
De Physische Instrumenten en Modellen die men besluiten zal, voor het Musaeum te laten
vervaardigen, zal hij aan de beste Instrumentmaakers aanbestellen en hier in zoo veel
mogelijk het Voordeel der Fundatie te betrachten hebben.
En omtrent de aanbestelde Instrumenten zal hij hebben toetezien, dat de Instrumentmaakers
dezelve met alle mooglijke naauwkeurigheid vervaardigen. Hij zal dus ook dezelven behooren
te beproeven, eer zij door de Fundatie aangenomen en betaald worden.
7.
De Fossilia die er bij deezen of geenen aankoop dubbeld verkreegen worden, zal hij trachten
ten meesten voordeele voor het Musaeum te verruilen voor zodanige Zaaken welke er in
ontbreeken: en hieromtrent zal hij bijzonderlijk in het oog te houden hebben, dat hij er van de
Eijgenaars of Directeurs van Cabinetten dien hij ontmoet, zoodanige Zaaken voor bedinge
welke niet lichtelijk anderzins te verkrijgen zijn.
Art. 8
De eerste Directeur inzonderheid zal met de buitenlandsche Natuurkundigen, die hem ter
uitbreidinge van gemelde Verzamelingenbehulpzaam können zijn, Correspondentie te
houden hebben, om längs deezen weg de zeldzaamere Fossilia van alle oorden te bekoomen,
die anderzins zeer moeilijk können verkreegen worden.
9.
De Directeur zal zig hebben te bevlijtigen, om met de Physische Instrumenten van het
Musaeum zodanige Proeven te neemen, welken het meest ter bevordering der Natuurkennis
können dienen en dus teffens aan deeze Stichting de meeste Celebriteit können bijzetten.
Bijzonderlijk zal hij ook hierdoor de Leden van het Tweede Genootschap tagten voor te
lichten, wanneer ter beoordeelinge der ingekomen Antwoorden op eene dor hun voorgestelde
Natuurkundige Vraage deeze of geene Proefhemingen vereischt worden.
De Verzameling van Fossilia zal hij ook, zoveel hem mooglijk is, ten nutte doen dienen, ter
beordeeling van zodanige Verhandelingen, als er zijn in gekomen ter beantwoording van
Prijsvraagen, de natuurlijke Geschiedenis des Aardkloots betreffende, welke door het tweede
Genootschap zijn opgegeeven.
Art. 10
De ontdekkingen, welken het hem gelukken mag met de Physische Instrumenten van het
Musaeum te doen, zal hij hebben te beschrijven, en de Instrumenten waarmede hij zodanige
Ontdekkingen of Proefneemingen gedaan heeft, zal hij, wanneer Heeren Directeuren zulks
approbeeren, voor Rekeningen van de Fundatie, onder zijn opzicht in plaat laaten brengen, en
laaten uitgeeven. De Electriseermachine welke thans voor Rekening der Fundatie vervaardigd
word, en derzelver uitwerkzelen zullen in de eerste plaats wel verdienen afgebeeld en
beschreeven te worden.
11.
De Directeur zal ook gehouen zijn, zodanige Fossilia te laten afbeelden en te beschrijven,
welke men van tijd tot tijd waardig zal oordeelen aan het Publiek mede te deelen. De
Maastrichtsche Visschen-kop zoude onder anderen ten hoogsten waardig zijn, dat hiervan
eene afbeeldinge en beschrijvinge gegeven wierd welke gevoeglijk zoude können geplaatst
worden agter de Prijsverhandelingen die het Tweede Genootschap ter beantwoording der door
hem uitgeschrevene vraag, betreffende de Natuurlijke Geschiedenis des Aardkloots te
verwagten heeft, te meer, terwijl dit zeldzaam en weinig bekend stuk tot dit onderwerp zeer
veel betrekking hebbe.”
Source: “Directienotulen”, 25.09.1784, Haarlem, ATS, vol. 5, fol. 118-121