
525. i88o.
50-Jarigbestaan der vereeniging „ C e c il ia ” te
’s-Gravenhage. Zangwedstrijd.
Vz. St. C e c il ia linksgewend, het orgel be-
spelende, in de afsnede: j. e l io n f .
Omschrift op matten rand:
?3> KONINKLIJKE Z A N G VEREENIGING CECILIA S>
1 8 3 0 5g> 50 jarig ju b ila e um ® 1880
Kz. Op eene aan een stok, (waarvan koor-
den en kwasten af hangen,) hangende cartouche
het wapen van ’s-Gravenhage, daarboven een
parelkroon, ’t geheel omgeven door lauwer-
en eiketakken.
Omschrift op matten rand:
g NATIONALE EN INTERNATIONALE ZANGWEDSTRIJD ©
’ s g r a v e n h a g e 1880
Brons, 51 m.M. Verz. Z.
Zie de noot bij no. 438a.
526. l88°-
50-Jarig bestaan van het Leidsche Studenten-
Scherm- en Gymnastiekgezelschap
„Arena Studiosorum”.
Vz. Monogram samengesteld uit de door-
eengestrengelde letters A en S en twee ge-
kruiste fleuretten, daaronder : 1830-1880
Kz. omschrift: tee herinnering
In het veld: aan het
vervolg omschrift: 5° jaeig bestaan
Brons, 28 m.M. Verz. Z.
\
527. 1880.
121/2 Jarig bestaan der Rederijkerskamer
„ B il d e r d ijk ” te Alkmaar.
Vz. Een zwevende genius, in de rechter-
hand een fakkel en in de linker een lauwerkrans
houdende, daaronder het wapen van Alkmaar,
waarvan links een Her en rechts een bazuin en
muziekrol en waarachter een stralenschietende
schepter. In de afsnede:
A LKMA AR.
I88O. l8 8 l.
A. J, DE VRIES. AMST.
Omschrift:
GROOTE NATIONALE TOONEELWEDSTRIJD.
Kz. Een glad veld omgeven door twee
saamgestrikte eikelooftakken.
Omschrift:
TER GELEGENHEID VAN HET 12 Vg JARIG BESTAAN
VAN ALKMAARS REDERIJKERSKAMER „BILDERDIJK” .
Zilver en brons, 44 m.M. Kon, kab.
Mr. W il l em B il d e r d i jk , nederlandsch taalkenner, geschiedschrij-
ver en dichter, geboren te Amsterdam 7 September 175^» studeerde
van 1780-1782 te Leiden en promoveerde aldaar in de rechten,
1783-1795 was hij advokaat te ’s-Gravenhage, vanwaar hij 24 Maart
1795» door de Patriotten gedwoiigen, naar Londen vertrok, zijn
gezin achterlatende. Hij schaakte aldaar zijne leerlinge mej.
K a t h a r in a W il h e lm in a S c h w e ic k h a r d t , . (met wie hij later
huwde) en vluchtte met haar naar Brunswijk ( i797' i ^°5^ In, 1802
gescheiden van zijn ie vrouw, vertrok hij* in 1805 weder naar
Holland, waar koning L o d ew i j k hem benoemde tot bibliothekaris,
privaat professor in de ned. taal en sekretaris van het Kon. Ned.
Instituut. Van 1810-1813 hfi het erg arm, totdat Z. M. koning
W i l l e m I hem een jaargeld van f 1800.— toelegde en hem tot
auditeur-militair te Amsterdam benoemde, 1817-1827 was hij privaat