
I# U IU I U II
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van
Museum en tevens mededelingenblad
van cfe Stichting Vrienden van Teylers Museum.
IS SN 0920 0460
Nummer 71 (jaargang 20. nummer 2. zomer 2001).
maand van verschijnen: juli 2001.
ABONNEMENT OP TEYLERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in de
winter, lente. zomer en herfst. Dit blad informeert u
over alle wisselende activiteiten in het m useum en het
belicht de achtergronden van de verzamelingen en
kabinetten. de geschiedenis en andere onderwerpen die
in nauwe betrekking staan tot het museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol kalenderjaar
en worden, tot wederopzegging. automatisch verlengd.
U kunt zieh abonneren op jaargang 2001 door (20.- over
te m aken op postrekening 56.99.019 onder vermelding
van Teylers Magazijn 2001*.
Geschenkabonnementen zijn welkom. gaame met
opgave of het abonnement voor een jaargang dan wel
voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden van
Teylers M useum ontvangen dit tijdschrift automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER:
Drs. R. Bosch, gastauteur. kunst- en literatuurhistoricus
Drs J. Leloux - wetenschappelijk medewerker
Paleontologisch-mineralogisch Kabinet
B.C. S lig ger s - hoofd presentatie
Eindredactie: B.C. Slig gers
Vormgeving: Lambert de Jong. Den Haag
Fotografie: M. Zegel
Drukwerk: Paswerk Bedrijven. Haarlem
Teylers Museum
Spa am e 16
2011 CH Haarlem,
tel: 023-5319010
fax: 023-5342004.
e-maiL teyler@euronet.nl
OPENINGSTIJDEN
dinsdag t/m zaterdag 10—17 uur.
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en N ieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden van Teylers
Museum kan gericht worden per adres aan het
museum.
OMSLAG:
Voorgevel Teylers M useum, circa 1885
las Pieter Teyler
van der Hulst de
Vaderlandsche
Letteroefeningen?
De vondst is echter bovenal interessant in het licht van de
geschiedenis van de cultúrele en wetenschappelijke
contacten in het achttiende-eeuwse Haarlem.
Een van de Signaturen is afkomstig van Pieter Teyler van der
Hulst, de stichter-over-het-graf van Teylers Stichting en de
daaronder ressorterende genootschappen. De eerste namen
op de lijst waren vrienden van Teyler, wat er op zou kunnen
wijzen dat we te maken hebben met exemplaren die ooit
toebehoorden aan een informeel leesgezelschapje. Dit ver-
moeden wordt gesterkt door het feit dat zieh in de partij
waarvan de gesigneerde afleveringen deel uitmaakten - een
bijna volledige reeks jaargangen van 1761 tot 1811 - brieven
aan, en andere prive-documenten van familieleden van een
van de vroege lezers verstopt zaten.6 Uit de lijstjes van namen
en data blijkt dat de afleveringen steeds volgens een
vast patroon, gedurende twee ä drie maanden onder de heren
circuleerden. Dit maakt het ook weer waarschijnlijker dat
de distributie in een soort clubje was geregeld, en niet bij-
voorbeeld werd gesuperviseerd door een leesbibliotheekhou-
der.7 De eerste lezer maakte zelf steeds een kopje voor het
jaartal en de dagen waarop een aflevering in zijn bezit was
geweest; de anderen volstonden met een enkele datum.
Vaderlandsche Letteroefeningen was, als veel achttiende-
eeuwse tijdschriften, een verzamelwerk. Afleveringen werden
doorgenummerd en per jaargang in twee boekdelen ge-
2. Volgorde lezers Vaderlandsche Letteroefeningen. 1760
Vaderlandsche Letteroefeningen Staat bekend als
het belangrijkste elitetijdschrift van de late
achttiende eeuw. Het heeft onder verschillende.
nauw verwante titels bestaan van 1761 tot 1811;
in 18U begon een nieuwe reeks. die zou worden
voortgezet tot 1876.
Afgaande op de inhoud van het blad stelt G.J. Johannes dat
de gebruikelijke typering van 'geleerdentijdschrif t' niet
voldoet en dat men beter kan spreken van een 'algemeen-
cultureel tijdschrift'.1 Vanaf het begin heeft het blad bestaan
uit twee delen: een deel met morele, theologische,
natuurwetenschappelijke, geografische en historische
essays en een deel met recensies van overwegend nieuw
uitgekomen Nederlandstalige boeken. Gedurende de eerste
jaren lijkt meer ruimte te zijn besteed aan natuurwetenschappelijke
en medische ontdekkingen dan later het geval
zou zijn, maar besprekingen van poezie en zelfs van
romans (in de achttiende eeuw een gewantrouwd genre)
hebben nooit ontbroken.2 Omdat orthodoxe tijdgenoten de
Vaderlandsche Letteroefeningen op theologisch gebied te
vrijzinnig vonden noemt Johannes het ook een
' Verlichtingstij dschrift' .3
Van de lezers van het blad kan men indirect een beeid krij-
gen, door vergelijking met concurrerende tijdschriften.
Meer diepgaand dan bijvoorbeeld het Algemeen magazijn
van wetenschap, konst en smaak of de Algemeene Konst-
en Letter-bode, maar minder gespecialiseerd dan bijvoorbeeld
de Schatkamer der geleerden of de Boekzaal van
Europe lijkt het blad bestemd te zijn geweest voor een
brede groep 'geoefende' lezers.4 Hoe breed die groep was
ondervond Han Brouwer tijdens zijn onderzoek naar de
klantenboeken van een paar Zwolse boekverkopers annex
leesbibliotheekhouders. Zij leenden de Vaderlandsche
Letteroefeningen uit aan opeenvolgende burgemeesters van
die plaats, maar ook aan een leesgezelschap rond een bak-
ker, terwijl een foeselbrander de zes gulden voor aanschaf
van een jaargang neertelde.5
De vondst van een aantal vroege afleveringen met hand-
tekeningen van Haarlemse lezers (zie afb. 1-5) Staat toe nog
iets meer te zeggen over het Letteroefeningen-publiek.