
 
        
         
		van  munten  niet  verkregen,  deze  beschouwing  
 der  geschiedenis  kan  uit  het  behandelen  van  
 Gedenkpenningen  niet  Opgedaan  worden;  maar  
 wij  gelooven  toch  dat  niemand  zal  loochenen,  
 dat  zij  een  geschikt  middel  aan  de  hand  geven  
 om  de  wereldgebeurtenissen  in  derzelver  opvolging  
 gemakkelijk  na  te  gaan  en  te  volgen (hetgeen  
 toch  de  eenige  bron  van  de  pragmatische  
 beoefening  «her  geschiedenis  is),  en  dat door  ons  
 de  belangrijkheid  der  beoefening  van  de  oude  
 middeleeuwsche  en  hedendaagsche Munt  en Penningkunde  
 buiten  alle  kijf  gesteld  kan  worden. 
 In  de  tweede  plaats,  willen-wij  het  verband  
 beschouwen  tusschen  Munten  en  Penningen  
 en  de  geschiedenis  der  Beschaving  ^en  der  
 Kunsten  en  etenschappen  b ij  de  verschillende  
 volken  des  aardbols. 
 Gelijk  de  toestand  der  kunstvoortbrengselen  
 in  het  algemeen,  steeds  getuigt  van  den  graad  
 der  beschaving  bij  eenig  volk,  zoo moeten  voorzeker  
 de  Munten  en  Gedenkpenningen,  als  makende  
 reeds  sedert  de  vroegste  eeuwen  een  deel.  
 der  kunstvoorbrengselen  der  onderscheidene  volken  
 uit,  wel  degelijk  in  groote  aanmerking  komen  
 bij  de  geschiedkundige  beoordeeling  van  
 den  trap  van  beschaving  en  den  toestand  der  
 kunst,  benevens  de  verschillende  stijlen  in  dezelve', 
 v  sedert  de  vroegste  eeuwen  tot  op  die  
 waarin  wij  thans  het  geluk  hebben  te  mogen  
 leven.  De  schrijvers  der  oudheid  roemen  de  
 Pheniciers,  en,  gelijk uit  alles blijkt,  te regt, wegens  
 hunne  zucht tot wetenschappen,  eh pomponkjs  
 mela  prijst  in  hen  den  vindingrijken  geest en  de  
 liefde  tot  de  kunsten.  Alf hadden  wij  ook  deze  
 narigten  niet,  zoo  zouden  wij  toch,  volgens  de  
 sierlijkheid  hunner  munten,  dit  zelfde  oordeel  
 kunnen  vellen.  Te regt merkt winckelman  op  dat  
 dè  Carthaagsche  Munten,  welker  in  Spanje  geslagen  
 zijn  (en’ ïnen  weet  dat  de  Garthagers  van  
 PheniCischen Oorsprong  waren) ^  tot  de zeer fraaij e  
 kunnen  gebragt  worden.  De  ruwe  Munten  der  
 oudere  Grieken,  de  hoe  langer  hoe  fraaijer  
 wordende  stempel  der  latere  de  uitstekend  
 jschoone:. munten  uit  de  tijden  van  perikles  en  
 alexander,  daarna  weder  het trapswijze  afnemen  
 en  eindelijk  genoegzaam  vernietigen  der  kunst