fi
i
B. 348. GeümaiUeerde aarde. üelzelfdo aier met ¿it-ee hoofden.
340. Bi-ous. llclzelfcle dicr ais liet yorigc, met hot bceld voii
hct ToetsUiJc iDgcdnikt.
8 guns in de omlerzijde T
m grat-kotrcrljc, lit Mii. Q ei
n open lolnskelk, zinnebeeld van den
n den god l lar o ë r iâ , (A 071,
Plaat XXIV.
3,IO, Ji'lci. De CIER, zinnebeeld Tan liet mocderschap, en van de godinnen ais moedcrs. ( js.)
300. BroH.1. De SPERWER , zinuebeeld van hel denkbceld God in hcl al[;cmeen. — Lang van den
slaarl tot den bek 2,1 P.
371. Geëmai/lcei-dc aarde. Dezelfilo To<rcl.
385, 386. Üilcer. Twcc uitgiíslascu of gedrevcn plaatjes het boofd van denzclfden TOgel, van
1er züdc gezien, voorsteilende ; beide zijn met verscLillcnde kleuren ingiclcsd {jewcesl, waarvan
nog eenin:o oTcrblijfsels aanwezig: zyn.
388. Gevmailleei-de aai-de. Twce SPERWERS nevens elkander.
389. Beschildei-d hou!. Kedcrliurkendc en ¡fcbalsenide sperwer.
397. GcëmaUleerde aarde. Dczclfde ^ o^el mei de zonneschijf en do Uvee palmen of bladen op
het hoofd, hot ïiniiebeeld van (leu god Moni l i of M.mdoe. Ilet gezigl en de zonnosclujf zijn op
liei oorspronkclijke vergnld. (.l^.)
su voorwerp lieta, c\eB als bel vorige, 380, waarscbynlijk hel di
VMUluk van ceo IIOUICD Papjruä-BMW ol râpjrus koker, zie Afi
400. Geemaillcei-de aarde. Kop vau den SPERWER , op E^
ffort Phi-Ó (de A 31ß, Pl. ì ).
401. Bì-ons. Slaande SPERWER, nifit den Pssjent, zinir
Pl. XI ) ; op een kislje van Lelzelfde inetaai, heUvelk aan de éene zljde open is. (L'ESC.)
410. Ge-émailleerde aarde. Dezelfde vogel, met hct bovengedcelte van den jPss¡eH(, zinnebeeld
van denzcJfden ¡;od, als lieersclier over de boven-jjeweslen.
iiU. Geemaitleerdc aarde. Dezelfde voijcl, met de imsìcnrfe maan eii de maansehijf, zinnebeeld
van den -od Cl.ous ( i 242—2ô0. Pl. IV, Y).
415. 416. Lood. SPERWER met ultgesprcide vIcugxîLj, /.innebeeld van de ziel (AK.)
422. JTFL;HÍÍ>--Í/CEK. SPERWER not menschenhoofd. slaande, zinnebeeld der iiel.
423, 424. Goud. Dezelfde vogel met nitgespreide vleiigels. De agliterzijde der vlcuffels, 423. b
en 424. b, is met verâcliilleude, jîedccltclijk uog OTerjjTíbleven, kleuren ¡jigelesd geweest.
Plant XXV.
420. BesehiUlerd hont. SFERWER met menschenhoofd en baard, op liet lioofd eeno verffulde
zonneschijf, zinnebeeld der goddelijke ziel, (L'ESC.)
429. BescMlde>-d houl. Dezelfdo, maar zondor de zonnescMjf, welke in onze plaat, door vergissiniî
van den teekcnaar, aan'jevuld is met de Mnneschijf ea de twce vederen. (ly.)
431. GeémaìUeerde uante. De ligcliamen van den CTKOCEPIULUS en den SPERWER tot één gelieel
Tcreeni^d, met bot zinnebeeidigc kapsel van Ha r o e r i s , (zie A 890, l'I, X.)
435. Brons. De IBIS, aan ThotL GEWÜD; met INSELEGDE oosen. — Lan>j van slaart toi bek lAP.
43G, 430 GeémuiUeerde aarde. Dezelfde vo-ol voor ceno ítmUvogelsveder nederliurkcnde.
415. D« vogel Bo.xo, oonc soort van REIOER, zinnebeeld van Osi r is, 1er offering toebereid.
447. Balsem. Dezelfde rogel uederburkende.
448. „Varmcr. DE KWÍRTEL. (IFL.)
149. Brons. >"edcrliurkendc GASS.
452. Geëmailho-ile aarde. Dezelfde T0I»el staande. (L'ESO.)
455, 460- GeèmaiUeerde uurde. Dezelfdo T0fl;cl zi Hönde, het boofd achterwaarts gekeerd, mot
in^edrukte lockens op de ondcr/yde van bot voelstuk; op n. 4.M, Ä, de gt « -me t vlegel, op bet [ecken
van hecrschappij, zinDcbeeldige naani van de godin >'ei tb; op n. 460. b, vier
462. Brons. Eon II.TA>.
M ;
, f P
cnsehelijk aangezijjt. M'elligt
30 andere, uil Aesyplo ovcrgc-
01) Let Ugchaam
(AS.)
in Lot
ü. 4G3. Eeiic als onilioog vliegende DCIP; op de borst een in
ecne voorstelling van don Heiligen geesl.
Do Aejyjilisclio ofkornst van dil sluk is ooicker, ücl wctd lo Conslaminopol
bragle voorwerpon aansskocLt.
464, Brons. Denkbeeidig dier, znniongesteld uil liet hoofd van c
van eenen VOGEL, met de becnen vau ecn' MERSCH.
470, A'lei. KROKODIL, zinnebeeld van den god Söbck of Sevek, den AEIFYJ) Ii schon Satnrn
471, BUiauivaehlige talk. KKOKODII. inet beilüdenwaarts eingebogen slaart, zinnebeeld
Westen cn do duislernis.
472, Geemailleerde: aarde. KROKODIL als n. 470.
492. Klei. KnoKuniL met spertverskop, ceji der zinnebeelden van Pbr e of l lorus. (AS.)
496. Bro7ts. IltuEois, aan ^"eith•Tllermoe tbis gewijd, op een Toetstnk in den vorm van cono doos.
500, A'fci. De ADDER, in hct Aegyptiscli OERO genaamd, do DRAKCS, zinnebeeld van iict denkbceld
Godin; met een, in wit geticliiidord, Iiiüroglypiiiscli opsclirift op do borst; de teokens van
liet opschrift zijn bijna oiüecsbaar geworden en scbijnen ecnen vrouwcnaain lo bevalton. (.vs.)
.')09, 5i2. GeemaiUeerde aarde. lleUelfdc dier. (ci.)
513. Ferguld hoiU. llctzelfde dier,
525. Goud. IleUclfdc dier, met de zonneschijf o\i den kop, zinnebeeld van de goditinon, docliters
van Phr e en Ooh.
526. Brons, Helzelfde dier met uitge.ipreido vleugels.
528. UoHt. Helzelfde dier met de zonnese/iijf op den kop.
531. Brons. Jnn van ecn menschcnbceld, eonen ÜRAEDS mot do sonnesehijf Londcndo.
Gficksch ot Romdnsch werk.
5Ì0. Bi-ons. De URAEDS mei mensehenhoofd, waarop het bovensie gedeelle van don Psnjenl
tussclien iicee striiisvogelsvederen, en versierd met den uracus, zinnebeeid van d e g o d iul s i s ;
op don riig cene sirnisvogelsfeder. ilei dier rigt zicli ovoreind op cono iiog oiigeopcnde doos van
bclzelfde nielaal, — Lengle der doos 2.33; ìiooglo mei hel opgcrigtc gedecile van de slang 1,2 P.
541. Basali, lletzelfde dier, ziob oprigtende, en mei zyn ligchaam eeiioii slrik of knoop Tormendo,
op con voelsluk. Ilei opgerigte gedeelle van bel ligchaam onlbrcekt. — Z n j f j 3.4, bì^eed 1.8,
hoog 1.3 P.
543. Brons. SL4>C met iiaar ligcliaam eenen slrik vormcndo.
544. Bì-ons. SLÌJG , in hare volle lengle op ecne doo.i of ceiien koker vau helzelfdo nielaal nilgesti
ekt. ~ Lang 6,5 P.
545. IIoul. SLAAO mei RFRWJ/.-O/) , zinnebeeid vau A mon-Knoephi
; de bokshorens cnzv, welke
vroeger op den koi> wai'cu vastgcbccht, onlbrckcn.
546. Brons. SLA>ti mei mensehenhoofd, bcdekt met het bovengedeelle van den Pssjent lusschen
twee slrn¡sfo¡elsvede¡-eii, ziti)
548, GeëmaiUee>-de aarxlc-
566. Cornalijn.
571. Cornalijn.
r>77. Cornalijn.
578. Cornalijn.
587. Cornalijn.
590. Bi-ons. A
ebeciil uOsir sFcnt-h. n-pam uilgcslrekl op cene doos, (ci.)
AnuileUen don kop c
SLAÄÜ voorslolloudo,
1 liet vooi-ste gedeelle van het ligcha.
liiiiroglyphisclie opsclirillen. D.it van
571 (zio hot opscbrifl op do zijde, b) hocft bclrekking op cet
beeld- of sleenhouuer l'ifìi yitnon, S ach H genaamd; dat i
n, 578. b op eencn toezigter over hct paleis, Umenoolp.
met dcti kop van ucncn hann, BASILISK.
501. Geemailleci-de aarde. Koj) van helzclfde dcnkbeeldigc dier. (is.)
592. Brons. KIKTOÎISCH, zinucbceld v.nn de cersle slof, cn do godin Ua k ,
den riig in den vorni van ccncn visclislaarl.
GriebscU of Uomoinscli werk.
594. Brons. Uclzelfdc dicr. (ci.)
. 'I