
in de rechter-, rechts met bazuin in de linkerhand;
in de opgeheven andere handen twee
palmtakken boven den penning kruisende, onder
ornament waarboven een strik; boven ornament
met oog en ring; binnen om den penning
een parelcirkel, het geheel groot 70 m.M.
Eigendom van het Ned. Gymn. Verbond.
61*3. 1883. 23 September.
10-Jarig bestaan van Floralia, te Amsterdam.
Vz. Een bloemruiker, omgeven door een
lauwerkrans.
Kz. In het veld:
FLORALIA
1873-1883
AMSTERDAM
Köper verzilverd, met oog, 33 m.M. Verz. Z.
614. 1883. September.
Tentoonstelling van Tuin- en Landbouw,
te Buitenzorg. Bekroningspenning.
Vz. In z. g. griekschen rand:
^ O O N S T E i ^
VAN
TUIN- EN LANDBOUW
BUITENZORG
18 8 3
Kz. Glad veld, omgeven door een lauwerkrans,
waartusschen boven een heraldische roos.
Brons, 41 m.M., door W. S c h a m m e r . Verz. Z.
615. 1883. 15 Oktober.
Standbeeid van Graaf J a n v a n N a s s a u * S S S S S S
te Utrecht onthuld.
Vz. Het standbeeid. Omschrift in versierden
matten rand :
© HET STANDBEELD VAN GRAAF JAN VAN NASSAV ©
ONTHVLD 1883
Kz. Het gekroonde wapen van den graaf.
Omschrift in versierden matten rand:
PL VS TOST MORIR
1580 1883
Brons, 51 m.M., Vz. door J. P. M. Menger,
Kz. door W. J. S c h a m m e r , Verz. Z.
Oranjepenningen 1369.
De S tem p e ls v o o r d e z e n p e n n in g w e r d e n in 1883 g e s n e d e n , d e
d e p e n n in g e n e c h t e r v o lg e n s m e d e d e e l in g v a n d e n Heer Mr. L. W.
A. B e s ie r e e rs t in 1893 g e s la g en .
Ja n Graaf v a n N a s s a u , zoon van W il l e m d e n O u d e v a n N a s s a u -
D il l e n b u r g , was de oudste broeder van W il l e m d e n Z w ijg e r , wien
hij krachtig steunde in den strijd tegen Spanje; zelfs beleende hij
zijne bezittingen om hem geld te bezorgen. In 1578 tot stadhouder
van Gelderland en Zutfen benoemd, teekende hij namens dat gewest de
Unie van Utrecht, die hoofdzakelijk zijn werk was. In 1581 legde
hij zijne waardigheid neder en vertrok naar zijne Staten in Duitsch-
land, waar hij den 8sten Oktober 1606 overleed. Het standbeeid
werd opgericht naar aanleiding van de viering van het 3<ie eeuw-
feest der Unie van Utrecht in 1879 (zie no. 480). De in de bij dat
no. gevoegde aanteekening bedoelde plechtige uitreiking der her-
inneringspenningen op 20 September 1879 werd door een gemeen-
schappelijken maaltijd besloten, waarop het plan werd te berde
gebracht en dadelijk krachtig ondersteund, om op een van Utrecht’s
pleinen een blijvend gedenkteeken aan de Unie op te richten. De
drie t. a. p. genoemde ontwerpers van het plan vormden met 15
door degenen, die in de kosten van den penning bijdroegen, ver