I .
^83. Brons. IIoBirs, de ;
1 kapje bwlekt, en mot e<
De houdins van dil beíld.
ion van Osiris en Isis, ab kind, ^hccl en al naiikt, hcl Iiootd inet
e liaarTlecLt versierd ais n 672. — I/oog 1.35 P. (L'ÍSCL. of ci.)
U, ma alj na eenig« ändere van doDMifdcn god, dis rao doD op dan scbool zuner moedia-
887- Goiid. Dezelfde grod, nederliurkende, met den wljsTÍn¡jer der reg:terliand aan den mond,
888. -Croní. UORÍMOS of HOFIS, de zoon van Umon, liet hoofd mct het benedenffedeelte van
den Pssje^U bedckt, sie Auion Pl. I. n. 3: de ionneschijf mel de Iwee palmm o/vederen, die op
het kapscl geslaan hebben, en beide beuedcnarmen onlbrekcn. — ^oog 4.3 P. (iw.)
880. Brons. Dezelfde god, mel den wijsTingier Tan de rejierhand aan den mond. — fíoog 9 Dm.
890. Brons. HIROÜRI (HÍR-OCK) de midere Honrs; Let lioofdkopsel voomcn met de rainsliorcns
en drie utrncngebonden bundeh van bloemslengeh, op elken Tan welke cene sonneío/iii/'f^plaalsl
is; rcffts en links op de horens, cene síruUveder en oeii ui-aeus. — Ifoog 1.4 P. (L'ESCI.)
891. Bi-ons. Dezelfde god, met den wijsTinger van de rcg-lerhand aan den mond; het hoofd met
Leí koningskapsel bedekt, waarop bct zinnebeeldije kapsel van het Torige nommer geplaatst ¡s. —
Hoog 1.4 P. (OI.)
n. SOI b. sloll hotzeirde bcsldj« vas ter zijde voor.
894. Geemmllecrde aarde. Dezelfde god, met kapscl ais n. 890, op cenen Iroon gcaelcn, en mel
den wnsvin;^ der regterband aan den mond. (ci.)
895. BI-OHS. HORUS, den beheersclier der boven- en benedengedcelten des líemela en der aardc,
slaande, met den Psyent op het iioofd; de wjjsTingcr der regterhand aan den mond. — Ifoog l P.
fl. 8S» i. is bel boofd VID dcDZeirdsi god, vaQ 1er tijde guien.
898. Brons. Dezelfde god, in ccnc zitlcnde houding ais n. 883. — líoog 9.5 Dm.
Plaal XI.
hemcl en aarde, 1
902. Brons. HoRts, ais bchecrscher der bent
bel onderste gedeelte Tan den Ps^enl bedekt. — Jfoo<; 8 Bni.
903. Brons. HORCS , ais kind, staande, bel hoofd mel cene soort
kapofhcltn bedekt, wclke
rondom sluit; met den wijsringer Tan de regterhand
den mond gebragt. — Hoog 2.7 P. (ak.)
910. Geemailleerde aarde. Dezelfde god zittcnde.
911. Brons. Dezelfde god zjttende eTen ais n. 898. — Hoog 1.98 P.
925. Comalijn. Dezelfde god op de harken zittende.
928. Geemailleerd« aarde. Dezelfde god op eeneu Iroon gczeten.
929. Brons. Dcrclfde god, beheersclier der boTen- en beneden-gewcsten; het hoofd met den
Pssjent bedekt, zittcnde naar hol schont op cenen fo/?<í-kelk. — //ooj/ 5 Hm. (L'BSOI.)
955- Geemailleerde aarde. iloxcs met den kop van cenen sperwer, in een gcwaad gckleed dat
het gebeele ligchaam tot onder de Toeten bedekt.
Dil beeidje ¡tan ooí eeuea VJD de vier geuiín vao híl doodearijk voorslelleü} üie beneden PI. XVI, im. 1398 en 1410.
971. Brons. UORVS of HIROCRIS mct den kop Tan cenen sperwer, staande, het hoofd met den
Pssjent bedekt, gekleed in cenen korten rok {5jen<í). De god vertrapt onder zijne voeten den aan
Typhon geheiligden vryx, TTCUÍS pooten te zamen «rebonden zyn, zie n. 791. /. De omtrckkcn der
oogcn, de uraeus tegen het kapsel en het halssieraad ran dit fraai bewerkte beeidje zijn Tan ingelegd
zilTcr en TCrguld. Üe Toorzijdc Tan het Toetstuk is Torslord mel twce ñnnebeeldige oogen
tusschen welke het hieroglypiiisch leeken goedhcid, weldadigkeid, boTcn dat Tan den heniel
geplaalst is; onder elk oog het teeken Tan heerschappij, zic 971 e. — De drie andere íijden Tan
het ToeUtuk zijn Toorzien Tan een hieroglyphisch opsclirift, « , 6, c, d, diej) uilgewerkt, mct
uitzondering Tan den 2» regcl d, op de regtcrzijilc, wolks techcns slechts in omlrck ingcgroofd en
met Tcel minder zorg bewerkt zijn. Het opschrift boiidt in (rcgel a) dat: Haroeris een gertMl,
krachíig, duurvtam en gezond leven verleenl iian den groolen wcUloenden ') bcvclhebber.
•) Het 6* teckei vóúr het elude iia deses ngd it de KktfUr, vokoniDg vi
yeí-(regel b)-isis, den zoon van Riro (en van) zijne moeder Zi-íregel c)-hormen¡ (op denzelfden
regcl c, nan do Unkcrzijde beginnende) Haro'éris geefl het leven aan Miro, den soo»
van Oonhor en het kind s t jW moeder Sahor. — De 2° regcl d van do rcgterzijde Inidt: dat
hij (d. i. do GoA) geschenken geeft aan d»n van den tempel van Haro'éris, Hos-haroeris,
den S00« van Pihornilo, en van zijne moeder Aohahoepi. — Hoog 2.9 P.
A. 984. Geémaiüeerde aarde. Dezelfde god.
1004. Geemailleerde aarde. Plaaije mct ccn iiigegroefd becld Tan dezelfde godlieid, mct hol
ziniicbceld van het leven en den schepter der goden in de handen.
1025. Geemailleerde aarde. De aardsclie Isis (zie n. 785) en haré zuster NEPUTTS (zic n. 832) de»
Jongen liosos bij de handen houdende.
1039. Geemailleerde aarde. Plaatje met de beeiden tan dezelfde godhcdcn.
Plaat XIM.
J0S5. Serpentijn. Cippus met bel bceld van HORDS ais overwinnaar van Typ hon. De joDge
IIoRi s Staat, gelieel en al naakt, op twee krokodiUen, de zinnebeelden Tan de rf«is<«-níí. Hot
Iioofd is aan do rcgterzijde mct eene omkruUende LaarTleclit Tcrsicrd. BoTcn hcm ziel mcn iict
l-oofd Tan TinioK (zie beiiclen l'l. XIV en PI, XV, nn. 1112-1203); in zijne rcgtcrhand houdt l.g
eenen schepter mct ecncn ¿oíuí-kelk versierd, op welken eeti mct den Pssjenl gekapto speru.-er slaal
(iict zinnebceld Tan Harsiesi of Haroeris) , eeiicn oryx met de pooten zamen gebenden en ecncn
ieeuw; in de rcgterliand eenen anderen schepter mel teÍMS-kelk, waarop de zinncbceidige vcrsiersels
van Jlofre-Atmoe (zie 319—Sé.")) geplaatst zijn, twee slangen en cenen schorpiomi. De opperrlakte
van den cippus is mel rerschlUende ingesneden figiircn Tcrsicrd. Ter regterzijde Tan Uorus Tai»
boTeu begiBiiende, ecn slaande cynoccphalus in annbiddende honding, 2 godheden mel slangen in
de handen, ecnc derde godheid pijlen afschietcnde; neTens liet hoofd, de hiöroglyph van den
zonneberg. Ter linkerzijde Isis, midden tusschcn lotusbloemcii ncdergcliurkt, eene gorfAe/d incl
den schepter der goden, 4 andere met slangen in de handen, en ecn krokodil welks kop met cen
kapsel van Sokar i -Osl r is bedekt is. BoTen op de» cippus, 104.5. 6, de kever met uiigcsprcidc
Tlewgels. De zijden en het achterste gedccite Tan den cippus, de Toorzijde en het cndcrste gedeello
Tan het Toetstuk ziji voorzien Tan hiöroglypiiisclie opscliriften, die te Tcel gcleden hadden om
afgeteekend te kunnen worden. — Hoog 1.9 P.
1040. Serpentijn. Cippus als de Torigc. Het hoofd Tan TJPHO.I draagt een kapsel vaii palmbladen
of vederen. HORITS houdt in de regterhand alleen de twee slangen, den leeuw en den
schorpioe7i; in de Unkerliand dezelfde dieren, doch eenen ortjx in plaats Tan den leeim. De twee
krokodiUen waarop hij staat, hebben de koppen naar achteren gewend. Op de opperrlakte Tan
den cippus bOTinden zicb geene godenbeelden, maar zij is, even als de Toor- en onderkanl Tan het
Toelsluk, do zijden en de aciiterkant, inet hiöroglyphisclio opscliriften Toorzien. Dal Tan den
achlcrkant, zio n. 1046, berat aaubiddingcn Tan Horus. — Hoog 2-2 P.
!017. Sei-penlijn. Achlerkant ran ecncn cippus als de voorgaandc, met eene aanbidding Tan
den god Haroeris, Tcrsoiiillcndo ran die welke gewoonlgk Toorkomt. Op den Toorkant Tan den
cippus is KORDS uitgeiiouwen, met 2 ¡langen eil den oryx in de regier-, den schofpioe7i cn lecuiv
in de linkerhand. Het hoofd Tau Typhon is niet op dat Tan Horus geplaatst, maar bovcn op
den cippus, waarmcdc Lot cen geheel Torml. — Hoog 1.35 P.
1053. Serpentijn. Zccr fijn en uitToerlg bewerkte cippus met denzclfden god op twee k>-okodillen
staande, die mct de koppen acliterwaarts gewend zyn, 1053. a. Het hoofd ran Typhon staat
boven op dat ran Horus , die iu zijuo regterhand de 2 slangen, den schorpioen en den oryx
lioitdl, in de linker 2 slangen, den scbm'pioen cn den leeuw. Op dft beide schepters ter woderzijde
van den god zijn, links de ziunebceldige teekens Tun ^o^r e •AUno e , zie 1045, regls de
sperwei- met het kapsel van Amon-Ua geplaatst. Ecnn groote slang, Apopliis, de ^jand der
goden, vormt met zjinen slaart in den bek eene ovale lijst rondom bei gchecl. Op de oppervlakte
Tan den cippus, regU Tau Uo r u s ziel mcn: r^el 1, Har-saf of Har-min (lie PI.V. no. 15,17),
I : m
' i
1 m
Ú
-M
Ä S I L i