• f , • :
T
, I
¡i l¡ [
•f;
I s i s eu ccnogodi ,^?)mcl2s !a«gen;TCgel Í , do {rodin Selk (P!. TI. nn. 407, 412); rogéis, eene
ncAcrí,urkendc god/ie¡ri inel liet hoofd yíui ecnen sperwe^ - , waarop cene siruUi - eder, Moc i (ri-A I.
n. 384); r c^l Taf i ie iicderliurkcnde; regxil 5, ecnoii zillciidcn leeuw, mol 2 siruUve^ercn iii
plaats van Let hoofd, en eenen h - okod!l mct de - .OHuescliiJ/op bel Iiootd. Links: refi;el 1, l ' J i ré,
Kophtys met eenu sla«g ¡n de rcsterl.and, en eenen god met het kapsel Tan Amoa-Ra-Knocphi s ;
«5612, Sebek ucderhurkei.de, cu eeue godiu ii.el eeue sl»ng U, de rejjlerl.and; r c s e l3, den
Buam van ^o r r c -A Imoe, den beheerscher dcr beide w^relden, cii, regel 4, den zillendcii heme
met het tapsel Tan ¡Nofró-Atnioe; resol 5, den gio - op eonon foí«s-kelk en liet zinncbeeldige
« « í e r ooff. — Op den Toorkanl Tan het Toetstuk, 1053. c, de hemeUche I s ! s , mol liaren zoon
l l o r a s aan de borsl (z. Pl. IX. n. 672), en uedergehiirkl niidden in eeti bosehje Tan ¿o^Hiblocmen;
(le ifodiunen .>"ellh, ^ephtTs , S e l k , en eeue Tierde, uiel eeue pajByíwplant op hel licofd, de
beheersclieres ran de benedensU-ekcn (Neder-Aeorplc); resls Tóór I s i s , Tho th, de heer der
achí gewesten (Sjmopn, IlermopoUs magna), in aanblddende lioudingr.
Op deu achterk-ftnl: l' Amon-Kuoephis met 4 raJBí-lioorden, op do Liirkeu in do ¡omieschijí
Sezolen (de zon in het 6' lair), de scliijf wordt door 2 armen in de lioosto gelieTen, cu door 2
mese?,en en 8 - ojnocr - phalen, dio ter wederaijde geplaalst ziju, aangebeden; 2- de sperivei - mot
TOeJiscAcHarnien, inel den Pssjent gekapl (het zinnebeeld Tan Horus ) , op eonon onjx (liet n.-»n
Tvphon jjebeílisde dier): Tho th met tWíkop, l l a r s n f of Ha r -min mct s;>enferíkop, de spe^ - -
«•¡TTan l l o rusme l het kapsel Tan Amon-Ra , en de godin Tme (úe Pl. >1. «. 402) n>cl 2 í&th-
J7<MÍ lu de linkerhand; 3° de godm :Keith met cenen hrokodil in elken arm, l l o r n s do Icler
( U a r - s a f of í l a r -mi n ) , met het iüinebeeldigc oog in de línkerhand en do su'cep in de reslerband.
en de koe, de moeder van de lo», een krokodil, mcl bct ihmcbeeldUje ooy en de tweo
vlmtgcls Tan I l a r h a t daarboTon zweTendo.
UoTcn op deucippus, u. 1053. d, op de zijden, 1053. e, /". en den onderkant van bct voetstuk,
1053, g, beviudeu zich hieroglTphische opscbriften, niel TcrscbilJcnde aaiibiddiiigcn Tan II o rus. —
Hwg 1,65 P.
PJaat XMir.
A. 1048. Grijsaohlige ialk. Zeer slecbt bcTrerkte cippus, met denzelfden god, 1048. a, in de rej;-
lerhand den oryx en den sc/ioi - pioen, in de linkcr tvree slangen en den lecuw lioudende. Op den
achlerkant van den cipplis, 1048. 6, eene aanrooping van Uorus . — líoog 8 l)m.. (l - éscl.)
1049. Grijsaohlige lalk. Cippus ais de Toorgnandc, docb con we!u¡¡j beler beworkt. — Iloog
1.15 P. (cl.)
1054. Hout. Cippus .-ds do Toorgaando, doch zonder opschrifu — Hoog 2.6 P.
10.-)6. Gyps. Afíjietscl Tan eenen cippus ais de -voorgaando. — I/oog 1.95 P.
nel oorsproDkelijke betindt 2kh íd eeoe bijioudíre Tcnameliüg le Londeu. Wij licl)b«ii de figurón m opschritlen van
atIMkeDen, denijl ig lot nillegEUig «p aantulUag van dio wolko op de vonge
Plaat Xlf.
1057. Brons. De god Asep, Asbpo, Abobis, zoon Tan Os i r i s en I s i s , gekenmerkl door e.
ijni^aiiboofdi de He rme s psychopompos {iiclcnleider) der Griekcn, de god die bet opzigl voe
over de graTen en het baUemen, en die, gezamelijk met zijncn liroedor l i o r n s , hcl liarl Tan <
OTCricdenen in de weegscbaal Tan den ^meriH (het doodenrijk) wccgt. — I/oog 1.5 P - (in.)
1058. Jirons. Dezelfdo god mei don heersckcrssi;ii in de linkerhand. — //ow/ 1.24 /'. {«K.)
1001. Geémailleerde aarde. Dczelfde god tussclien twee nederhtirkondo cijnticrpha/eu.
1067. GcemaiUeerdii aarde. Dezelfdc god.
1110. Brons. Dezelfde god zillende. — //ow/ 1 /'. (ìn )
1111. Jgaal. Dozcirde god nederhurkonde,
Dil bceldjc slell misKiiicn d«i Uerden dcr »ler gomaa »an bel doodenrijk ivst, zie Pl. XVI, n, IJtWA.
1112. IToui. TïPiiox. do zoon Tan Seb m Nelpé of Noël, de oorsprong T.m liel kwadc, en de
doodsvijnnd Tan zijncn broeder Os i r i s ; in een opschrift te Dendorali heet hij hel beesl Ilel en
Bes of Bas. De wnnslalligheid ran zijne ledemalcn en zijne krommc bcenen lirengcn hem !ii
verband met Phlah Pataeeus, zic Pl, III. nn. 112—li>0; door de ?eei«mihnid, die het aohtcrsle
gcdcetle Tan zijn ligcbnam bcdekl, gclijkt hij op den Grickschen Ilerculos; liij hecl alMian in het
liiëroylypheiischrift Djem of Gom Uet hier besclirCTcn becld is besoliilderd geweesl, en heefl op
het lioofd palnMaderen of vederen gedragen; het voetstiik is een kapituel eener kolotn, wa.iraan
tbans de sch.icht ontbreekt; ook de regterarni is verloren gegaan, de linker is bowecgbaar aan den
scliouder, eu schijnl eeue lans of eeneii schcpier [¡lîbouden te h ebben. In het Rritscbo Museum te
London en het Mnscnm Tan den Louvre le Parijs bCTinden zieh bceldjes Tan dcnzelfden god, die
een rond schild rôor Juin ligchaam liouden en cen zwaard boTen hnn hoofd zwaaijen. Met dezo
tocToegselen Tooi-zien, wordl hij gehouden Toor deu god van den oorlog on don strijd, in hel
Aegyptisch Oaoekis geliectcn, volgens cenen Griekschen Papyrus Tan Iiet Leydsche Museum
(Désaipi liais. I, 390. p, 123), Uil helzelfde IIS. leeren wij dat Onoeris ecnen lempel in de sUul
Sebennylns, do hoofdstad Tan don Sebemivtischen Koinus had, welks Aogyplische nuaui Djem- of
Ccin-noeti, dal is de god Dj em, Djoni of Com. is. — Hoog 2.75 P.
1113. Gebakken aard<^. Dezelfde god, (is.)
1114. Geëmailleerde aarde. Dezelfde çod nedcrliurkende,
1116. Brous, Dezelfde god staande, — Hoog !).5 Dm. (as,)
I l US. Geëmailleerde aarde. Dezelfde god met twee aangezigten. (Zie Phlah-Sobar i Pataeaus,
PL III. 180.)
IKH). Geëmaillee>- de aarde. Dezelfde god mot één anngczigt.
1188. Iloiil. Dezelfde god, maar zonder de palmbladen of vederen — Ueog ö Dm. ( l ' i s c l . )
1189. GeëmaiUeerde aarde. Dezelfde gud met eene lamboerijn in do banden.
Pliât Xr.
llilO. T t f h o x staande op ecno kolom, welko met een kapitecl in den Torm Tan eene
fciiiibloein Tersicrd is; hij Ter! rapt on der zijne Toelcn eene ga%slle, welker horens hij in r.yiie
linkerhand houdt; in zijne rcglcrliand schijnl liij eenen sch(ple>- o^ ccac lans gehouden le hebben
N. 1190. b. slelt helzelfde bceidjc Tan 1er zijde gczicti, TOor. — Hoog 1.75 P. (a.t.)
1191. Brons. Dezelfde god slaande op eene kolom,
gazelle. — fíoog 1,8 P. (is.)
1192. Bi - ons. Dczelfde god, hel hoofd in eene puni <
1193. Bi - ons. Dezelfde god. gCTleugcld, lict bcnedcngcdec
poot uilloopciide. — Hoog 7-6 Dm. (l'escl .)
Dcio IWM laalsle \-oorivcrpin schijnin aU haruicaUn vsn spieguls or
als do Toorgaande, doch zonder de
indigendc. — Ilnag 8 Dm.
ideelle Tan hel ligchaani in eenen leeuwenig
and«r liuisnad gedieiid lo bebben; a. 1183
I198.Ì
1201.> Geemailleerde aarde. Anmictten met hel hoofd Tan denzelfden god.
1203,1
1208, Geemailleerde aarde. De godin Ta ocr of Th . í o e r i , Tilbochis, de gczclltn van Typhon;
Toorge^leld oiider de gednante Tan ecn op de achlersie poolen slaand rÍT¡crpaar<l, mct con kapsel
iiit koehorens mei de zoniiesr/iijf en twec ve<ie>vii of palmbladeren zamongeslcld; hcl acblorsle
gcdeelte van het ligchaani met cenen /.•>'oAorfi7?eH-staai-l beilokt. Zij houdt in haré handcu TÓór
haar ligchaain ecn onbekcnd Toorwerp.
1210. GevinaillFCi - df aarde. Dezelfde godlicid.
1211. Gcemailleerdc aarde. Dezelfde godiu, maar mct
«n /ee!«i'íi»ie»hoofd.
1212. Geeiiiailleei - de aarde. Ecne soortgelüke godin,i de i
gedaaute van eene op de achteriA
poolen slnande leeiiuñn.
i
ÌÌ J