
Ontwerp voor een fictieve
buitenplaats. ca. 1875-80
Herkomstafbeelding:
Bibliotheek Wageningen
UR. Speciale Collecties
beerde hij eenheid te scheppen in de
wetenschappelijke naamgeving. Hij
schreef daarom een groot aantal den-
drologische artikelen voor gespeciali-
seerde tijdschriften. Hij was in 1924
een van de oprichters van de Neder-
landse Dendrologische Vereniging.
ADVISEUR VAN DE HAARLEMMERHOUT
EN DE PLANTSOENEN
Springer woonde het grootste deel van
zijn leven in Haarlem, waar hij van
1900 tot 1920 adviseur was van de
Hout en de Plantsoenen. In die hoeda-
nigheid maakte hij plannen voor diverse
villaparken en stedebouwkundi-
ge ontwerpen zoals het Oosterhout-
park, het Haarlemmerhoutpark en het
Kleverpark. Ook was het zijn taak
plantsoenen aan te leggen of te veränderen,
zoals die op de Parklaan, het
Wilsonplein, het Florapark en diverse
in het Schoterkwartier. In 1902 stelde
hij voor rigoureus onderhoud te ple-
gen aan de verwaarloosde Hout door
oude en zieke bomen te kappen en
hier en daar bij te planten. Een storm
van protest volgde. Vele Haarlemmers
meenden dat het natuurlijke karakter
van de Hout verloren zou gaan.
Springer had geen begrip voor deze
kritiek en reageerde verontwaardigd:
'Men houde een ding in 't oog: een
systematisch aangelegd bosch is geen
oerwoud, en moet dus systematisch
onderhouden worden, anders gaat het
te gronde.' Hij was vooral razend op
Louis Paul Zocher (1820-1915), zijn
voorganger als adviseur van de Hout.
Springer adresseerde zijn brief aan:
'Louis Paul Zeiker.' Onderdelen van
Springers plan zijn in de daarop vol-
gende jaren weliswaar verwezenlijkt,
É É ìà à à È isÈ
LIEFHEBBER VAN BOMEN EN HEESTERS
Springers ontwerpen ogen op papier
soms enigszins clichematig. Toch
wist hij als geen ander groen aan te
wenden om het beoogde effect werke-
lijkheid te laten worden. Hij was een
van de belangrijkste dendrologen van
zijn tijd en heeft de toepassingsmoge-
lijkheden van diverse uitheemse bomen
en heesters in Nederland onder-
zocht en bevorderd. Gedurende zijn
loopbaan legde hij diverse arboreta
aan, ofwel systematische verzamelin-
gen van verschillende bomen.
Dergelijke parken waren niet alleen
leer- en proeftuin maar ook romantisch
wandelpark. Springers bekend-
ste zijn De Dreijen in Wageningen en
Poort-Bulten in De Lutte. Omdat
kwekers destijds een veelheid aan
zelfbedachte namen hanteerden, pro-
Ontwerptekening voor een pergola en tuinbrug op landgoed
Clingendael. Den Haag. 1881 Herkomst reproductie:
Speciale Collecties. Bibliotheek Wageningen UR
‘Men houde een ding in % oog:
een systematisch aangelegd bosch
is geen oerwoud, en moet dus
systematisch onderhouden worden,
anders gaat het te gronded
Prijsvraagontwerp voor een openbaar park in Dresden (niet uitgevoerd)
Herkomst reproductie: Speciale Collecties. Bibliotheek Wageningen UR
maar houtkap tijdens de hongerwinter
heeft dat ingrijpen weer tenietgedaan.
Met zijn enorme kennis van planten
en bomen adviseerde hij naast
Haarlem ook Alkmaar, Deventer en
Bloemendaal.
EEN RUWE KRAS IN EEN
KOSTBAAR MEUBEL’
Het Bloemendaalse duinlandschap
met zijn specifieke begroeiing, de natuurlijke
Hoogteyerschillen en de
schilderächtige mogelijkheden die dat
alles met zieh meebracht, trokken
Springer zeer aan. In dat landschap
ontwierp hij het villapark Duin en
Daal (1897-1904) dat door velen wordt
gezien als het mooiste in zijn soort.
Met name de Hoge Duin en Daalseweg
slingert zieh op voor Nederland unieke
wijze door het geaccidenteerde duinlandschap.
De loop van de wegen werd
door Springer zelf uitgezet met behulp
van piketpaaltjes en touwen. Daarop
volgde hij de glooiingen van het terrein
zo veel mogelijk. De villa's, waarvoor
hij ook veel tuinen ontwierp, voegen •
zieh onopvallend in het geheel.
Het moet voor de landschapsarchitect
een opdracht uit duizenden zijn ge-
weest. Praktijk en ideaal gingen im-
mers niet altijd gelijk op. Zp was het
een vereiste de Zeeweg van Haarlem
naar Zandvoort aan te leggen längs
vrij rechte lijnen om het doorgaande
verkeer niet al te zeer te hinderen.
Springer was daar al niet blij mee,
maar de beroemde natuurliefhebber
J.P. Thijsse (1865-1940) was zelfs ge- ..
schokt. In een artikel in De Groene
Amsteidammei in 1912 noemde de , -
laatste Springers Zeeweg 'een ruwe ..
kras in een kostbaar meubel'. Op de
tentoonstelling is een overigens
prächtige serie foto's van de aanleg te .
zien die wel duidelijk maakt dat er in-
derdaad dwars door duinen heen werd
gegraven. Overigens. is de Zeeweg te- ;
genwoordig nog weer rechter dan in
Springers tijd en is het desondanks
nog steeds een gevaarlijke weg.
Thijsse heeft Springer de verwonding
van-het duinlandschap blijkbaar ver-
geven want in 1925 mocht hij
Thijsse's Hof in Blqemendaal ontwerpen.
De keuze viel op hqm vanwege
zijn grote kennis van de duinflöra.
Het werd Nederlands eerste heemtuin
waarin de voor dat gebied typische
plantengroei de hoofdrol speelt. Zij is
een product van de natuurbeweging
IT E Y tE R S ;