I. Blz. 272, N°. 337. Onder het hoofd is op de plaat ver-
zuimd den naam van den graveur te plaatsen.
I. Blz. 273, N°. 338. Bij vergis is de Voorzijde van deze
penning die op blz. 274 vermeld wordt afgebeeld.
I. Blz. 274, 7e en 8e regel van boven, het opschrift in de
afsnede met kleiner letters.
I. Blz. 275, 2e en 3e regel van boven, het opschrift in de
afsnede met kleiner letters.
I. Blz. 282, N°. 341. Op de plaat, staat bij vergis in de
afsnede : verboekhoeven.
I. Plaat XLV, N°. 344. Op het voetstuk van het altaar
staat : brandt , lees : brandt. f
I. Blz. 284. Achter de 16e regel van onderen te voegen:
STABILIS PACIS
I Blz. 286, N°. 349. Op de Voorzijde rechts in het veld:
fd en de letters van de beide laatste regels op de Keerzÿde
kleiner.
I. Blz. 287, 6e regel van boven staat: 251, lees: 351.
I. Blz. 287, 14e regel van onderen staat: CREEE 1812
RECONNUE 1816, lees: créee—1812—reconnue—1816
I. Blz. 289, N°. 355. Het opschrift in de afsnede met kleiner
letters.
I. Blz. 290, N°. 356. De datum was op het exemplaar van
den Heer Dirks dat voor de afbeelding gediend heeft niet
zichtbaar.
ï . Blz. 291, N°. 357. Het opschrift in het veld en LIEGE
1830 op de Keerzÿde met kleiner letters.
I. Blz. 292, N°. 358. Het opschrift in de eikenkrans met
kleiner letters, en op de Keerzÿde alleen de twee bovenste
regels met groote letters.
I. Blz. 293, N°. 361. Het opschrift op het altaar met kleiner
letters.
I. Blz. 294, N°. 364 staat: SA PLUME TRAÇA LA
■«»H*19