oostkust, Waar men van de Zaïnb6ste,p$j wfeeüeit nóórdwaaarts tót kaap 'Garcfafui!0iL
op eene uitgestrektheid van meer dan 80 graden breedte) geenehraviecen w&^i e^nigg
heteekehis k e n t, is' h è t, wónder ,c Vr&gen? wij > ^ctetriJeSÊ- O0stkus:t,i'.s|)a^'i’ga^mv,fhe^c>ikt
kleef en meer wan d e , i klist, : dan van liet binnenland.,
Arabische;i volksstammen), 'dan van j het westep.’ iiegersf^ipmcn),. hS^>ièeSf°RSiB.
ontving ? ■
P e t k a n o n s d a n . n j e t b e v r e em d e n , d a t d o o r v e le r le i
n e g e r v o lk e n b ew p p n d ., w o r d t, e n d a t E u r o p a s la v e n g e tr o k k e n
h e e f t , v a n yy-elJt^n h a n d e l . z i j . j d v e . la n g s m i e zcflype J i i t o e s t r e k t h e i d , .d e o M É É ^
v a n , s la v e n k u s t b e k om e n b e e f t tnpnk,- men* a n d e r e d e e le n -de G o u d - e n T.ijidjku\L
e
Aan de kust van 'Guinea windt' men'de negertrekken h e t meest en vöïkoménst bij
de meeste bewoners .ontwikkeld’, zoo als b. v. bij Be^Fahti-negeri. Maar niét elke
afwijking van dézen neger-typus moet ons doen besluiten, dat een of ander volk niet
tot defi! stambenoort:' Hier myTt nog een)-ruim v (171 vim/minazijTk
over en de grenzen moeten worden vastgesteld „ voor zfod ‘ver' zulks mogèhj-k is'^om
negeracbtïge Kaukasiscbe stammen van Jhêgerstammen, die tot den' KhiïKasi^üéA ïig t
cbaaWvofm' naderen, ’'ke^imschmdmi':'S
stam'? Wij gelöoven zulks n ie ï^ a knnnën'l * 2dtis in bunne stamverwanten , in ;dd*P%^-
tdtës ! g e é ü é ' ^ ë l ’kènn® ^ijLWClèk1' Sghotï be^lmijA
(1) Zoo schreven wij reeds in 1836 [Tijdschrift voor natuurlijke 'Geschiedenis 'en Physiologie, III. bl 112).
Een later schrijver-, G. d ’E ich t ea i , heeft met vele gronden dit verschil nader «uiteengezet (Hisioife--et-origine'des
Foulahs ou Feil ans, Mémoires de la. Société ethnologique , Tom. I„ deuxième partie, Paris 1841. v8?4* " p
overigens deze 'géleerHe kijbréngt dm 'zïjnh'hypothese tè stavén , dat de Fèllaïcéks'ch 'FoelShs, die hij niet van' elkander
onderscheidt-, een malèisch ‘volk zijn, ’t welt in'Woqiffistorache 'tijden van het oosten naar -' AfiniaV'd'óbV
Itleroë en DaiTorir zou getrokken zijn , lieeït óns niét genoegzaam' overtuigd:'J ' Ye'Ie , * óp 'zich 'zelve zwakke bewijzen
verkrijgen vèreeriïgd nog Fgeene kracht, maar wekken veeleer het vérmóédcri man gezócht^té-zijn Pp: De_övêreetfkomst,
die eene vergelijking der talen" oplevert, 'is niet zoo groot' als de 'Schrijver meent, en het-'zond'e 'mij niet
inoeijelijk vallen op dergelijke gronden eéneh .gelijken'‘oorsprong tusschen :dé!'E‘aftersï -en Foèlaihs 'té ‘bewijzen. Het
ons Ae.xe Föèlaiks met trekken, die niet op den negerstam toepasselijk zijn (l);.zijs
hebbed 'óëiaf'e tmefer^bruinfe dan ;Wärte>huid, J^eejaeu dikke lippen, eenèn langwérpi-
gëmt, IWeltgeetfebredigden^Hetisf; gEoöteip.'seboone ©ogen en niet gekroesd, maar in
Jsfdge-en iglädde >ldkke5ä*t^ßfe.angöndobq.0fäbaar:.‘d De Joldfklot Woetofa daarentegen ko-
iä^?®Äs^vooP,'ike’eni; m'egpi'-lölk'jüe zijny niet^alléen dm burtne uitnemend zwarte kleur
feso® mefkn^aatd^b3 ,bip> h,et3Jméfe$fct noordelijke' negervolk) maar ook om bun gekroesd
boöfdbaar , al zijn zij doof bunne rijzige, ongemeen scboone, slanke en - welgevormde
gestalte, door bunne aangename gelaatstrekken, door bon .levendig open oog en
door h minui nM^ngHtoil*U u n t ^ l ^ l ^ a n P e ne«(‘is der sIaV,«^kus't">op.opne voor-
deeligc wijze onderscheiden Wij rekenen toch ook onder de and» rc nÓöfdafdeelin-
u n dc> mciisc fic lij! i n ^c slacliiN-mcc iiv-eiMtumdeK^ffilgevonmae volksstammmi,‘en het
zond.-d urom on^iupnd in lo ji nstrijdigzifti. inneer Mfatl de volken, die niet dez
elfdë'^^p^®PdSiT‘i() ,i I > xeld-négei^fer J jawenktillf vef'td'onden . u it de
rijt der, ’negervolk6n^f^wlllteh?tm®i®fts’de¥emé(Mj>Hüélbelangrijk en-^leerzaam zUu bet niet
. fi|fKV( jrrwi |?r<®^iWani.(,I ihg, v ah 'sQhecli'U hezateif'van on’dfêischeidene stammen 'en uil?
veisc-htll'cnde'di t'len■vJn]+l\fti’l>-4 ic('l)1, *ïoe v q e l d a a r d o o r niet over vele,,
tbaml>''ilog glehdêll%dBesMte'' >Vra'hgp'bntën deï1 M%#^op&tci^tWop^'aän'! ’ I
bohfdstub niet .beslui ten zonder ,.*dradien^M#yermeIde[a, die wij bij
deszoMs 'bevferking van de kaart van Afrika'Vgelfad' bebbenp"welke’ door- H. Bbughaus
Hef woord voor nioeder JourHma , volgen»
Moïxïen , ïn n a , volgens Seetzen , komt met de woorden’ Ufana en ITnina- bij de Koossa’s , volgens Lichtejtsteik y
wanneer men-de' düi'tscHe uitspraak der u (ou der franschen) in aanmerking neemt, volmaakt overeen. Ook is het
onderscheid'v niet'groot' tusschen sommige getalwoorden. Doch wij willen dit 1 slechts in ’t voorbijgaan opmerken,
zonder daaruit de g^ö^-trekking af te leiden een er verwantschap van oorsprong tusschen Kaffers en Foelah's, die1
échter niet minder mogelijk en veel meer waarschijnlijk is, dan tusschraFoetuWs 'wi''Maleyers, In ligchaamsbotivv
en physische' kentèekenen schijnen, de Foelah’s.eïi Malëjrërs niét ovëreén te köïQén, gelijk n’EfCHXAii! zelve erfcentü
4' (l j Forster’s' tmd f ' v “r
(2) Zoo beschrijft Schott de Jolofs Lc. S. 51. Ook'Adamson roemt de'schoonheid der negers van den SënegaL
(3) BruMEKBACH heeft 6 negerschedels afgeleid (Dec. € rM 6 r. Tab* YI—T l ï l , Tab. XYII— XIX.); onder
dezen is een van een’ Congo-neger (Tab. XYIII.) overige- zijn van de kust van Gidnee-r éf dèrfcelyer »f-
komst is