den, o f Vleugels aan het Borstftuk kunnen ont-
tfêkken, en kao dierha/ven ook 'niec bepaalen o f
uit In fe â nog in don ftiat van Pop o f Nymph
din wel in den laarften o f volmaakten ftaat zig be-
vond toen het is gevangen : hec fphync my egter
io e , dat,. dewyl 'er geene de minfte kencekenen
van Vleugelipheden zyn te zieD, dat deze Krekel
even zo min als de GryllusPupus Linn. fp. 04. (* )
eo meer anderen, nimmer Vleugels bekomc, en
dierhalv£n als een Ongevleugelde kan worden aan-
gemerkt. B e t A g te ily f beftaat uit negen Ringen,
en heèfc aan 't einde twee kleine, en een weinig
meer opwaards , nog twee' grooter zogenaamde
Scaartborstels, evepgelyk alle Krekels en wel by-
zoDder de Maonetjes derzelven, onder welke Sexe
00k het hier afgeheelde • Voorwerp behoord. De
Seheepbeenen der vier voorfte Pooten zyn aan de
voor- en agterzydederzelve, met bruinedoornagtbe
ity v e hamjes bezet; de Schenkels der fpring- o f
sgterpooten zyn zeer dik en breed aan de D y e u ,
maar verminderen allengkens in dikte naar maate
flezelve het gewrigt der Scheenbeenen naderen .
deze laatften hebben aan de buitenzyde twee ryen
Korte ma3r fcherpe dootnen.
D e Geleerde Heer William Paterfon heefc dit
in onze Kabinetten nog zeldzaam D ie r , op des-
zelvs Reizen aan de Kaap de Goede Hoop in ihl-
itaahde Wateren omdekt, en my hetzelve ter af-
.beelding medegedeelc ; dog thans bezic de Hoog-
eeleêrde Heer N. L. Burmannus dezen zelvden
Krekel in deszelvs fraaije verzameling van Jnfeäen.
que ce Grillon , de même que• le Grillus Pupus
&* plujîeurs autres, n'ont jamais
des Ailes , & par conféquent doivent être condàirés
comme In/ettes non Ailés. L'Abdomen confiile en
neuf Anneaux, 6? vers l'extrémité, il ay deux petits
& un peuplas haut, £ncor deux gros Appendices
comme tous les Grillons, plus particulièrement le
Genre des Mâles auquel le fujet ici repréfentê appartient.
Les Os des Jambes des quatre Pattes anté-
. rieur es font garnis devant £? derrière de petits poils
roides épineux; les Cuiffes des Pattes pojlérieures
font fort épaiffes £? larges aux Hanches, mais elles
diminuent par degrés en -èpaiffeur, à proportion
quelles approchent les jointures des os des Jambes
ces derniers ont en déhors deux rangées de petites
epines pointues. ' ' ' \ r
Le favant Monfr. William Paterfon, dans fes
Voyages au Cap de Bonne Efpérance, l ’a découvert
dans des eaux croupijfantes me l'a com,
muntqué pour en faire la repréfentation; cet Infette
étant encore rare dans nos Cabinets., quoique Mon-
H I I B S N * L- Burmanus , poffede ce
meme Grillon dans fa belle collection d’Infettes.
m (*) Le G r i l l u s Pupus ne feroit * il point une forte
intermédiaire , du G r i l l i TETfrGou'iaî & celie de
Æchetæ ? J’en conaois pluüeuxs autres èfpeces qui y
.ont rapport. * J
H Zmdi deçi G e t l l u s P o tu s mit mil ah uni mii-
dtlzoort of afmijihng van * G e i l u T e t t i g o n i æ , u i
* A g h e t je , krnntn wudm aangimirklS Ik kmnc mur
jUDrtiB w t Iki daatut bctrekktlyk ayn.