- i
l i
I
•• f f
i í ;
j í f ' :
. 1
•i
. 1 í ;
A. 110. rcrg^ld -Mvci-. Plaaljc niel {reclreTOii beeld vnn deiizolf.len god.
JV2. Geemailleei-de aarde. rjiTiii-SüKiRi (1'tu-Skri), Toorgeslcld oudcr de geJa.inlc van eencii
wans(all¡scu dwerff, gt-Lccl en al unakt, mcl eeu dik lioofd, op-ozwolloQ biiik eu kromnic beouen;
do llcphacsliis der Griekcn en de Víilcanus dcr Komcincn.
17!). GeemaiUeerde aarde. Dczclfdc í;od, inaar bovcil op liet hoofd cenen kcver drag^nde, hel
íinucbeeld Tan voorííeliiig en van de ¡¡jibaro we,-eld.
180. GeemaiUcerdc aarde. Dezelfdc {rod mol dnbbcl aangrezist, en den kcver op het licofd.
186. Geeinailleerde aarde. Dezelfde ¡fod, sUumde boTcn op iwec hrokodUlen, ziniicbeelden tíih
do duislemis en den lijd, en in clke hand eene slaiig l.oudendc, zic 18G. b. Hij staat uicl den r»s
tegen i
en steeii, op welks aclilorzijde, iu ointrek, Let bceld van do [joditi ll.iinon niel vleugels
s ingedrukt, op liaar hoofd do sonneschijf tiissohen twce koehoreni dragciide, en inet do
$lruh>:ederen in de haudcn, zie 186. c. Op do regterzijde ziet incu het beeld van «EDiirs iu
TcrheTon werk (zio 186. a.) cd o]. de linkerzüde dat Tan do hemehche Isis (lie 18(J. d.). (as.)
1S8. GeémaiUeerde aarde. Dezelfde god, stannJe op twco krokodiUen; hot hoofd bedekt mol
het ziimebcel.n^e kapsel, bcslaande uit de hokshorcm niot dríe aan een gebonden bundels Tan bloemsíengeh,
tusschen iweo uraetissen. Op elkcn bundel cene zonneschijf 188. a.). Op do aclitcrz^
de Tan den stecn, -waartcgcn de god staat (úe ISS. 6.). z'e'i ^erheTen werk het bcel.I van
de gCTloíigeldD Haiiior, CTen ais op n. JSC, oii oen iiisclrukt cpschrift, bevaltendc den naani van
Phtah, en dnn zin: sij, d. i. J/<ilíior, gce/í hel leven, (is.)
189. Geemailleerde aarde. Dezelfdo god, inaar boren op het hoofd den kever, en op etken
schondcr cenen íperwer dragendo. De godin IIathor op do aohterzijde \aii hel beeidjo Ingcarnkt,
bedekt züno zijdcn met haré Tlongels. (is-)
190. GeemaiHeerde aarde. De7.elfde god, staando op twce krokodillen, inet den k^er boTcn op
het hoofd, en de liandcn op de heupen. Eeuo iu een gcdraaide haarrlocht TCrslert de rcgterzijde
Tan Let hoofd. (ík.)
Plaat I F .
193. /?ro«í. De godin Picn? (Pcut), cok Mere- P i i t u i , de Phtah be>ninnende, bijgcnaamd,
Bubastis, de gerellin Tan Phtah, en ccn der Tormen vanA'cilh of Mocth, inct leeuwinnetihoott,
staando; op het hoofd do zmivescMJf met den «»-a««, het boncdengedeoltc ran het ügchaani in
iwee groote vleuge/í Tan «eiien sperwer oí gier gewikkeld. — //oog 1.5 J)m. (is.)
J94. Brons. Dezelfde godin, in elko Land een ¡nstrument, waarschünlyk e
houdcnde. — Hoofj 7.2 Dm. (i>.)
196. Gecmailleerde aarde. Dezelfde godin zittende.
198. Gecmailleerde aarde. Dezelíde godin slaan<lc.
202. Geitnailleerde aarde. Dezelfde godin, stnande, met den sch<^/er der godinnon in de linkerhaud,
u sisinon, onihooj
dócil zondcr de zonncschüfop hel hoofd, en alidan in de hicroglypMsche opsohriften ME>nr
en ME > N I - P A C U T (Mmi-Pcht) gclieeten.
2 1 0 . Geemailleei-de aarde. Phiatje mol Let bceld Tan Paciit, Tan ter zijdc gczien, in verlieven
werk i hel bencdengedcelte des ligcliaams in twee groote Tleugels gewikkeld.
223. a, 6. GcümailUerde aarde. Dezelfde godin, op eenen doorzigtig gewerklen stoel of iroon
gezeten, niel den schepler der goden en een siUrum in de handen. De zijdc
I den Iroon,
zie 223. 6., is naar hel scliünt Tcrsiord met eenen zitlendcn a nbeoIdjevanPhluh. IIcl
hoofd is met de Mnneschijf rersierd gowcesl.
227. Geemailleerde aarde. Plaaljc met )ict bceld ran de godin Musiii-PAmr, zic n. 202, van
ler zijde ge^ien, in Terheven vrcrk, zillende met den schepltrr dcr godcii in de handen.
229. G'emailleerde aarde. Dezelfde godin Pic^nT, slaaiidc, op lid hoofd ceii w-ams, in de
linkcrhand de schepler dcr goden, wclks boTcncindc met cciicn bloemkelk Tersicrd is, waarop Iwce
hhidfn oi palmen slaan, hel zii.nebeeldige Iceken Tan den god iVofre-A tinoü. /ij legcu
cenen olHJUík, zie 229 b, waarop iiieu ccn iiigcdrukl cpschrift lecst, inlioudcndc dal: I'avhl,
[rfe dochíer van] Phré, de groote, de Phtah minnende, de heheeri
do vi~oitw der offerxi7iden, eeii diiiirzaam en kraehlvol leven verleciit a
>í al [de Goden],
de pricsleres, do n.
dezer laalsto onlbrcekl. De woorden die in het opscbrift oTergcsIagen ziju, hcbben wij tusschen
haakjes geplaatsl.
A. 231. Gecmailleerde aarde. Dezelfde godin zillende, niaar het hoofd mot den Pssjcnl, Let
gowone kapsel van Moolh, zie 27, versierd.
233. Jli-otis. Eene andere voorstclliug van dezelfde godin Pj cui , met liei Loofd eeuer kat. Yóór
de borst houdt zg cen schild mol den kop cener leeuKin Toorzien, weLkc met de ionncschijf ci\ den
toxteus versierd is. — Hoog 1.2 P.
234. Brons. Dezelfde godin, niaar in de reglcrhand c
Hslriiin, cu met do linker een schikl
met hot Iioofd eener kat Tóór liare borsl houdeiule; cene
s met liCDgsel hangt aan den linkern
arm, — Hoog 1.1.-. P.
242. Bì-ous. De god Ciions (Cnssor), de zoon Tan Íieilh-Moclh, sljiande, tot onder de voetzolen
in enn zeer naauw klced gewikkeld, het hoofd mcl cen kapsel bedekt, dat, eren ais bjj
Phtah, or geliecl en al omLeen sluil; de reglorzijde van Let lioofd versierd met eene onikrnliendo
IiaarTlechl; Let kapsel is van Toren versierd met den vraeies, en boveiiop met do volle maanschijf
wclkc door ccnc fassende maan gedrngen vvordt. De god Loudl in de uit liei klced uilsiekciido
handen. de %weep of den vlegel, den gebiedersshrf, dcii schepler der goden en het allaar taci
vier lijslen (den zoogenaamdon J\'ijlmcler). Op den rng is een rersiersel aaugcbragt, dat ais
tegeinvigt van den Lalskrang scLijnt godiend te hcbben. Het Toelsluk op zijdc gezieil, heeft den
vorm van eenen liieroglyph die hel denkbceld reglvuardigheid uildrukf. — Uooij 3.95 P. (is.)
251. Geéma'Meerde aarde. Dezelfde god, maar in zijne handen alleen den schep/er der goden
liondcnde.
257. Zilvcr. Dezelfde god ais kind. ncderlinrkende, raii zcer íijne bewerking.
258. Geemailleerde aarde. Dezelfde god. ais kind. ncderhiirkende op eenen hiuskelk, en de
linkerliand naar den mond brengende.
IHaat V.
259. Bi-ons. Dezelfde god Cuoxs, met speru-ershoofd. — Jfoog 1-2 P.
2C0. Geemailleerde nardo De god Hors mei leeutcenhoofd, voedslcrling van de godin Pacht,
met het bovengedeelte van don Pssjcnt gckapt, vvclke tusschen Iwce struisvederen gcjJaalil is.
265. Brons. Dczclfdc god. — Jloog C Dm.
2 6 8 . B>-ons. D E god Imootp, zoon van Phtah en Pacht , zittende, in con zeer naauw gewaad
gekleed, dat lict ligchaam Tan liet iiiidden lot aan de Toeten bedekt; op hot Loofd een kapsel oven
ais dat van PlilaL, zie 1 0 2 . Op de knieon houd! Lij cenen opcngeroldcn papynis, waarop mcn de
OTerblijf»els van een hiöroglypliisolt opsclirifl Icest: {Im]ootp {de sook van] Phtah. Op do
T o o r z i j d e van Let Toetstnk leesl men nog den zin: Imoolp, de leven gcvende. — Hoog 1.4 P.
272. Geemailleerde aarde.. God mot slangenhoo/d, cen dcr kinderen of gezellcu vau Pacht -
Mercplilah, inet het Loofd op de Landen rüstende.
273. Brons. Dezelfde god, met de armen längs Lei ligcliaain uitgestrekt. — Hoog 3.S l)m.
274. Gotid. Plaaljc niel het bceld in verhevcn werk, van de godin IIaiiior of Atiior , hij de
Grieksclio schr'ÙTers Alhyr geuocmd, de Acgypli.scLe Venus: op hel hoofd de sofíHCsc/íy/'tusschen
twoo koehorcns geplaatsl. In de rcgterhaiid houdt zij den schepter der goden. De Jiierogly|)hen
aan den bovciihoek van bel plaaije bcteekcncDi Hathor de hcheerscheres der beide vereiden.
275. B>-ons. Hoofd van dczcifde godin, niel dubbel aangezigl en de oorcn eener koe, Lot aan
Halhor gelieiligde dicr. De lijsl op het kapsel is met een tcmpdtje voorzicii gcwcest; ter wederzijde
van hol hoofd, op clkcn scliouder oen nracus, de een met hol bcDodcnslc, de andero met Let
bovpnslc gedeclle van den Pssjent gckapt. — Hoog 8 Dm. (as.)
27C. Gecmailleerde aarde. Hoofd van dezelfde godin, met dubbel aangezigt, de lysl op Let
kapsel versierd niel uraeussen die de ionncschij/ op het hoofd hcbbcn.
i :
0