8 I N L E I D I N G E . A V E R T A S S EM E N T ,
de Geflachten _der Springhaanen , en ■
Krekels. Uit het Ey voortgekomen,
hebben zy reeds byna genoegzaam die
gedaante , welke zy in den volmaak-
ten ftäat, wanneer ze Gevleugels zyn,
behouden. Na dezen Eersten flaat
komt door middel van afilrooping der
Huid, de Tweede , welke men dien
van Pop of Nirnf, zou kunnen noe-
men , en alsdan vertoonen zig de
Stompjes of Vleugelfcheden der Wie-
ken , welke het Infeft in de laatfte
Geitalte verwisfeling bekomt, en die
in evengemelde Stompjes beflooten
waren«
Deze Infecten leven van hun eerste
begin a f, tot in de laatfte. verhuidinge^
en hunne overige leeftydt, op Boomen
en Planten , uit welke zy door
middel van een lange fnuit hun voed-
fel zuigen.
De algemeene Kenmerken van het
Geflacht der Cicaden zyn:.
De Sprieten harter dan de Kap , be-
Jiaande uit drie Leden.
Twee of drie blinkende Oogjes, geplaatst
op het agterfle gedeelte van den Kop,
of ter zyden van de twee Netswyze
Oogen.
: Een lange fnuit, welke nederwaards
ander het Lyf. geboogen is.
Au fortir de l'oeuf, êlles ont déjà préfi
que entièrement cette forme qu'on leur voit
dans .1 état parfait lorfqu elles font ailées«
A près.ce Premier état & dès qu'elles ont
changé de .peau, fuccede -le: Second qrion
pourrait nommer l'état de Nimphe, auquel
on voit alors les bubes ou boutons des
Ailes,' que cet InfeEte;prend dans fa der-
niere métamorphofe, g? qui étaient renfermées
dans ces mêmes boutons.
Ces InfeEfes vivent, dès leur premier
commencement jufqu'à leur derniere transformation,
ainfî que pendant, tout le refie
de leur vie, fur.des- arbres gp des plantes
dont, par le moyen dune longue Trompe.,
ils tirent leur nourriture.
Les CaraEteres génériques du Genre
des Cigales font:
., Les Antennes plus courtes que la
tête, compofëes de trois pièces
articulées enfeinble.
Deux ou trois yeux lilfes, placés fur
le derrière de la tête ou au côté
des deux yeux à réfeau.
Une longue Trompe, recourbée vers
le delfous du corps.
I N L E I D I N G E . A V E R T I S S E M E N T . p
Drie Leden aan de Voeten.
De Twee agterfle Pooten tot fpringen be-
kwaam.
Vier Vleugels, waarvan de bovenfle Daks-
wyze afloopende, en de onderfie meestal
waayeragtig geplooit zyn.
Behalven deze algemeene Kenmerken
kunnen de Cicaden wederom in
2es onderfèheiden Gezinnen verdeelt
worden , welker Kenmerken ik vol-
gens de Verdeeling van den Heere
Linnæus hebbe behouden ; Doch
brenge ik alleen de zogenaamde TLan-
taarndraagers ( Fulgora) wederom by
de Cicaden: om dat zy in de wezent-
fyke kéntekens niet van dezelven zyn
onderfcheiden, zelvs de .Sprieten ko-
meü nagenoeg met elkander overeen.
Eerfte Gezin. Lantaarndraagers. Fulgor
®.
De Kop byna zo groot als het L y f. '
De Sprieten voor de Oogen geplaatst, be-
fiaande uit drie Leden , van welke het
" eerste liât aan den wortel langwerptg,
peeryormig; het tweede in de gedaante
van een halvè Bol, waarop het der de.
L id t, zynde een dun hairtje ', geplaatst
is.‘ Pl. I. Fig. i.
Tweede Gezin. Bladerigé. Foliaceæ.
Het Borstfluk groot, verhevên en weder-
" zydsplàt. Pl. I. Fig. 2.
Trois Articles aux Taries.
Les deux Pattes poftérieures propres
à fauter.
Quatre Aîles , dont les _ fupérieures
font pofées en Toit & les inférieures
prefque pliiTées' en forme d’éventail.
Outre ces CaraEteres génériques, les
Cigales peuvent encore- être divifées en
différentes Familles , dont j ai .retenu les
difiinEtions d’après la Divifîon de Mr. Lin-
NÆûsq mais jVfïïpporTé feulement avec les
Cigales les Porte - Lanterne, ainfî nommés,
(Fulgoræ), parce que leur Ca-
raEtere effentiel rien différé pas, g? que
leurs Antennes font affés femblables. .
P r e m ie r e F a m i l l e . Porte-Lanternes.
' Fulgora.
LaTête prefque aufli longue que le Corps.
Les Antennes, placées devant les yeux,
confiftent en trois Pièces, dont la
" premiere eft ovale à la racine, &
en forme de poire, la feconde dans
la figure d’une demi Balle , fur ia-:
' quelle la troifieme, qui eft un petit’
: poil mince, eft placée. Pl. I. Fig. x.
S e co n d e F a m i l l e . Feuillés. Foliaceae.
Le Corcelet grand, élevé & applati des
deux côtés.'Pl. I. Fig. 2.
B