
 
        
         
		II.  Biz.  125,  N°.  728  de  namen  van  de  makers  links  en  
 rechts  van  het  standbeeid  met  kleiner  letters. 
 II.  Biz.  125.  De  laatste  regel  met  kleiner  letters. 
 II.  Biz.  126,  9e  regel  van  boven,  het  opscbrift op het voet-  
 stuk  met  kleiner  letters. 
 ü .  Biz.  129,  12e  regel  van  onderen  staat:  EER  EN ,le es:  
 EER  en. 
 II.  Biz.  181, 6e  en  7® regel  van  boven  met  kleiner  letters. 
 II.  Biz.  131, 8®  regel van  onderen  te lezen:  haar— m— er 
 II.  Biz.  132, N°.  733.  Het  opschrift  in de  afsnede met kleiner  
 letters. 
 II.  Biz.  136,  14®  regel  van  boven  staat:  Febr,  lees: Febru. 
 II.  Biz.  137, 5®  regel van  boven  staat: j  fecit , lees : /  fec it . 
 H.  Biz.  137, 5®  regel van onderen  staat:  H Z  en  D ,  le e s: 
 H.Z.  en  D. 
 Achter  de  beschrijving  der Keerzijde te voegen: ingestempeld  
 met"  een  naam  en:  STEDELIJK—REGENT. 
 II.  Biz.  138,  15®  regel  van  boven  staat:  S M,  lees: S.M. 
 II.  Biz.  138,11® regel van onderen staat: J. I. L ., lees: J. T. L. 
 II.  Biz.  138,  N°.  738.  Voorzijde: het wapen van Amsterdam  
 met  de  keizerlijke  kroon  en  twee  leenwen  als  schildhouders,  
 daaronder  12  DEC.  1853. 
 Keerzijde:  in  het  veld  in  zes  regels: 
 DUINW ATERLEIDING 
 IN 
 AMSTERDAM 
 Mfl) 
 VOLTOOID. 
 II.  Biz.  140.  De  namen  der  bisdommen  boven  de  wapens  
 met  kleiner  letters.