te Maldegem werden geschonken. Deze beide penningen zijn
op plaat XCIII* afgebeeld.
CIV.
1855 19 Juni.
P r i j s p e n n i n g der Z e e uw s c h e 'Ma a t s chappi j
v a n L a n d b o uw en v e e t e e l t .
Voorzijde: een groep gevormd uit een ploeg, een rol, eene
egge, een korenopper, een leggend paard, een leggende koe,
een spade, een hark en een zeis. Op den voorgrond korenaren
en twee sikkels. Daarboven in vier regels:
_ ZEEUWSCHE MAATSCHAPPIJ
VAN
LANDBOUW
E ^ VEETEELT
In de afsnede: hart f.
Keerzijde: een krans van lauwer- en eikentakken. Daar-
onder: hart
Zilver verguld, zilver en brons. Groot mM. 46.
De overeenkomst tot het vervaardigen van dezen penning
werd den 17den April 1 8 5 5 met de firma H art te Brussel ge-
sloten. De penningen werden voor het eerst uitgereikt bij de
tentoonstelling te Tholen 1 9 Juni 1 8 5 5 . (Mededeeling van Mej.
M. d e M a n .) .
CV.
1 8 5 6 .
P r i j s p e n n i n g der t e e k e n -Ak a d emi e
te Mi d d e l b u r g .
Voorzijde: het gekroonde wapen van Middelburg tusschen
lauwertakken en bouw- en teekenkundige gereedschappen.
Omschrift: TEEKEN-AKADEMIE.
Keerzijde: in een open krans, gevormd door twee zaamge