
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van Teylers
Museum en tevens mededelingenblad van de Stichting
Vrienden van Teylers Museum. IS SN 0920 0460.
Nummer 75 (jaargang 21. nummer 2. zomer 2002).
maand van verschijnen: juni 2002
ABONNEMENT OP TEYLERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in de
winter, lente. zomer en herfst. Dit blad informeert u
over alle wisselende activiteiten in het m useum en het
belicht de achtergronden van de verzamelingen en
kabinetten. de geschiedenis en andere onderwerpen die
in nauwe betrekking staan tot het museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol kalenderjaar
en worden, tot wederopzegging. automatisch verlengd.
U kunt zieh abonnereh op jaargang 2002 door € 12.-
over te maken op postrekening 56.99.019 onder
vermelding van Teylers Magazijn 2002'.
Geschenkabonnementen zijn welkom. gaame met
opgave o f het abonnement voor een jaargang dan wel
voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden van
Teylers Museum ontvangen dit tijdschrift automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER:
Mw. M.H. Besselink. Medewerker Presentatie
A .E Pelt. Medewerker Bibliotheek
Mw. M r Drs M.A. Thissen-Menalda. W etenschappelijk
medewerker Kunstverzamelingen
B.C. S liggers. Hoofd Presentatie
Eindredactie: M.H. Besselink
Vormgeving: [BDJ] vorm en beeid. Den Haag
Fotografie: M. Zegel
Drukwerk: Paswerk Bedrijven. Haarlem
Teylers Museum
Spaam e 16
2011 CH Haarlem
teL 023-5319010
fax: 023-5342004
e-mail: teyler@euronet.nl
website: www.teylersmuseum.nl
OPENINGSTIJDEN
dinsdag t/m zaterdag 10-17 uur
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden
van Teylers Museum kan gericht worden per
adres aan het m useum of per email:
mlee@teylersmuseum.nl
OMSLAG:
Nicolaas van der Waay (1855-1936).
'Dame met hond’. potlood. penseel in waterverf
Collectie Teylers Museum
Hond ¡¿Baas -ii : | S a t , Wolven aan de lijn
door Marijke Bessel ink
De tekkel, de poedel en de herder: allen hebben ze de wolf
als voorouder. En terwijl de wolf vrijwel is uitgestorven, is
de hond een evolutionair succes. Ruim 350 soorten hebben
zieh ontwikkeld. Van vleiers tot onnozele sukkels, van ti-
rannieke dwingelanden tot naievelingen.
Allen losgeraakt van de oorspronkelijke, zinvolle context.
Voorouderlijke gedragsnormen zijn door elkaar gehusseld
en opnieuw gecombineerd. Met als resultaat honden die
hoeden, jagen of waken. Nuttig gedrag, waar de mens baat
bij heeft en dat hij tot zijn voordeel exploiteert. Maar ook
honden die gewoon de beest uithangen; onophoudelijk jan-
ken, onvermoeibaar speeltjes apporteren of zieh overeten en
uitgroeien tot te dikke schepsels. Gedrag dat de mens tot
wanhoop drijft. Hoe dan ook gedrag dat de hond geen wind-
eieren heeft gelegd, getuige zijn plaatsje op de warme sofa.
In Nederland wonen zo’n 1,2 miljoen hondenbezitters.
J aarlijk s worden er miljarden uitgegeven aan het
vo e d se l en de gezondheid van deze dieren. De liefde
van de me ns voor de hond kent geen grenzen.
Hoe is deze band ontstaan en w aarom ? Een grote
dubbeltentoonstelling, van 29 juni t/m 27 Oktober in
Haarlem en Den Haag probeert hier een antwoord op
te geven. Het H a a gs H istorisch Muse um gaat vooral
in op het veranderend im ago van de hond in de loop
der tijd: van hellehond tot sym b oo l van trouw.
Teylers Muse um toont in 'Wolven aan de lijn’ het
ontstaan van o n s multifunctionele h u isd ie r uit een
wilde wolf. En zijn ve rtakkin g in honderden r a s s e n . 1
T0ENDRA
Er is nogal wat gebeurd tussen toendra en sofa. Tussen de
wolf op de steppe en dat scheetje op de bank. En toch is het
DNA van honden en wolven nagenoeg gelijk. Genetisch ver-
schillen ze niet meer dan 1 procent.2 Hoe is het dan moge-
lijk dat zieh zoveel rassen hebben ontwikkeld? Hoe zijn die
rassen ontstaan? Dat heeft alles te maken met domesticatie.
In de prehistorie, lang voordat de landbouw tot ontwikke-
ling kwam, deelden de mens en de wolf hetzelfde territori-
um. Beiden jaagden op edelherten en oerossen. In hun strijd
om het vlees doodden de twee concurrenten elkaar wan-
neer ze de kans kregen, maar ook kwam het voor dat mens
en wolf door achterlating van prooiresten hun buit deelden.
Onbedoeld gaven ze elkaar het signaal door dat er kuddes
prooidieren in de buurt waren, en geleidelijk pasten ze hun
gedrag op elkaar aan. Wolven zwermden in de buurt van de
menselijke nederzettingen en vraten de etensresten op. Het
precieze moment dat de wolf hond werd is niet aan te geven.
De voorouders van de hond zijn wellicht al zo'n
100.000 jaar geleden afgesplitst van de wolf. Deze proto-
honden zijn waarschijnlijk al in een vroeg Stadium genetisch
geisoleerd geraakt van wilde wolven. Lang voordat ze
zodanige fysieke veranderingen gingen vertonen waren
wolven al honden geworden. 3
De moderne mens is 100.000 tot 200.000 jaar oud. Recente
theorieen gaan ervan uit dat de mens niet zonder de wolf
heeft kunnen bestaan en dat er een co-evolutie heeft
plaatsgevonden. Door een vorm van selectie - bepaalde
hondachtigen werden tot het kamp toegelaten, gevaarlijker
dieren werden wellicht gedood of aan hun lot overgelaten -
ontstonden er nieuwe soorten. Deze oerhonden ruimden
het afval op, waarschuwden tegen gevaar, likten de kinde-
ren schoon en hielden de mensen warm in koude winters.
Bovendien bleek de tamme hond een feilere spoorzoeker
van wild dan zijn halfwilde soortgenoten, die de jagers en
verzamelaars alleen maar volgden.
Wolven kennen een grote mate van vormenrijkdom die
verband houdt met de verschillende klimatologische en
geografische omstandigheden. De grote mate van elastici-
teit heeft de hond dus van zijn stamvader.
VARIETEITEN
Door een selectie op functie nam de varieteit van de honden
gaandeweg toe, zonder dat we al van rassen spreken. Grotere
en agressievere honden werden gebruikt als bescherming tegen
wolven en geboefte, honden met een sterk jachtinstinct
werden ingezet bij het jagen, andere voor het hoeden van vee
en de erg vette exemplaren werden bewaard als appeltje voor
de dorst of als offerande aan de goden.
Afbeeldingen uit het oude Egypte laten voornamelijk jacht-
honden zien, hazewindhondtypen, maar ook zijn waakhon-
den en herdershonden (in de zin van honden die hoeden)
vertegenwoordigd. Het respect voor deze dieren was erg
groot. Op het doden Van een hond stond de doodstraf.
Gemummificeerde hondenlijkjes, gevonden in Egyptische
graven, staan model voor de vriendschapsrelatie die er in
het oude Egypte al tussen mens en hond bestond, al zullen
deze mummies ook bedoeld zijn om hun meester naar het
hiernamaals te begeleiden. In tijden van oorlog werden grote,
sterke honden ingezet. De jonge Tutanchamon (ca. 1357-
1337 v.C.) is afgebeeld in een krijgswagen temidden van een
meute vechthonden. Ook in de Perzische oorlogen (490-449
v. C.) streed volgens Herodotus 'man tegen man, paard tegen
paard en hond tegen hond'4 De Griekse filosoof
Aristoteles (384-322 v. C.) meende dat de oorlogshonden in
zijn tijd zo sterk en onvoorspelbaar waren omdat ze uit
kruisingen tussen tijgers en honden werden gefokt.5
Hij doelde daarbij waarschijnlijk op de gespierde honden-
soort die door de Grieken en Romeinen werd aangeduid als
'Molosser' (naar het land der Molossi in het Griekse Epirus).
Keizer Alexander de Grote (356-323 v. C.) bracht deze Sterke
honden, vermoedelijk de stamvaders van onze huidige
doggen en mastiffs, mee van zijn veldtochten in het Oosten.
De Griekse schrijver Xenofon (427-355 v.C.) onderscheidde
Skelet van hond. ca. 5500
v. C. Opgegraven bij
Hardinxveld-Giessendam
tijdens aanleg Betuwelijn.
Fotograaf: J. Paupit:
© Projectorganisatie
Betuweroute / NS
Railinfrabeheer
F. Houttuyn. Natuurlijke
Historie of uitvoerige
beschrijving der dieren en
mineralen' [...],
Eerste deel 1761
Collectie
Teylers Museum