
colofon
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van Teylers
Museum en tevens mededelingenblad van de Stichting
Vrienden van Teylers Museum
ISSN 0920 0460
Nummer 73 (jaargang 20. nummer 4. winter 2001).
TORmra^erschijnen: december 2001
ABONNEMENT OP TEYLERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in de
winter. lente. zomer en herfst. Dit blad informeert u
over alle wisselende activiteiten in het museum en het
belicht de achtergronden van de verzamelingen en
kabinetten. de geschiedenis en andere onderwerpen die
in nauwe betrekking staan tot het museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol kalenderjaar
en worden, tot wederopzegging. automatisch verlengd.
U kunt zieh abonneren op jaargang 2002 door €12.- over
te maken op postrekening 56.99.019 onder vermelding
van Teylers Magazijn 2002’.
Geschenkabonnementen zijn welkom. gaame met
opgave of het abonnement voor e£n jaargang dan wel
voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden van
Teylers Museum ontvangen dit tijdschrift automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER:
Drs C. van Tuyll van Serooskerken.
conservator Kunstverzamelingen
Mw. Drs A. Meddens-van Borselen.
Senior Medewerker Rijksarchief in Noord-Holland
Drs J. Leloux. Medewerker
Paleontologisch-Mineralogisch Kabinet
Drs H. Zevenberg. Paleontoloog
Mw. Drs A.G. Wiersma. medewerker PR/publiciteit
Eindredactie: M.H. Besselink
Vormgeving: [BDJ] vorm en beeid. Den Haag
Fotografie: M. Zegel
Drukwerk: Paswerk Bedrijven. Haarlem
Teylers Museum
Spaame 16
2011 CH Haarlem.
tei: 023-5319010
fax: 023-5342004.
e-mail: teyler@euronet.nl
website: www.teylersmuseum.nl
OPENINGSTIJDEN
dinsdag t/m zaterdag 10-17 uur.
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden van
Teylers Museum kan gericht worden per adres
aan het museum.
D o o r C a r e l v a n T u y l l v a n S e r o o s k e r k e n
Vanaf 15 december 2001 is in Teylers Museum een
prestigieuze tekeningententoonstelling onder de titel
Hartstochteliik Verzameld te zien. In deze expositie
zijn vele meesterwerken te bewonderen die eens
verzameld waren door Hollanders en die nu over de
gehele wereld verspreid zijn. Tekeningen van grote
kunstenaars als Dürer. Rafaël. Michelangelo.
Rembrandt, van Ostade. Watteau, en vele anderen
laten zien welk een ongehoorde schoonheid en
rijkdom Hollandse 10de-eeuwse verzamelaars bijeen
wisten te brengen. De tentoonstelling wordt in
samenwerking met de Fondation Custodia te Parijs
ge organiseerd en zal daar aansluitend te zien zijn.
Tegelijkertijd verschijnt er. onder dezelfde titel. een
catalogu s van de hand van Michiel C. Plomp.
A ssistan t Curator van het Metropolitan Museum in
New York.
Jean-Antoine Watteau (1684 - 1721)
Zittende Oosterling
Zwart en rood krijt. 255 x 211 mm
Collectie Teylers Museum. Haarlem
mige gevallen ging men zelfs zo ver om een kleine boete te
heffen voor laatkomers en absenten. Al met al is duidelijk
dat de kunstbeschouwing, nu een vergeten fenomeen, in de
achttiende-eeuwse Republiek een sociaal en cultureel gege-
ven van belang was. Nog in de Camera Obscura (1851)
komen we de kunstbeschouwing tegen, als Beets Kegge ten
tonele voert als collectioneur:' Wij brachten den avond
door met platen en teekeningen te bezien, waarvan de heer
Kegge een mooie verzameling had, die echter zonder smaak
of oordeel gerangschikt was, en zeker veel te duur be-
taald.'[2]
Voor zover we weten was de kunstbeschouwing een
typisch Nederlands fenomeen. In het buitenland komen we
deze 'socialisering' van de verzameling niet tegen. Een
ander verschil met het buitenland is dat de Nederlandse verzamelaars
voornamelijk tot de burgerij behoorden, terwijl in
de ons omringende landen vorsten en adel het verzamelwe-
zen beheersten. Hun verzamelingen gingen, traditiegetrouw,
dikwijls over van generatie op generatie, en bleven zo in de
familie. In Nederland echter betekende de dood van de collectioneur
haast onvermijdelijk ook het uiteenvallen van
diens collectie. Slechts enkele tekeningencollecties zijn be-
kend die door opeenvölgende generaties in stand gehouden
en uitgebreid werden (Feitama, Goll). Die vluchtigheid heeft
ertoe geleid dat de dikwijls spectaculaire omvang en rijkdom
van Hollandse tekeningencollecties lange tijd ondergewaar-
deerd is gebleven. De tentoonstelling Hartstocbtelijk verzameld.
Beroemde tekeningen in 18de-eeuwse Hollandse col-
lecties wil daar verandering in brengen.
Jacob Maurer (1737-
1780). Kunsttiefhebbers
op bezoek bij Comelis
Ploos van Am stel (1726-
1798) ¡n diens kunstver-
trek. 1764. oüe op doek.
50.8 x 43.5 cm
Ieder jaar, op of rond 25 maart - de geboortedag van Pieter
Teyler van der Hulst (1702-1778) - nodigen Directeuren van
de door Teyler in het leven geroepen stichting een aantal
gasten uit voor een kunstbeschouwing. Op zo'n avond zit
het gezelschap aan een lange tafel in de Grote Herenkamer
van het Fundatiehuis en bekijkt, onder het genot van een
glas wijn en traditionele versnaperingen, de tekeningen en
prenten die rondgaan. Zonder uitzondering ontspinnen
zieh daarbij levendige gesprekken, waarin men de werken
becommentarieert, elkaar opmerkzaam maakt op wellicht
onopgemerkte details, en de vaardigheden van kunstenaar
A en B tegen elkaar afzet. In het algemeen beleeft men veel
plezier aan hetgeen getoond wordt en aan de conversatie
daarover.
Een kunstbeschouwing is nu een haast unieke gebeur-
tenis, maar in de achttiende en vroege negentiende eeuw
waren het gebruikelijke verschijiisels in Nederland, een na-
tuurlijk verlengstuk van het bezit van een tekeningenver-
zameling. In 1772 schreef de Amsterdamse houthandelaar,
makelaar en gepassioneerd collectioneur Cornelis Ploos
van Amstel (1726-1798) over "een voortreffelyke
Liefhebberye [..;],>op de beschouwing van welken [tekeningen
en prenten] wy gewoon zyn elkander te vergasten en
uit te nodigen."[1] Veel verzamelaars hadden de gewoonte,
met regelmaat vrienden en bekenden uit te nodigen om
tekeningen uit hun portefeuilles te bekijken. Sommige
collectioneurs hadden gedurende de wintermaanden zelfs
wekelijks een vaste avond, waarop ze open huis hielden,- zo
ontvingen vader en zoon Goll van Franckenstein elke dins-
dagavond. Er werden gezelschappen opgericht, louter voor
het bekijken van elkaars tekeningen en prenten, en in som