V OO RRE DE .
S e d e r t mijne vroegste je u g d , maakte het
bezigtigen van munten en gedenkpenningen,
eene I mijner gróótste genoegens u it; en zoo
ik in de beoefening van kunsten en Wetenschappen
eenige vorderingen heb mogéh mak
en , dan voorzeker is de gedurige behandeling
der geldspeciën en gedenkmunten van oude
en nieuwere tijd en , van Nederland zoowel
als van vreemde landen, mij daarin niet
weinig behulpzaam geweest.
H e t getal munten en gedenkpenningen,
wanneer men die in allerlei metaal te zamen
neemt, za l misschien niet v eel minder dan
honderd duizend» bedragen, en vermeerdert,
g e lijk ieder 'uM èfj nog telken ja r e ; | L men
zie t dus hoe uitgebreid het veld dezer studie is.
Ik heb in dè volgende regels , welke eerst
in het L atijn uitgegeven zouden z ijn geword
en , doch van welk plan ik daarna, om redenen
, welke men 'gemakkelijk gissen kan,
teruggekomen ben, het nut der beoefening