II. Blz. 115. De laatste regel met kleiner letters.
II. Blz. 116, N°. 718. Het boven- enbeneden omschriftge-
scbeiden door twee zespuntige sterren.
II. Blz. 117, 2e regel van boven staat: V.N.N.Z.NYMG,
lees: Vd.NNZNYm
II. Blz. 118, 5e regel van boven staat: BLOEMENDAAL,
lees: BLOEMENDAL
II. Blz. 118, 9e regel van boven staat : ZIJNE, lees : ZYNE.
II. Blz. 118, I I e regel van boven staat: KERKELIJK,
lees: KERKELYK.
II. Blz. 119, I e regel staat: AET. LXXVHI, lees: aet.
lxxviii.
II. Blz. 121, N°. 724. Voorzijde: een scbijf omgeven door
een bloemkrans. Ter weerszijden van AMSTERDAM een ster.
Keerzijde: in het veld in zeven regels:
Ter
HERINNERING
van het
IN W IJD im S CONCOURS
behaald door
L. L. CASPERS
12 April 1852.
Gedeeltelijk omgeven door krullen en lauwertakjes.
II. Blz. 122, 3e regel van boven staat: BIJZONDERE,
lees: BYZONDER.
II. Blz. 122, 8e regel van boven staat: KONINKLIJK,
lees: KONINKLYK.
II. Blz. 122, 10e regel van boven staat: FRATRVM, lees :
FRATRUM.
Deze penning komt ook voor met oog en ring.
II. Blz. 122, 9e regel van onderen staät : D. PRAEL, lees :
DD. PRÆL
II. Blz. 125, I e regel, achter FLORVIT een roset.