
Het perspectief van de Ovale Zaal door
Wybrand Hendriks
Omstreeks 1810 schilderde Wybrand Hendriks
(1744-1831) het intérieur van de Ovale Zaal van
Teylers Museum. Naast kunstschilder was hij
conservator, ‘kastelein’ van Teylers Stichting. Het
paneel (48 x 62 cm) dat hangt in de Tweede
Schilderijenzaal laat zien dat het intérieur bijna twee
eeuwen niet is veranderd. Alleen in de opstelling van
de instrumenten zijn enkele wijzigingen aangebracht.
Zo is de grote electriseermachine van Martinus van
Marum, geheel op de voorgrond, omstreeks 1883 naar
de nieuwe instrumentenzaal overgebracht.
Van het schilderij zijn geen voorstudies bekend. Het
is daarom niet met zekerheid te zeggen hoe dit
2 Albrecht Durer,
houtsnede, 1525.
Demonstratie van de
perspectiefleer: kies een
vast gezichtspunt.
Plaats een doorzichtig
scherm van
bijvoorbeeld
vertsterglas. Trekde
omtrekken van de
voorstelling hierop
over. ►
r Stereofoto van de
grote electriseermachine
in Teylers
Museum, circa 1900.
(Teylers Museum)
3 Albrecht Dürer,
houtsnede, 183 8. Met
behulp van een
ruitjesverdeling
kunnen de omtrekken
op een ander oppervlak
worden overgebracht.
schilderij tot stand is gekomen. Door het perspectief
van het schilderij te vergelijken met de huidige
situatie kunnen toch enige interessante conclusies
worden getrokken. Hierbij wordt uitgegaan van de
veronderstelling dat Hendriks goed op de hoogte was
van de perspectiefleer en deze 00k kon toepassen. Bij
zijn opleiding tot kunstschilder was perspectiefleer
ongetwijfeld een belangrijk vak. In die tijd was
perspectiefleer niet weg te denken op de
tekenacademies. Zelf was Hendriks een van de
directeuren van de Teekenacademie en het
Teekencollege te Haarlem.1
Voor een goed begrip is het nodig eerst het principe
van de perspectiefleer uit te leggen. Dit is
ogenschijnlijk heel eenvoudig.2 Kies allereerst een vast
gezichtspunt voor één 00g. Stel een doorzichtig
scherm op van bijvoorbeeld vensterglas. Trek de
omtrekken van het tafereel hierop over. (afb. 2)
Schaduwen en kleuren kunnen eventueel al worden
aangebracht. Deze tekening kan via ruitjesverdeling
worden overgebracht op het doek of paneel van het
schilderij. Op deze manier kan de tekening vergroot
of verkleind worden, (afb. 3) Een gebruikelijke
werkwijze is de volgende. Houd een potlood op
armlengte. Meet de visuele groottes in het tafereel met
het potlood in de hand en breng ze over op het
tekenvel. Zo beschrijft het potlood een denkbeeidig
scherm.
Het schilderij
Laten we nu kijken naar de afbeelding van het
schilderij en naar de plattegrond van de Ovale Zaal
(afb. 4 en 5).
Allereerst valt op dat alle lijnen die recht in de diepte
lopen, samenkomen in één punt: het
hoofdverdwijnpunt H. De lange zijden van de Ovale
4 Wybrand Hendriks,
Interieur van de Ovale,
Zaal in Teylers
Museum, paneel
48 X62 cm., Ca 1810.
A lle lijnen die recht in
de diepte Jopen, komen
samen in een
hoofdverdwijnpunt H.
Zaal zijn 00k recht. Eigenlijk is de zaal geen zuivere
ovaal. Vlak boven de onderrand van het schilderij is
een naad in de vloer te zien, die hieraan evenwijdig
loopt. In werkelijkheid loopt deze naad precies dwars
over de vloerplanken, wat ter plekke is na te gäan. De.
regels van de perspectiefleer volgend,3 betekent dit
dat ‘het scherm’ waarvan eerder sprake was,
evenwijdig loopt aan deze naad. Het genoemde
gezichtspunt A bevindt zieh op de lijn HA. (zie
afbeelding en plattegrond)
Aangenomen mag worden dat de schilder zo ver
mogelijk naar achteren is gegaan om een zo groot
mogelijk deel van de Ovale Zaal te kunnen
schilderen. Vandaar dat gezichtspunt A zo dicht als
maar kan bij kast V ligt.
Aan de rechterkant houdt het schilderij op, bij het
midden van kast HI. Op de plattegrond is dit punt d.
Aan de linkerkant is dit punt c. Het gezichtsveld
tussen de lijn Ad en de lijn Ac bedraagt hier ruim 90°.
Opnieuw volgens de perspectiefleer bevindt
gezichtspunt A zieh op hoogte hH boven de vloer. Dit
is de halve hoogte van de deuren van kast X en van
de even grote kast V. In werkelijkheid is dit de
normale hoogte van een schilderij op een
schildersezel.
Verder zijn alle verticalen van de Ovale Zaal op het
schilderij verticaal gebleven; ze lopen niet naar elkaar
toe. Hieruit volgt dat het genoemde scherm sm 00k
verticaal moet zijn opgesteld.
Afwijkingen
Uit een en ander kan het unieke gezichtspunt worden
afgeleid dat onlosmakelijk met het schilderij
verbonden is. Dit gezichtspunt bevindt zieh loodrecht
boven het hoofdverdwijnpunt H op kijkafstand Aa.
Het paneel is 62 cm breed. Eenvoudige meetkunde
leert dan dat deze kijkafstand circa 18 mm is (als nd
62 cm is, dan is Aa’ in verhouding circa 18 cm).
Vanuit dit unieke gezichtspunt gezien krijgt de
toeschouwer in principe hetzelfde beeid als ter plekke
in de Ovale Zaal! De zogenaamde perspectivische
vertekeningen vallen dan weg.
Bij het weergeven van de centrale vitrinekast is
Hendriks echter afgeweken van de regels van de
perspectiefleer. Deze kast is niet vanuit een