P . L A A T X V I I.
Fig. 90. D e r o o m S t o r m h o e d .
Cyan 't sde. Gesdti.)
Deze Cicade heeft in gedaante veele
overeenko.mst met die welk by idg. 32.
Plaat XI. isafg.ebeeld:.by naauwkeurige
befchouwing, blykt het egter dat zy twee
onderfcheiden zoorten zyn. De Kop
heeft een bruine kleur en word door het
Borstftuk bedekt, de Oogen .Zyn bruin,
bet Agterlyf is op de bovenzyde don-
kerbruin en van onder bruinrood. D e .
Schenkels der vier voorfte l ’poten zyn
dik en de Beenen der twee agterften
breed, en met fcherpe doornen bezet.
Het van boven kielvormige bloedroode
Borstfchild bedekt • den Kop, benevens
het grootfte gedeelte van ’t Agterlyf,
loopende van den Kop af opwaards,
alwaar hetzelve eene als afgebroken
ftompe punt uitmaakt, en eindigt met
een bogt over ’t Agterlyf in een ipirfen
döorn. ' Ter, zyden van de opwaards
itaande ftompe punt, zyn twee; uit-
waardfche donkerbruine ftreepen ge-
plaatst, waarvan de eene naar den Kop
en de andere naar het einde van ’t
Borstftuk afloopt. De Dekfchilden en
Vleugels zyn geel geadert en doorfchy-
nent. By Fig. A. is dit Infect door ’t
vergrootglas afgebeeld. In heb ze uit
Surinamern ontfangen, maar berust thans
in het. aanzienelyke Kabinet van Na-
tuurlyke Zeldzaamheden van den Wel
Edelen Heere L. F. IIolthuisen.
F L A N C H E X V I I .
Fig. 90. C i g a l e a C a s q u e r o u g j s .
(de la 3me Famille.)
Sa forme a beaucoup de rapport à
celle qui ejl repréfentée,’ fur la Planche XI.
pife 53 ,• mais, en l'examinant de pris,
elfe fa it une différente. La Tête, ejl
de couleur brune , couverte par le Corfelei,
les ifaux font brun ; l’Abdomen ejl , eti
dejfus, brun §pgéé,. & , en deffous, rouge
brun. Les Cuiffes des quatre pattes antérieures
font épaijjès & les famb.es des
deux poflériemes largps W garnies d épines
pointues. Le fusdit Corfflèt; conique rougi
de. fang couvre non fetdenfirii la fêté, mais,
la plus grande partie de l’abdomen , s'élevant
au-dejfus de la.Aêtiy oit il fait
une pointe obtufe .& comme tronquée , &
finit avec me boffe fur l’abdomen en épine
pointue. Aux côtés de cette pointe obtufe
droite, font placées extérieurement deux
rayes brun foncé-, dont l'une s'étend vers la
tête, F autre vers la fin de lécuffon. Les
Etuis fi? les Ailes font jaunes veinés £?
tranfparens. La Fig. A repréfente cet
Injeèe tiré au moyen de la Loupe, f e
l’ai reçu ¿fe-Surinam, mais on le voit dans
le beau Cabinet de Curiofités Naturelles de
Monfieur L. F. Holthuisen.
M