38 B E S C H R Y V I N G D E S C R I P T I O N
voor over, naar den Kop, omgebogen,
in de gedaante van een kam. Wanneer
men het gemelde Borstftuk door het
vergrootglas befcftouwt, dan vertoont
zig het zelve als met digt aan een ge-
plaatfle putjes, byna gelyk het fagryn-
leder. De Dekfchiiden zyn bruin, met
zwarte ftreep^j en roode vlakken geliert,
over elkander gevoirwen en be-
dekken het geheele agterlyf, de vl.eu-
gels hebben een donkere paarfche
kleur; het L y f met de Pooten is
zwartagtig bruin. Men vind eene ver-
l'cheidenheid van deze Cicade welke ge-
heel paarschagtig zwart van kleur is,
beide worden ze in Surinamen gevonden.
•Dg. 35- D e G k o e n e Z a n g s t e r .
(van 't 5de Gezin.)
De Kop, de Oogen , een gedeelte
yan het Borstftuk, als mede het agter-
iy f is van boven ligtbruin, het overige
van ’t L y f heeft eene bleeke groenagti-
ge kleur. De Plaatjes , welke het
Werktuig bedekken waar mede dit gezin
der Cicaden het bekende geluid
maken, is ongemeen groot, bevatten-
de reets de randen van ’t agterlyf aan
de bovenzyde, en hebben byna de geheele
lengte van ’t zelve, gelyk zulks
by Fig. A. is te zien, welke de onderzyde
van dit zeldzaame Jnfeft allernaauwkeu-
rigst vertoont. De Vieugelen zyn
glasagtig doorfchynendt; en de in een
driehoek geplaatste roode blinkende
Oogjes kunnen op het midden van den
Kop duidelyk gezien worden. Haar
Vaderland is de Westkust van Sumatra.
che de la Tête en forme de peigne. Quand
on examine ce Corfelet avec me loupe, il
fe préfente à la vue comme plein de petits
creux prefque femblables à du chagrin•
Les Etuis font bruns, ornés de rayes noires
£? de taches rouges , pliés l’un fur
l'autre, en couvrant tout l'Abdomen. Les
Ailes ont me couleur de violet foncé. On
trouve me variété dans l'efpece de cette
Cigale, qui confifle en ce quelle efl entièrement
d'un violet noirâtre. Toutes les
deux viennent de Surinam.
Fig. 35. L a C i g a l e C h a n t e u s e
V e r t e , (de la jme. Famille.)
La Tête, les Teux, me partie du Corfelet,
ainfiquel'Abdomen, font, brun clair
par le haut; le refte du Corps a me couleur
verdâtre pâle. Les Plaques qui couvrent
ïinftrument, avec lequel cette famille de Cigales
fait le bruit connu, font extraordinairement
grandes, renfermant les bords fupé-
rieurs de l'Abdomen duquel elles ont prefque
toute la longueur, ainfi qu'onpeutje voir par.
celle de la Fig. A , qui montre trhs-exaéemmt
le dejfms de ce fingulier Infeôte. Les Ailes
font tranfparentes comme du verre, & ' on
découvre clairement les. petits Teux liffes
rouges , placés dans un triangle au milieu
de la Tête. Son Pays efl la Côte Occidentale
de Sumatra.
v a n d e C IC A D E N . D E S C I G A L E S .
F ig . 3 6 . D e B r u i n e Z a n s t e r .
(yan ' t 5 de. Gezin.')
Het geheele L yf en de Pooten van
deze Cicade is bruin, alleen is de Kop
met zwart gevlakt,. op het midden van
denzelven llaan de drie kleine blinkende
Oogjes welke rood van kleur zyn.
De Vieugelen zyn helder doorfchy-
nend, de randen der bovenvleugels of
Dekfchiiden zyn dik en Iederagtig ’t
welk by allen welke onder dit Gezin
behooreri eigen" isf Zy is op de Westkust
van Sumatra gevangen.
Fig. 3 7 . D e R u i g v l e u g e l i g e C i c a d e .
(van 't sde- Gezin.)
Wanneer men de Dekfchiiden of
bovenvleugels van deze Cicade Naauw-
keurig befchouwt, dan zyn dezelven,
byzonder naar de gewrigten, met regt
opftaande fyne hairtjes bezet; zommi-
gen hebben aan de onderranden binnen
den zoom eene rey van fes kleine
ringswyze donkerbruine vlakjes Het
Lyf is‘ van onder met een witte dons
bedekt , maar aan beide zyden, zo
wel als de Kop met zeer digt aan elkander
ffiaande hairtjes bezet, waar door
zig het Inieft geheel ruig vertoont.
De Pooten zyn bruin, en de trommel-
plaatjes der Mannetjes hebben maar de
lengte van omtrent van vier lynen. Zy
worden op de Kaap de Goede Hoop ge-
vonden.
Fig. 3 6 . L a C i g a l e C h a n t e u s e
B ru n e , (de la 6rae. Famille)
Tout le Corps £? les Pattes de cette
Cigale font bruns; au milieu de la Tête,
tachetée de noir ,font trois petits Teux liffes
de couleur roüge. Les Aîles ont me transparence
claire; les bords des Ailes fupérieu-
res ou Etuis font épais gp écailleux, ce qui
efl propre à toutes celles qui appartiennent
à cette Famille. On l’a prife fur la Côte
Occidentale de Sumatra.
Fig. 3 7 . L a C ig a l e à A îl e s V e lu e s .
(de la 5me. Famille)
Quand on examine exactement les Etuis,
ou Ailes fupérieures, de cette Cigale, on
les voit, furtout aux jointures, hériffés de
fins petits poils droits ; quelques uns ont
aux bords inférieurs dans l’ourlet, un rang
de fix petites taches brun-foncé en forme de
cercles. Le dejfous du Corps ejl couvert
d'un duvet blanc, mais garni des deux côtés,
aujp bien que la Tête, de petits poils
fi ferrés les uns pris des autres que cet
InfeSte paroit entièrement velu. Les Pattes
font brunes fi? les Plaques du Tambour
des Mâles n'ont que la longueur d’environ
quatre lignes. On l’a trouvée au Cap de
Bonne Ëfpérance.
D e G e e r Inf. Tom. III. pag. 220. n. 16. Tat. 33. Fig. 2. Cigale à Taches m,Teux. G o e ïe £mmi.
Eï'jlr. Th. ll.pag. 1.6, n. I. Cicade Occellaaul
G 2