
professor te Amsterdam, 1827 tot zijn overlijden 18 December 1831
woonde hij te Haarlem.
In 1849 werd te Alkmaar de vereeniging B ilDe r d ijk opgericht, onder
de zinspreuk: Zijt meester van de taal, gij zijt het van ’t gemoed,
welke na een ruim 13 jarig bestaan ontbonden, docb in 1869 weder
opgericht werd. Bij het 12V2 jarig bestaan werden 2 gouden, 2
verguld zilveren en 2 zilveren penningen uitgeloofd voor drama eh
blijspel. 12 November 1880 ving de feestviering aan en 28 Februari
1881 werden de prijzen nitgereikt.
Aan ieder der 3 juryleden werd, met het eerelidmaatschap, een zilveren
exemplaar van den penning aangeboden en voorts een aan
het Stedelijk Museum, (op welks K z . is gegraveerd: H e r iNNEr in g :
Me d a i l l e ; op die van een daamaast gelegd exemplaar: u i t h o o g -
a c h t in g AAN h e t J tjry lid C. W. B r u in v is ). In dit museum zijn
00k de Stempels geplaatst.
Voor zoover bekend is, bestaan van den penning niet meer dan
10 hiervoor genoemde afslagen, zoodat hij tot de zeldzame kan ge-
rekend worden.
538. 1880.
De Nederlandsche Maatschappij ter Bevor-
dering van Nijverheid aan J. E. T e ijsm an n als
hulde bij gelegenheid van diens
50-jarig jubileum als N. I. Ambtenaar.
Vz. = n°. 417.
Kz. ä n°. 417, in den krans geslagen:
HULDE
A AN
J. E.
TEIJSMANN.
1830-1880
Zilver, 63 m.M. Vefz. Bat. Gen. van K. en W.
Cat. 1896 n°. 132.
J o h a n n e s E l ia s T e jjsmann werd als zoon van een uit Duitschland
naar Holland gekomen tuinbaas den 1 Juni 1808 te Arnhem geboren,
hielp zijn Vader bij het tuinwerk en werd tuinknecht bij graaf
J. v a n d e n Bo s c h te Voorburg, wien hij in 1829 bij diens benoeming
tot Gouvemeur-Generaal, al- tuinman naar Indie vergezelde, waar
hij 2 Januari 1830 aankwam en in hetzelfde jaar benoemd werd tot
hortulanus aan ’s Lands Plantentuin, welke betrekking hij tot 2 Januari
1869 bekleedde, om toen belast te worden met het doen van reizen
in den O. I. Archipel ten behoeve van den plantentuin en van handel
en nijverheid.
6 Juli 1854 werd hij benoemd tot breeder, 29 April 1864 tot
Tidder van den Ned. Leeuw en 27 November 1868 tot inspekteur
honorair der kultures. Tal van nieuwe plantensoorten bracht hij
aan het licht, verscheidene nuttige plantensoorten voerde hij op Java
in; de kultures (speciaal die van vanille) werden zeer door hem
bevorderd.
Hij overleed te Buitenzorg 22 Juni 1882.
Sedert 1890 verschijnt bij de firma G. K o l f f & Co. te Batavia
en ’s-Gravenhage onder redaktie van Dr. P. v a n R om b ü r g h en
H. J. WiGMAN een aan de hoofdzakelijk nederlandsch indische flora
gewijd tijdschrift, waaraan de naam Teijsmannia is gegeven.
539. 1880.
Algemeene Schietwedstrijd te Bussum.
Vz. Een banier, waarop een schijf afge-
beeld is, tusschen het opschrift:
EEN DOEL
BUSSUM.
Omschrift: a l g e m e e n e — s c h i e t w e d s t r i j d .
Kz. Glad veld omgeven door een lauwerkrans.
Tin, 38 m.M. Verz. E n s ch e d £.
51)0 . 1880.
Prijspenning der gemeente Schiedam.
Vz. Het gekroond wapen van Schiedam met
twee op een lint staande leeuwen als schild-
houders.
Kz. Glad veld omgeven door saamgebonden
eike- en lauwertakken.
Zilver, 45 m .M . Verz. v. D ijk v . M a t e n e s s e .