
5 Pieter Adrianus
Scbipperus, Landschap
met boerderij en
vrouwen met wasgoed,
penseel in water- en
dekverf, witgehoogd,
358 X524 mm
(Inv.nr.¡¡¡¡¡¡¡¡J
werken van andere kunstenaars werden ‘witjes’
genoemd. De Wits Christus aan hetkruis uit 1725
tenslotte is een van de weinige religieuze
voorstellingen in de collectie.
De negendende eeuw
De 19 de eeuw had duidelijk de voorkeur van de
verzamelaars. Dit komt onder andere tot uitdrukking
in de relatief hoge prijzen die Hendrik Teding van
Berkhout sr. voor sommige werken neertelde. Op de
tentoonstelling zijn de drie duurste bladen te zien.
Het zijn alle forse, volledig uitgewerkte en fraai
gekleurde bladen: Comelis Springers Achter de Grote
Kerk in Naarden, Willem Roelofs’ aquarel De vijver en
J.A. Neuhuys’ Moederlijke zorg (afb. 4). De prijzen
hiervan liepen uiteen van/330,- tot/233,-, dergelijke
bedragen waren echter bepaald uitzonderingen.
Landschappen vormen de hoofdmoot van de
1 9de-eeuwse tekeningen: P.A. Dijxhoorn en Andreas
Schelfhout tonen ieder op hun eigen wijze hun visie
op de elementen in respectievelijk het Strandgezicht
met vuurtoren b ij stormachtig weer en Wintergezicht met
ijsschuitje. In een landschap van P.A. Schipperus ligt
wasgoed op een veld te bleken. Het is zo helder dat
het in de voorstelling lijkt op te lichten (afb. 3).
Gezien de grote populariteit van de Haagse School is
het opmerkelijk dat de verzamelaars slechts enkele
bladen uit deze stroming hebben aangekocht,
bijvoorbeeld twee zeer fraaie landschapstekeningen,
een vroeg en een laat werk, van J.H. Weissenbruch,
waarin duidelijk diens ontwikkeling van het
realistisch-romantische naar de meer
impressionistische Haagse School-stijl blijkt.
Ook het genrestuk is niet overvloedig
vertegenwoordigd; toch zijn er enkele aantrekkelijke
bladen te zien, zoals een Dame achter de piano door
A.H. Bakker Korff. Deze kunstenaar vond zijn
inspiratie voor de zelfgenoegzame oude theetantes in
zijn eigen ongetrouwde zusters met wie hij samen
woonde. J.A. Neuhuys tekende zijn Moederlijke zorgen
op een wijze alsof het een schilderij betrof (afb .4).
Er zijn, zoals gezegd, weinig portretten en
naaktstudies in de collectie. Een fors Portret van een
jonge vrouw door Thérèse van Duyl-Schwartze
(1831-1918), uitgevoerd in houtskool, vormt hierop
een bijzonder aangename uitzondering, evenals de
rake schets van een Zittende naakte jonge vrouw, de rüg
naar een Spiegel door Breitner.
Ontdekkingen
Wanneer een dergelijke verzameling voor het eerst
wetenschappelijk wordt bewerkt kunnen er allerlei
‘ontdekkingen’ gedaan worden. Vervalsingen worden
onderkend en tekeningen die als anoniem door het
leven gingen, kunnen thans worden toegeschreven
6 Hendrik Johannes
Haverman
(1857-1928), Een
devoot lied, zwart krijt,
penseel in kleur,
396 x 292 mm
(Inv.nr. TVB.T.746)
aan een bepaalde kunstenaar. In veel gevallen konden
ook afgebeelde personen en gebouwen worden
thuisgebracht.
Een vroeg 1 7de-eeuws Kustlandschap met ruine is links
onder op de voorzijde voorzien van het opschrift P
Perellespinxit. Na vergelijking met tekeningen en
grafiek door Comelis Claesz. van Wieringen echter,
blijkt het werk aan deze Haarlemmer te moeten
worden toegeschreven. Een anoniem blad in zwart
krijt en penseel in grijs met Twee rüstende mannen op
een zandweg bleek bij nadere bestudering een
enigszins verborgen signatuur van Pieter Molijn
(i393-i66i)te bevatten. Een ander voorbeeld is de
tekening van het Kartuizerklooster die elders in dit
Magazijn-nummer beschreven wordt. De man met het
smalle gezicht en de wijdopengesperde mond op het
Devoot lied van H.J. Haverman (1837-1928) (afb. 6)
blijkt een zelfportret van te zijn, overigens een mooi
voorbeeld van de verschillende humoristische
tekeningen die de belangstelling van de verzamelaars
trokken.
Dat het niet altijd puur wetenschappelijk graven in
archieven en bibliotheken hoeft te zijn om een
interessante ontdekking te doen, toont de identificatie
van een tot dusverre anoniem blad met een
voorstelling van Venus en Amor. Een diner ergens in
een restaurant in de Verenigde Staten bleek de
oplossing te bieden voor de vraag wie de tekenaar
kon zijn: de place-mat waarop de soep stond te
dampen was voorzien van een reproductie van een
wereldkaart die omstreeks 1668-1670 in Amsterdam
werd uitgegeven door Frederik de Wit Onze tekening
bleek een voorstudie te zijn door Adriaen van de
Velde (1636-1672) voor één van de vier seizoenen die
de hoeken van deze kaart sierden.
Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus, waarin
10 1 tekeningen zijn opgenomen: Een kunstkastgaat
open. Tekeningen uit de verzameling Teding van Berkhout
door Marjolein Menalda, Leslie Schwartz, Carel van
Tuyll van Serooskerken en Frank van der Velden,
Uitgeverij Waanders, 128 pp, circa/40,-.
Marjolein Menalda
Restauratie/conservering
Bij de conservering en restauratie van een dergelijke
diverse groep tekeningen kan men op allerlei
Problemen stuiten. Jacob de Wits ontwerp voor een
plafondstuk, De Muziek, bijvoorbeeld wordt ontsierd
door kleine groengrijze vlekjes (afb .3), veroorzaakt
door kleine metaaldeeltjes die het natuurlijke
oxidatie-proces van het papier versnellen. In de
tweede helft van de 1 7de eeuw werd bij de fabricage
van papier gebruik gemaakt van een nieuwe
maalmachine; ’De Hollander’ genaamd, die op een
meer efficiente wijze het ruwe vezelmateriaal fijn kon
maken. Omdat de machine uit metalen onderdelen
was opgebouwd konden er fijne deeltjes losraken die
men in het papier terugvindt. Behalve het creéren van
optimale bewaaromstandigheden is er weinig aan te
doen; in dit geval zijn de allergrootste brokjes
verwijderd en de hierdoor ontstane gaten
’aangevezeld’, dat wil zeggen opgevuld met
papiervezels. De ontsierende vlekken kunnen in
sommige gevallen worden gebleekt, maar met deze
methode moet men zeer terughoudend zijn, het
bleekproces tast namelijk eveneens het papier aan,
bovendien is het oude papier dikwijls enigszins
vergeeld, zodat een eventuele bleking als störende
witte piek zichtbaar zou worden.
Deze gegevens zijn verstrekt door Robien van Gulik,
hoofd van het papierrestauratie-atelier. De restauratie
aan dit blad is uitgevoerd door papierrestauratrice
Irina Tsjeroenova.
Noten
1. Zie over de familie Teding van Berkhout en de
verzameling: C. van Tuyll, De collectie Teding van
Berkhout in Teylers Museum, in: Teylers Museum
Magazijn 2 1,19 88 , p. 1 t/m 3.