
■< Inleiding
x Hermen Behalve bij een kleine kring van liefhebbers was deze
Henstenburgb groep tekeningen en grafiek tot voor kort nauwelijks
(1667-1726), bekend. Al zijn enkele werken op tentöonstellingen in
Rivierlandschap met Teylers Museum of als bruikleen in het binnen- en
vogels, penseel in buitenland te zien geweest, deze expositie en de
dekverf op bijbehorende catalogus vormen de allereerste aanzet
perkament, om het tekeningendeel van de collectie
408 x 305 mm wetenschappelijk te bewerken en openbaar te maken.
(Inv.nr. TVB.T:5Q) Teylers Museum is de erfgenamen, de dames S.F.
barones van Höevell-Teding van Berkhout en Jkvr.
A.C. Teding van Berkhout bijzonder dankbaar dat ze
na de dood van hun ouders de verzameling
grotendeels intact hebben gelaten en hebben
ondergebracht in de Stichting Jhr. H. Teding van
Berkhout sr. en jr., een stichting die onder beheer
komt te staan van Teylers Museum. Op deze wijze is
een unieke i9de-eeuwse particulière collectie
‘papierkonst’ voor de volgende generaties bewaard
gebleven. Een groot publiek kan thans genieten van
een selectie van de mooiste tekeningen uit de
verzameling Teding van Berkhout collectie; de
kunstkast is geopend!
De verzameling
De grondlegger van de verzameling, Hendrik Teding
van Berkhout sr., was in eerste instantie collectioneur
van grafiek. Bij de opbouw van dit deel van de
collectie streefde hij er naar een representatief
2 PieterH olsteyn de overzicht van scholen en technieken te verkrijgen, een
Jonge (ca. 1614-1687J), opzet die bij het verwerven van zijn tekeningen
Kuiken, pen enpenseel minder tot uitdrukkirtg kwam. Hij liet zieh inspireren
in grijs,penseel in door het aanbod dat zieh voordeed op de veilingen.
w ater-en dekverf, Uiteindelijk wist hij, voor niet al te veel geld, met zeer
126 x 178 mm veel smaak en gevoel voor kwaliteit een prächtige
(Inv.nr: TVB.T.^o) groep tekeningen op te bouwen. Hij had geen
uitgesproken voorkeur voor een bepaalde school,
kunstenaar of soort tekeningen, een belangrijke
uitzondering daargelaten: de groep tekeningen door
Jacob de Wit, die hieronder wordt besproken. W efP -,
kan geconstateerd worden dat zijn aandacht zieh
Vooral richtte op de 19 de eeuw. Het bindende
element binnen de ffaaie, veelal zorgvuldig in kleur
uitgewerkte bladen te verwerven, is het pittoreske,
zowel wat onderwerp als uitvoering betreft. Er zijn
landschappen, rivier- en stadsgezichten, tekeningen
van gebouwen, dier- en bloemtekeningen en
stillevens. Voor historiserende voor Stellingen,
portretten en naaktstudies was hun belangstelling
gering. .
De zoon van Hendrik senior, Hendrik Teding van
Berkhout junior, is van jongs af aan door zijn vader
betrokken geweest bij het ordenen en het verwerven
van stukken voor de collectie. Het is dan 00k niet
verwonderlijk dat hij diens verzameling papierkunst
heeft voortgezet. Aangezien hij echter van 1908 tot
1934 directeur was van het Rijksprentenkabinet in
Amsterdam kon hij in verband met die functie
gedurende die periode niet meer actief verzamelen.
Zo nu en dan verwierf hij echter nog wel tekeningen
en grafiek, vooral van bevriende kunstenaars. Een
voorbeeld hiervan is een tekening van een liggende
vrouw door de Vlaamse kunstenaar Rik Wouters
(1882-1916). Dit was een geschenk van Nel Wouters,
waarschijnlijk als dank voor de steun die de
kunstenaar van Hendrik junior had ondervonden.
De verzameling tekeningen, die ruim drie eeuwen
beslaat, is allereerst gefotografeerd en grondig
gedocumenteerd. Van elk blad zijn de basisgegevens
geregistreerd. Vervolgens kon de herkomst van een
groot deel van de tekeningen worden getraceerd. De
belangrijkste bron hiervoor was het aankoopboek dat
Hendrik senior in zijn keurige ‘bankiershandschrift>
vanaf 1880 heeft bijgehouden. Hierin noteerde hij de
datum en verkoping van de bladen en de
aankoopprijs, inclusief opgeld.
De zeventiende eeuw
Wanneer Teding van Berkhout sr. i7de-eeuwse
tekeningen aankocht betrof het in het algemeen
gekleurde, decoratieve werken van kunstenaars als
Bronkhorst, Holsteyn en Withoos, die qua uitvoering
eigenlijk al behoorden bij de 18de eeuw. Herman
Henstenburgh (1667-1726) is vertegenwoordigd met
een idyllisch Rivierlandschap met vogels (afb. 1), waarin
tussen klassieke architectuur allerlei soorten dieren
figureren. Het is een voorbeeld bij uitstek voor de
smaak van de verzamelaars: een minutieus uitgevoerd
blad in prächtige heldere kleuren. De kunstenaar, een
Hoornse pasteibakker, had een ‘geheim recept’ om
deze tinten te verdiepen. Een ander, bescheidener
3 Jacob de Wit voorbeeld is een aandoenlijk kuikentje van Pieter
(1695-1754), De. Holsteyn de Jonge (afb. 2).
Muziek, ontwerpvoor Hoewel vader en zoon zelf nauwelijks tekeningen uit
eenplafondstuk, 1750, de bloeitijd van de Gouden Eeuw hebben
zwart krijt, penen aangekocht, zijn er verschillende aantrekkelijke
penseel in grijs, bladen op de tentoonstelling te zien, bij voorbeeld de
2 8 0 x 3 9 5 mm tekeningen van een saluutschoten lossend schip op
(Inv.nr. TVB.T516) een kalme zee van Pieter Mulier de Oude en twee
tekeningen met een Besneeuwd ivinterlandschap met
brug en huizen en Bergländschap met een kasteel op een
rots door Anthonie Waterloo, wiens tekeningen
meestal monochroom zijn. Isack van Ostade, die
evenals zijn broer Adriaen vooral bekend werd door
zijn boerentaferelen, tekende een bescheiden Interieur
van een schuur dat een decor zou kunnen vormen voor
dergelijke scènes. Niet alleen het Hollandse element
komt aan de orde, 00k Italianisanten als Thomas
Wyck zijn op de tentoonstelling vertegenwoordigd; op
zijn Binnenhof van een Italiaans huis klimt een kale
wijnrank omhoog. Bij Karel Dujardin speelt het
zuidelijke zonlicht schitterend over de Tempel van
Venus en Roma te Rome en een Romeins boerenhuis.
hun eigen wijze Hemelvaartsdag vieren. Van de
bekende kunstenaar Jacob Cats zijn twee pendanten,
een zomergezicht bij Bloemendaal en een winters
tafereel bij Overveen, te zien. Behalve al deze, dikwijls
uitgebreid uitgewerkte, tekeningen zijn er 00k enkele
schetsbladen te vinden, zoals een voortekening voor
een prent door de tekenaar van oorlogstaferelen Dirk
Langendijk. Doordat het blad slechts gedeeltelijk
voltooid is kunnen we precies volgen hoe de
kunstenaar zijn tekeningen opbouwde, compleet met
een perspectivische opzet.
Jacob de Wit
Er is een speciale plaats in de tentoonstelling
ingeruimd voor de tekeningen van de bekende
i8de-eeuwse kunstenaar Jacob de Wit (1693-1754).
Teding van Berkhout sr. had een grote voorliefde
voor de bladen van deze Amsterdamse kunstenaar,
van wie hij er uiteindelijk maar liefst 34 wist te
verwerven. Deze vormen de ‘kroon’ op zijn
tekeningenverzameling. Het huis waarin Teding van
Berkhout met zijn gezin woonde, het ‘Kopshuis’ aan
de Nieuwe Gracht 74 in Haarlem, was versierd met
enkele van De Wits fraaiste plafond- en
bovendeurstukken, een feit dat zeker tot zijn
voorliefde zal hebben bijgedragen.
In de tentoonstelling komen al De Wits specialismen
voor: een schets voor een plafondstuk dat De Muziek
symboliseert (afb. 3), schetsbladen waarop engeltjes
zwieren en een ontwerp voor een schoorsteenstuk dat
Fortuna symboliseert. Dit laatste is als een grisaille
uitgevoerd. Met dergelijke geschilderde grisailles die
stuewerk imiteerden werd De Wit zeer bekend; zelfs
4 Johannes Albert
Neuhuys (1844-1914),
Moederlijke zorgen,
penseel in waterverf,
wit gehoogd,
405 x 344 mm
(Inv.nr. TV B.T:328)
De achttiende eeuw
De Hollandse i8de eeuw is eveneens goed op de
tentoonstelling vertegenwoordigd. Van vooral de
periode rond 1800 zijn verschillende interessante
tekeningen te zien, bijvoorbeeld Wybrand Hendriks’
fraaie natekening van Hobbema’s schilderij van de
rui'ne van Brederode en een stel sublieme ‘portretten’
van een witte kat en een Drents heideschaap door
dezelfde kunstenaar. Nicolaas Aartman maakte een
tekeningenreeks met de VijfZintuigen en een blad met
een zonovergoten stadsgezicht, getiteld
Hemelvaartsdag. Dit werk geeft een beeld van hoe twee
groepen mensen, deugdzame kerkgangers en
aangeschoten en lanterfantende stadsgenoten, elk op