II. Biz. 54, N°. 634. Een in antiek gewaad, links op eene
verhevenheid van drie trappen staand persoon, een lauwer-
krans op het hoofd van een voor hem staand boogschutter
plaatsende. Achter hem een stoel waarop onder een ster een
boog en pijlkoker geborduurd zijn. Tegen de stoel rusten
een hoog, een pijlkoker en een schild met de gekroonde: W.
Tegen de trappen ligt een lauwerkrans. In het verschiet een
kerk en boomen. In de afsnede het wapen van Tilburg tus-
schen twee guirlandes en: h a r t— fecit
Keerzijde : in een verdiept veld, binnen eene versiering van
27 boogjes, waarboven een gelijk getal gekroonde w’s en in
welks hoeken een ring geplaatst is:
AAN
HABEN
DOORLUCHTIGEN
BESCHERMHEER
Z. M. KONING
WILLEM H.
MDCCCXLIV.
Omschrift: HANDBOOGSCHUTTERY TE TILBURG ONDER
DE ZINSPREUK ® HONOS ALIT ARCUM ®
Groot. mM. 59.
Komt mede voor zonder het opschrift in het veld ôp de
Keerzijde, om te dienen als prijspenning.
II. Biz. 5 5 , 11e regel van onderen staat: HANDBOOG
SCHUTTERIJ, lees: HANDBOOG-SCHUTTERIJ
II. Biz. 55, 10e regel van onderen staat: ’sHERTOGEN-
BOSCH, lees: ’S HERTOGENBOSCH.
II. Biz. 55, 6e regel van onderen staat : SCHUTTERS
FEESTEN, lees: SCHUTTERS-FEESTEN.
H. Biz. 56, 10e regel van boven staat: MCCXXIX, lees:
MCCLXXXIX.