
Een paarYoruba-beeldjes
van een tweeling met
vesten van kralenwerk,
Nigeria, hoogte 24 cm.
colL dr. U . Vogelzang.
Hilversum
Opvallend genoeg is het percentage eeneiige tweelingen overal
ter wereld ongeveer even groot: circa 3.5 van de 1000 zwanger-
schappen is een tweelingzwangerschap. Overigens is er in de af-
gelopen tien jaar sprake van een lichte toename. die mogelijk
veroorzaakt wordt door de effecten van medische middelen die
de eisprong stimuleren. Door deze middelen komt splitsing van
de bevruchte eicel vaker voor, waardoor eeneiige tweelingen ont-
staan. De invloed van deze middelen is echter vele malen groter
geweest op de toename van het aantal twee-eiige tweelingen.
In Europa zijn momenteel ongeveer 14 op de 1000 bevallingen
tweelingbevallingen (tegenover 45 van de 1000 in sommige delen
van Nigeria). In Groot-Brittannie is het aantal tweelingbevallingen
gedaald van ongeveer 1 per 80 bevallingen aan het begin van de ja-
ren vijftig naar 1 per 100 in 1980. Het aantal tweelingen neemt nu
weer toe en van elke 36 kinderen die in Groot-Brittannie worden geboren.
is er een de helft van een tweelingpaar. Een nog veel grotere
toename heeft zieh voorgedaan bij meerlingen. Het aantal drielin-
gen is in de afgelopen tien jaar verdrievoudigd. wat voomamelijk
kan worden toegeschreven aan geassisteerde voortplanting (ART).
MEERLINGEN Een derde van de tweelingen wordt te vroeg geboren
en de helft is te licht bij de geboorte (minder dan 2500 g).
Siechte groei in de baarmoeder komt veel voor - het gemiddelde
geboortegewicht van een tweelingkind is bijna 1000g minder dan
dat van de gemiddelde eenling. Het gewicht van beide tweeling-
helften loopt vaak sterk uiteen. vooral bij eeneiige paren. Deze
delen de placenta en de bloedcirculatie. die soms ongelijk kan
zijn. wat tot het zogenaamde tweeling transfusiesyndroom leidt.
Er wordt wel beweerd dat Jakob en Esau hieraan leden. omdat
over Esau is geschreven dat hij 'rood ter wereld kwam'. wat erop
zou kunnen duiden dat hij een onevenredig deel van het beschik-
bare bloed had gekregen.
Hieronder volgen een aantal karakteristieke verschillen tussen
gewone kinderen en tweelingen. Tweelingen hebben altijd een
kameraadje om mee te speien of gewoon jemand om mee samen
te zijn. Een tweelinghelft is een partner die steun kan bieden als
de ander bang is en kan troosten in tijden van tegenslag of ver-
driet. Voor velen is en blijft de tweelinghelft de beste vriend.
Er is ook een intrinsiek psychosociaal nadeel aan het tweeling-
schap. Een nauwe band tussen broers en zussen heeft een nega-
tief effect op de ontwikkeling van het kind en er is geen nauwere
band dan die van tweelingen. Veel moeders vinden het moeilijk
om hun liefde tegelijkertijd aan twee baby's te geven. Sommigen
zijn niet in Staat zieh aan hen te binden, met name als het er drie
of meer zijn. Andere voelen zieh nauwer Verbünden met het ene
kind dan met het andere, vooral met de tweelinghelft die levendi-
ger en responsiever is.
Als de achterstand die door de vroegtijdige geboorte ontstond
eenmaal is weggewerkt, ontwikkelen tweelingen zieh over het al-
gemeen even goed als andere kinderen. Wel is het risico van een
ontwikkelingsachterstand bijzonder groot op het gebied van de
taal, en dan met name bij jongens. Dit heeft waarschijnlijk veel
verschillende oorzaken. zowel biologische (die verband houden
met de vroegtijdige geboorte en het läge geboortegewicht of met
specifieke Problemen die te wijten zijn aan een gedeelde placen-
ta bij eeneiige tweelingen) als omgevingsoorzaken.
De omgeving van een tweeling is onvermijdelijk anders dan die
van een eefiling. Ten eerste moeten tweelingen gewoonlijk com-
municeren binnen een kader van drie mensem de moeder en
twee kinderen waarbij vaak sprake is van onderlinge rivaliteit.
Vaak is het moeilijker om aandacht te krijgen en vast te houden.
De tweelingen krijgen ook minder gepraat te hören omdat hun
moeder het drukker heeft. Onderzoek heeft uitgewezen dat ze
niet alleen minder praat. maar ook kortere zinnen gebruikt en
minder redenering en geruststelling in haar conversatie ver-
werkt. Ten slotte hebben tweelingen een heel ander voorbeeld
voor spraak. Het voorbeeld van een eenling is gewoonlijk zijn
moeder of in ieder geval iemand die veel beter praat dan hijzelf.
Het belangrijkste voorbeeld van een tweelinghelft is iemand die
even siecht spreekt als hijzelf: de tweelinghelft. Als gevolg hier-
van worden elkaars fouten versterkt en worden er voortdurend
nieuwe gemaakt. Woorden kunnen volstrekt onherkenbaar worden.
Dit is hoe cryptofasie. de zogenaamde geheimtaal van tweelingen.
ontstaat. In extreme gevallen heeft een tweeling geen andere
taal tot het vijfde levensjaar.
De ontwikkeling van tweelingen wordt ook vaak belemmerd door
een gebrek aan prikkeling of gelegenheid. De moeder heeft het
niet alleen te druk maar is vaak ook bezorgd over de veiligheid
van haar tweeling. Het is veel moeilijker om op twee peuters
tegelijk te letten of samen met twee driejarigen koekjes te bak-
ken dan op een eenling te passen en deze te vermaken.
Ook is er vaak weinig gelegenheid voor de tweeling om tot rust te
komen en al helemaal niet om alleen te zijn. Een zekere mate van
eenzaamheid is van zeer groot belang voor de volledige ontwik-
keling van de persoonlijkheid en het zelfbewustzijn van een kind.
Dit is moeilijk te ontwikkelen als het kind voortdurend in beslag
wordt genomen door een verhouding met een ander en steeds
weer prikkelingen en sensaties ondergaat. Het is dan ook niet
vreemd dat tweelingen minder goed dan eenlingen in Staat zijn
zieh te concentreren en snel worden afgeleid.
DE VERHOUDING BINNEN HET TWEELINGPAAR De emotionele
omgeving van een tweelingkind is vanaf het begin anders dan die
van een eenling. omdat het tegelijkertijd twee sterke emotionele
Anoniem. Portret van een
drieüng. 1660. otieverf op
doek. 90x125 cm. colL
Centraal Museum. Utrecht