heeft zictx de Mahomedaahsëhe '&ód'sdreüst hVeral''¥è^Bi'ëid v welke, daar;zij met deh
neger onder hetzelfde k im a a t^ p fö iih 1 i ^ 'w dë fiMfgaWiëiwettigt ■, hier gereedèr. iff.
gang vindt dan het fclirislend^f7 tie Mandmt§b’ h e t 'bergland*, waar vele,
noordwaarts naar den ^me|a?'foÖfièn!(ïèV riviëfftakken QntSpï-ingèn/ en aan ,de/broïi-
nen vaxi den Niger.
De hergnégers van hef 1ïÉandmgo-feïras 'én'^d^Fö^SiWs- fzijhigéliëëh verschillend; van
de negers der vlakte vzo o sm van dë 'MtofPf welkë 'ëostWaarts Vande- kust, tusschen
dén Senegaï e n ne 'Gambia ! wonenf én ’kod *kwirt”z |n als ebbenhout, en vafa^de'iSn-
rawóelis (1), dié' ten' noorden 'fÉSrBWidtê J' 'iaagS1 deÖ'kiafiSölijkeh- > ófvër >an fdèa ^Senegal
leven en wier örntTmedegllSsf^^d^wart-iS.^ *
Onder dë negeretamnifën 'van Jcfndeffleherded zich'Vooral de F%klktMsi.,
o f g d i j k 'andere’’ sch ^ fèh ^ 'W ï^ ^ ^w ^& jl^ è leh ^ ^ iw w a k ^ 'f^ iö ïite yMimcÊêi§Ms Bh
slfekkeh^ziënKoven de baai Vfth'JSoM» totnn ¥ötorribaf8fc<:déïi riegeödfen-igr^ad
uit. Gedeeltelijk zij^MjHèidfeilenen sfe'iQeiiweèn‘ 'zfwëffveiid' herdersleven;^ 'SackMom;
dé stad, waarde ohvërsclnokkën Cuirra.'ton ih’ïcdtlBHJlvafi^ro®a^öivÉ'l^d'/.’is !door
neü geKouwa. I lu nM tlm r is m^Bfuïher', dan diëidêr^PörtügèïenOf'Spanjaarden;
hun gelaatsvorm ïsm'ë^^E^fópeesch erfzij hehhèö geËÏ vmffig^Sat iSBg^ntgefeifiï
feóólSEaM^ue^ kheid van faaMaat ^bijkans ■>geèh1%W'ijTel' over^djit ''Ü^epFellemhMot
eenen en dehzelfiïen volksstam behoóren als 'dê Fml%Ms',&iè zu!idwaartsv'aii''det(?®*»Jïa
aan de'westzijde van hoog-A-friha'‘ Wbnëtffïï) :*^Oofd!W8ÈartS''Stre'kken zitMcfe FellcnéKvt
tót omstreeks ^0" *K. f irm ié h afstammelingen van hëfrwrafen ^^hMn^-de--71fflr'jfe in
de Sahata. .
ifóg meer ooifwiarts hij het meer Tsaad, ligt, het .rijk,,van Bornoe , l^pksi_ibejybners
(1) Saragolies der Portugezen, 'SijftKo/Sj f t r ' Zij ÉjnsVol§éöe gróótse® ssterki, maar(ginder
fraai Van,leest {Iqss elegant) 3an de Foelah^s. Hunne kleur is gitzwart. L. V. ;p.'-269’f ; 2 7 0 r' ,
^2) Mithridates , lu T ( i iV . , n e weerdenlijit uit d‘e taal irde*f ?FèllcUah’s achter Cmkpsrtos's ,re p ,
bevestigt dezelfde overeenkomst.
gehöel zwart lijn eh als ruw , wild-en onkundig beschreven worden, Er leven ook
Arabieren-' onder! hern I
i^êihig^is^ffia^bekBhd’iv'ati de bewoners, van Afrika tusschen de 8° N. B. en 8* Z. B.
Bfear ■^1gélohvèriuMef !]30Lët veël Vvaarschijnlijkheid, het middelpunt van den neger-
aahriertieh’: ?D e K&feMng'sChijnt hiér talrijk te , en niets is ongegronder.,
dap, héttigëVèfelen Hfer -ouden, die den hèeten aardgordel, als door de zon
verschroeid“, foOT onfieVfodhnaSf hielden (1)1 •Bijzógidëh ïrof ons' in het doorlezen
van CiAwmTOïtVr^Mmgt',’ nFolT|Êba¥eVfflk,!t’ijkheid van de Boven de baai van Benin
'gelegene H fils ra » * 'tiMSChen %• 'en HFfïMB. id hét koninkrijk Tourriba. ■ In dit
landschap vindt meniëepe? taal /wefke met die der Volkeren aan de goudkust over-
depkmn'st. h eeft, en de * bevolking schijnt met de F Anti s en Ashanti’s eenen gemeen-
schapp.elijken Jdotspnonn te hebBonh^_T •
Uit het aadgevoerde .kan niMgnu de slotsom opmaken.^ Slechts een gedeelte van
Afrika wordt* doqr volkenyant den ,,ejgeplijLsa negerstam, bewoond. De natuurlijke
Verhreidingi,der eigenlijke negervolken (.schijnt over het geheel hesloten te zijn tusschen
den, zes,tiende3j graad N. meer zuidwaarts wonen Hot-
Jtenj^tten.tón^vopml'QQSkW6^E5sj) kaffers ; .meer noordwaarts leven Kaukasische volks-
.stamnien, J^kQf®kal ihehbjen.ideze negervolken ,zich yan^ljet.hpog.ere bergland paarde
Jagera vlakten verspreid;^, dgu^^cip 3dep, S¥p^en pogende. Vooral drongen zij zich
naar ,de westkust zuid- ,en noordv^aarts,van den evenaar, even als de Senegal, de
Gtgmbiaj en,ste& to g o » naarildewW^stkust vloeijen. Is het dan wonder, dat Xfrika’s
« S i f l k . 3 f e w 6 i 3 F ' i a . f e t t tüwm et maximum
5y^jrae.(5ingaliuni)|,sqfy*,fixdmy: er^i.(jCerni^hK(cinguli)- sunt in j^ita b ilee ^a a ." ; (
, v (^). ZfftfgifQt ik^u^.^^MW^asbmma^jVm,v^®heid^rif wpordeu m de lijrf, tdt de ^ouribmmche taal■, achter
Ciarapiiipa’s ,};iïiej woonden t u i t j e . , e n Amina yplgena Oujkhdorp (Mithridates IJL 1, S- 193.) te
fmegenfiopingk^^ll^BV. één^ .Xgffiügansck Ojdot, Akkum A^ina; dg hand, Awa TouHbaansch, Obaab Akrijemf
ge^e.vnqau^SiA^^^}dhcuif>sph%f&)i^ Akhim, ena. MaaT;.!.eene venneuging met FelLetgh'e is luer evenwel zeer
waarschijnlijk en bijkans onvermijdelijk.