
kreeg hij thuis van prive-leraren. Een verschrikkelijke
gebeurtenis echter trof de familie toen hij vijftien was. Na
het eten van giftige paddestoelen stierven zijn vader en
moeder op dezelfde dag. Plotseling nam zijn leven een
tragische wending. De jonge wees werd door zijn voogden
naar Amsterdam gestuurd om bij het koopmanshuis Van
Beuningen het handelsvak te leren. Daniel zelf was het in
het geheel niet eens met deze besfissing. Zijn gedrag in
Amsterdam was dientengevolge niet erg voorbeeldig en
dat werd een voortdurende bron van zorg voor zijn voogden.
Uit bewaard gebleven archiefstukken is niet duidelijk op te
maken wat er precies aan de hand geweest is. Zeker is dat
hij driemaal was weggelopen en dat hij geld had gestolen.
Uiteindelijk werd er zelfs een arrestatiebevel tegen hem
uitgevaardigd: hij zou naar Indie gestuurd worden, waar
aanmerkelijk minder mogelijkheden en verlokkingen hem
van een handelscarriere zouden kunnen afhouden.
Uiteindelijk ging dit plan echter niet door, de redenen zijn
onbekend, en in het volgende jaar, 1708, vond een voor
Fahrenheit allesbeslissende gebeurtenis plaats.
Tijdens een bezoek aan Kopenhagen ontmoette hij de
bejaarde, beroemde Deense astronoom, Ole Römer. Deze
had als eerste, in 1676, de snelheid van het licht bepaald
uit waamemingen van de manen van Jupiter. Van Römer
leerde hij de kunst om thermometers te maken. Tevens
ontdekte hij dat de behoefte aan goede thermometers voor
wetenschappelijk onderzoek groot was. En niemand
verkocht ze!
Ook van de volgende negen jaren van Fahrenheits leven
hebben we slechts een fragmentarisch beeid. Hij zwierf
door Europa en maakte zieh vertrouwd met de beheersing
van technische Problemen van allerlei aard, waarbij hij
ook gestaag de thermometer verbeterde. Na zijn vertrek
uit Kopenhagen is zijn tocht van tijd tot tijd te volgen. Hij
bevond zieh in de Baltische landen, in Danzig, Dresden,
Leipzig, Halle en Berlijn. Uiteindelijk vestigde hij zieh in
Amsterdam.
In Leipzig startte zijn briefwisseling met niemand minder
dan Leibnitz. Fahrenheit dacht een methode ontwikkeld
te hebben om op zee de geografische lengte te bepalen. Hij
verzocht de grote geleerde, die reeds op leeftijd was, zijn
mening hierover te geven. Liebnitz reactie was voorzichtig
bemoedigend.
Bezoeken aan Dresden en Berlijn waren voor Fahrenheit
bijzonder belangrijk. Daar kon hij aan de glasblazers
precies duidelijk maken wat voor buisjes hij nodig had
voor zijn instrumenten. In dat deel van Europa ontmoette
hij ook Von Wolff met het bovenbeschreven resultaat.
In Amsterdam ging hij wonen in een huis op de hoek van
de Keizersgracht en de Leidsestraat. Daar paste hij
dezelfde methode toe om naambekendheid te krijgen als
hij eerder bij Von Wolff gebruikte. Hij gaf twee thermometers
aan beroemde, deskundige personen. In dit geval
waren dat de Leidse hoogleraren Herman Boerhaave en
Willem ’s Gravensande en de rijke Amsterdamse verza-
melaar Lambert ten Kate. In zijn bekende standaardwerk
Elementa Chemiae (1732) laat Boerhaave zieh lovend uit
over het vakmanschap van Fahrenheit en hij bespreekt
vier thermometers van hem. Gelukkigerwijze zijn vijftien
brieven van Fahrenheit aan Boerhaave bewaard gebleven.
Deze bevinden zieh thans in Leningrad. In 1983 vond de
eerste publicatie plaats.
De constructie van thermometers vormde slechts een deel
van Fahrenheits activiteiten. Hij vervaardigde barometers
en areometers en hij ondemam pogingen om een perpe-
tuum mobile te construeren. Ook bouwde hij een spiegel-
telescoop die hetzij volgens Gregory hetzij volgens
Cassegrain gewerkt schijnt te hebben. (zie het winter-
nummer 1985 van Magazijn). Als eerste bouwde hij een
heliostaat, hoewel het idee daarvoor al ongeveer 60 jaar
bestond. Hij voerde ook verschillende natuurkundige
proeven uit. Een deel daarvan beschreef Boerhaave in zijn
werken.
Sommige van zijn bezigheden lagen op het terrein van de
alchemie zoals zijn poging om onedele metalen in edele te
transmuteren.
In zijn laatste levensjaren bouwde hij een centrifugaal-
pomp. Naar zijn zeggen kon deze vier windmolens
vervangen, maar hij stierf voor hij de toepasbaarheid in de
praktijk kon testen.
Fahrenheit was dus zeer gei'nteresseerd in technische
vemieuwingen. Toch was hij in veel opzichten nog een
représentant van een voorbij verleden. Zijn belangstelling
voor wetenschap en techniek is vergelijkbaar met die van
Comelis Drebbel uit Alkmaar die een eeuw eerder leefde.
De laatstgenoemde stond wijd en zijd als magiër bekend.
Hij werkte verschillende keren voor de Oostenrijkse
Keizer en de Engelse koning, voor wie hij hydraulische
instrumenten vervaardigde. Drebbel was de uitvinder van
een ‘perpetuum mobile’, een duikboot, verschillende
optische toestellen en een vroege thermometer. Ook hij
was alchemist.
Fahrenheit gaf openbare lessen met demonstraties in de
natuur- en scheikunde. Juist hieraan danken we één der
drie overgebleven objecten die aan hem worden toege-
schreven.
Het is een kunstmatig oog, tegenwoordig in het bezit van
de Universiteit van Groningen. Het maakt de werking van
het oog als optisch instrument aanschouwelijk. Op de
bovenzijde staat gegraveerd ‘FAHRENHEIT Inv. AM-
STELODAMI’. De twee nog bestaande thermometers
van Daniel Fahrenheit bevinden zieh in het Museum
Boerhaave te Leiden. Bij beide loopt de schaal tot 600°F
(316°C). Zij waren bestemd voor fysisch en chemisch
onderzoek. De glascapillairen zijn bevestigd op bronzen
verzilverde platen. De éne was gemaakt voor professor
’s Gravesande. Op de andere, uit 1727, zijn verschillende
belangrijke temperaturen gegraveerd zoals 577°F
(303°C) ‘Kookend Lood’ en 177°F (81°C) ‘Kookende
Wyngheest’ (alcohol dus).
In het, uit 1900 daterende, boekje The evolution o f the
thermometer 1592-1743 beschrijft H.C. Bolton, een
Amerikaanse professor in de scheikunde, een derde
thermometer die zieh toen in Danzig bevond. Naar alle
waarschijnlijkheid is dit instrument verloren gegaan.
Volgens de beschrijving had deze thermometer een schaal
van 0° tot 100°F op een papieren achtergrond met het
opschrift ‘Cilinder thermometron Fereneid’. Het is niet
meer uit te maken of hier sprake was van een product van
Fahrenheit of van een thermometer met zijn schaal-
verdeling. Bolton geeft geen nadere informatiebron.
Ook tijdens het laatste gedeelte van zijn leven reisde
Fahrenheit veel. Hij bezocht in Leiden verschillende
keren Boerhaave. In 1724 was hij in Londen, waar hij
gekozen werd tot Fellow van de Royal Society. Hij
publiceerde een aantal korte artikelen in Philosophical
Transactions, het tijdschrift van de Society. In een ervan,
met als onderwerp het vriespunt van water in vacuo, staat
de enige informatie die hij over de eigen thermometers op
schrift stelde. Zijn instrumenten genoten een hoog aanzien
( 78 )
h . m m m
9 35 39 Grimaldus totus extra umbrainJ
54 17 T y ch o totus extra umbram.
10 15 6 Plmius totus extra umbram.
32 39 Mare crifium emergere incipit.
3 7 42 Finis eclipfìs.
'V ili. Experimenta &• ObferVationes de Congelati/me
aqttte in Vacuo faEia a D . G . Fahrenheit,
r. s: s.
INter plurima admiranda Natura* Phcenomena nqua-
rum congelationem non minoris momenti erte ierri-
per judicavi ; hinc fepe experiundi cupidus fui, qui-
nam efFeclus frigoria futuri elTent, fì aqua in fpatio ab
aere vacuo clauderetur. Et quoniam dies fecundus,
tertius 8c quartus Mariti, (S ty li V . ) Anni 1721.
ejufmodi experimentis favebat, hinc lequentes obfer-
vationes 5c experimenta a me funt fa ils.
Antequam autem experimentorum recenfionem ag-
grediar, neceife erit, ur paucis qusdam de thermome-
tris, q u s a me conftruuntur, eorumque fca ls divifio-
nc, ut Se de methodo evacuandi, qua ufus furo, men-
tionem faciam. Duo potiflìmum genera thermome-
trorum a me conficiuntur, quorum unum fpiritu vini
Scalterum argento vivo eft repletum: Longitudo eo-
rum varia ell, pro ufu, cui infervire debent: Omnia
autem in eo conveniunt, quod in omnibus fcals gra-
dibus concordent, interque limites fixos variationes
fuas abfolvant. Thermometrorum fcala, q u s meteo-
rologicis obfervationibus folummodo inferviunt, infra
a Zero incipit & 96'° gradu finitur. Hujus fca ls divido
tribus nititur terminis fìxis, qui arte fequenti
t modo
Afb. 9. Het enige artikel van Fahrenheit met informatie over door
hem vervaardigde thermometers. Philosophical Transactions
vol. 33 (1724), p. 78.
in Engeland gedurende velejaren. Bij een wetenschappe-
lijke discussie over de nauwkeurigheid van metereolo-
gische waamemingen pochte een Engels geleerde dat de
zijne zonder meer de beste waren omdat hij een door
F ahrenheit zelf vervaardigde thermometer gebruikte. Een
ander verklaarde dat hij een thermometer gebruikte van
een Londens instrumentmaker, maar gemaakt volgens
‘Fahrenheits eigen principe’.
In 1736 ging Fahrenheit naar ’s Gravenhage, waar hij in
armoede stierf. Zijn laatste geld had hij besteed aan
proeven met zijn centrifugaal-pomp. Hij kreeg een
begrafenis der armen in de Kloosterkerk.
Van tijd tot tijd treffen we de namen Fahrenheit en Prins
tezamen aan. Petrus van Musschenbroek beveelt in zijn
Beginselen der natuurkunde (1736) barometers aan van
‘de braave konstenaars G. Fahrenheit en H. Prins, welke
als om strijd dit werktuyg ten top van volmaaktheid
hebben zoeken te brengen.’ In een leerboek over experiméntele
natuurkunde beschreef John Theophilus Desa-
guliers, een in Londen werkende Hugenoot, de kwikther-
mometer. Zijn opmerkingen zouden we als Fahrenheits
grafschrift kunnen opvatten: ‘Fahrenheit uit Amsterdam
kunnen we als de uitvinder van deze thermometer
beschouwen; en ofschoon Prins en enige anderen zowel in
Engeland, Holland, Frankrijk en in andere landen dit
instrument evengoed als Fahrenheit gemaakt hebben,
toch moeten we die ook thermometers van Fahrenheit
noemen. Immers Dr. Boerhaave vond slechts deze
thermometers goed genoeg voor gebruik en de meeste
kwikthermometers zijn volgens Fahrenheits schaal ver-
deeld.’
We weten maar weinig over Daniel Fahrenheit. Veel
minder nog is bekend over zijn leerling, Hendrick Prins uit
Amsterdam. Rond 1696 werd hij geboren en hij stierf in
Afb. 10, De thermometer van Hendrick Prins in Teylers Museum
- Ovale Zaal vitrinekast V - met detail boven het kwikreservoir.