KEIZERLIJK
BEZOEK
Marjan Scharloo, directeur
Veel belangrijke vorsten, geleerden, kunstenaars, wetenschap-
pers en politici hebben Teylers Museum in de loop van meer
dan 225 jaar bezocht. Zo was vorig jaar februari prinses Margriet
te gast en bracht Al Gore, voormalig vicepresident van de
Verenigde Staten, afgelopen december een privebezoek aan
het museum.
Zo’n bijzonder bezoek vereist altijd de nodige voorbereiding.
Dat is nu zo en dat zal in het verleden niet anders zijn geweest.
Het precieze programma is een puzzel, waarvan de verschillende
stukken soepel in elkaar moeten passen. Wie is aanwezig en
waar? Wie voert het woord? Wat wordt getoond? Dit alles dient
plaats te vinden binnen een beperkt tijdsbestek.
Precies tweehonderd jaar geleden ontving het museum wel
zeer hoog bezoek: tsaar Alexander van Rusland, vergezeld
door (de toen nog ‘Soeverein Vorst’ geheten) Willem I en zijn
beide zonen. Over de reis van de tsaar door Nederland schreef
Jacobus Scheltema in 1814 een lijvig boek, waarin Teylers
Museum niet ontbreekt*
Alexander maakte een ware triomftocht door Nederland nadat
Napoleon verslagen was. Op 27 juni 1814 vertrok de tsaar per
rijtuig uit Den Haag en reisde hij via de nieuwe sluizen bij
Katwijk naar Haarlem. Daar werd eerst uitvoerig geluncht in
Paviljoen Welgelegen en de Bavo bezocht. Vervolgens ging men
te voet naar de Damstraat, waar toen nog de ingang van Teylers
Museum was. In het archief van het Museum zijn de rekeningen
van vlaggen te vinden, die speciaal voor de gelegenheid waren
gemaakt: een ‘Hollans, Pruysen en Russisen’ vlag en twee vlaggen
‘met ’t Russische en Pruyser wapens’. Bij de zo met vlaggen
versierde ingang van het huis van Pieter Teyler werd de tsaar
opgewacht door ‘hetbestuur en vele geleerden’. De voertaal
moet wel Frans geweest zijn, alhoewel de schrijver hier verder
niets over opmerkt.
Martinus van Marum, de eerste directeur van Teylers Museum,
gaf in de Ovale Zaal een demonstratie van de enorme kracht van
de ‘electrificeermachine’, die dankzij het droge weer fraai kon
vonken en knallen. Speciale aandacht was er voor een model van
een bijzonder Russisch transportsysteem dat in 1768 gebruikt
was om een rotsblok van 1500 ton, door mensenhand getrok-
ken, over zes kilometer te verplaatsen van een moeras naar de
Finse Golf. De rots ging daarna per schip naar Sint-Petersburg,
Jan Kamphuljsen, Het bezoek van tsaar Alexander I aan de collectie
Brentano, 1814 o f later, olieverf op panel, particulière collectie,
afbeelding RKD Den Haag
Van het bezoek van de tsaar aan Haarlem zijn geen afbeeldingen
bekend, wel van zijn bezoek aan de Amsterdamse kunstcollectie
Brentano. De tsaar is de man rechts op het bordes.
om als sokkel te dienen voor een ruiterstandbeeld van Peter
de Grote. Verder werden er maar liefst vier toespraken gehouden
en lieten de ‘zanggodinnen’ zieh 00k niet onbetuigd volgens
de schrijver van het reisverslag. Predikant en schrijver Jossue
Teyssedre l’Ange van Teylers Tweede Genootschap vergeleek
Tsaar Alexander met de Romeinse keizer Marcus Aurelius.
Robbert Hendrik Arntzenius, jurist en door Willem I net
benoemd tot Advocaat Fiscaal van Noord-Holland, declameerde
een lang en wijdlopig gedieht, getiteld Alexander, keizer aller
Russen. Hij gaf de tsaar een Franse vertaling mee. Taalkundige
Albert Ten Broeke Hoekstra sprak een ode in het Latijn uit.
Ook van dit dichtwerk ontving de tsaar een gedrukt exemplaar.
Tenslotte was het de beurt aan de uitgever en schrijver Adriaan
Loosjes Pzn, lid van Teylers Godgeleerd Genootschap. Hij declameerde
het gedieht De schim van Czaar Peter den Grooten aan
Alexander, keizer aller Russen. Dit gedieht was kennelijk zo vers
dat het de tsaar later in Zaandam alsnog in druk werd aangeboden.
Na al deze poetische huldeblijken was het tijd voor het vertrek.
De tsaar en zijn gevolg stapten in hun rijtuigen en gingen naar
Amsterdam waar het volgende welkomstprogramma wachtte.
Met een zucht van verlichting zullen ‘hetbestuur en de geleerden’
de hoge gasten na dit intensieve uurtje weer hebben uitgezwaaid.
* Jacobus Scheltema, Alexander, Keizer van Rusland, in Holland
en te Zaandam in 1814, Amsterdam, 1814.