririeri, hebbende voor en
agter eeri Zwarten fyncrifchey-zo'om. - , De^i-
\ N°. '4.38'. Doet oris de Papoefche Ptir- poefchc '
p(feHeyl~B(jf\ befchouweri. ^ Purpre
Deze fchoone, zoete, vet'te j en lek-
kere Vifch is anderhalve'voet läng, en 0'
fraey dik j werd in een Rievier by hen
gevangen, en meeft , bin zyrie vetheidj
van hen gerookt. • , , : .
De köp , die ron'd isv e r to o n d zieh.
Citrben - geel, met een breede Purpre
ftreek van orider, die aan ’t o o g ', dat
zeer kleeri, en ook geel is, met een z warten
appel, en buiten-knng', 'fcherp toe-
loopt. Den bek is fcherp, eri wat lang-
werpig al.s van eisn Vogel. Boven tegen deö
kop zyn zwarten fpikkels längs den zwar-
tenboyeri-Zobtn.. Defchey-zoom van dfiri
kop is Purper met Zwarte fyne banden.
Boven tuflchen den kop , eri de vobr-
vin, Ziet men zes geele bollen metbläeü-
we en witte buiten-zoo’men b'ezet. t
Het lyf is fchoori Purper , zynde-aari
weerzyden in ’t, midden wät irigebogen ^
en daär in die inbogt met een blaeuwe eri
witte band, die aan weerzyden fcherp
uitloopt, bezet. Eri zoo loopt /het lyf
by de agter-vinnen nog al meer.in , al-
leriskeris tot aan den ftäärt verfmallende.
Op *t lyf ziet men als in eeri drie-fprong
tufleheri den ftäärt endemiddel-vin, drie
blaeuwe ovaalen, een lid van een viriger
lang , met twee witte halve kringen boven
een, met de bogten na boven toe ', eri
met eeri witte ttippel ’er onder..
De middel-yin is Citro’en-geel \ zwart
van graateri , blaeuw en wit tegen ’t lyf\
en beneden wat Orangie verwig. y 'CS’,*
De boven-voor-viri is Citroen-geel met
twee zwarte doorris, en na de .buiten-
kant tuflchen de doorn ende bogt blaeüw j
en licht Purper gebändeerd.
Deägterfte v.in zoo bo ven als onder, is
Citroen-geel, Örangie van beneden-zoom,
fyn en zwart van büiteri-zoom , en graa-
Q q q