
UOIOIOO
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van Teylers
Museum en tevens mededelingenblad van de Stichting
Vrienden van Teylers Museum. ISSN 0920 0460
Nummer 66 (jaarg. 19, nummer 1, voorjaar 2000).
Maand vàPlerschijnen: maart 2000
Twee gelukkige aanwitiMediy
Portret van Martinus van Marum
door Charles Howard Hodges &>
zelfportret van Wybrand Hendriks
hnet echtgenote Agatha
D o o r F r a n k v a n d e r V e ld e n
In 1826 besloten Directeuren van Teylers Stichting de
twee eigenlijke grondleggers en belangrijkste verzame-
laars van respectievelijk de Kunstverzamelingen en het
Fysisch Kabinet voor bun Verdiensten te eren. Gedoeld
werd op de veelzijdige geleerde Martinus van Marum
(1750-1837) en de schilder Wybrand Hendriks (1744-
1831). [Noot 1] Hiertoe wilde men hun portretten plaat-
sen in de Regentenkamer van Teylers Hofje, ter weerszij-
de van het door Hendriks in 1786 geschilderde
Groepsportret van Directeuren van Teylers Stichting.
Hendriks schonk de Stichting bereidwillig een zelfportret.
Zijn collega Van Marum werd voor de gelegenheid
geportretteerd door de Haarlemse schilder Woutherus
Mol (1785-1857). Het is echter niet tot uitvoering geko-
men van het voornemen van het College van Directeuren.
[Noot 2] Hendriks’ schilderij is verloren gegaan en de ij-
dele Van Marum vond zijn portret zo onaantrekkelijk dat
hij Directeuren verzocht het te vernietigen. Ter vervan-
ging van de ‘lelijke Mol’ bood Van Marum zijn portret aan
door de beroemde schilder Charles Howard Hodges
(1764-1837). De Stichting heeft dat werk destijds om
verschillende redenen niet willen accepteren.
Maar 173 jaar na het oorspronkelijke plan kan Teyler
alsnog de portretten tonen van twee historische collega’s
met wie het museum zo’n bijzondere band heeft. Want
laatstgenoemd portret is eind 1999 alsnog aan het museum
geschonken. (Afb. 1) Het toeval wil dat het museum
rond die tijd ook een zelfportret van Hendriks heeft kun-
nen verwerven. Het is een fraai dubbelportret met echtgenote
dat is ontstaan in Hendriks’ atelier in zijn dienstwo-
ning in Teylers Fundatiehuis. (Afb. 2) Het spreekt voor
zieh dat het museum zieh zeer gelukkig prijst met deze
samenloop van omstandigheden. Beide aanwinsten zullen
hieronder afzonderlijk toegelicht worden.
ABONNEMENT OP TEYL ERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in de
winter, lente, zomer en herfst. Dit blad informeert u
over alle wisselende activiteiten in het museum en
het belicht de achtergronden van de verzamelingen
en kabinetten, de geschiedenis en andere
onderwerpen die in nauwe betrekking staan tot het
museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol
kalenderjaar en worden, tot wederopzegging,
automatisch verlengd. U kunt zieh abonneren op -
jaargang 2 0 0 0 door / 20,- over te maken op
postrekening 5 6 .99.0 19 onder vermelding van
‘Teylers Magazijn 2 0 0 0 ’.
Geschenkabonnementen zijn welkom, gaarne met
opgave of het abonnement voor ¿ ¿n jaargang dan wel
voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden van
Teylers Museum ontvangen dit tijdschrift
automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER
Drs. F. van der Velden Wetenschappelijk
medewerker kunstverzameling
Drs P.A.M. Belien Conservator Numismatisch Kabinet
Drs. J. Leloux Tijdelijk medewerker paleontologischmineralogisch
kabinet
Eindredactie: B.C. Sliggers
Vormgeving: Lambert de Jong, Den Haag
Fotografie: M. Zegel
Drukwerk: Paswerk Bedrijven, Haarlem
Teylers Museum,
Spaarne 16,
20 1 1 CH Haarlem,
tel: 0 2 3 -5 3 1 9 0 1 0 ,
fax: 0 2 3 -5 3 4 2 0 0 4 ,
e-mail: teyler@euronet.nl
OPENINGSTIJDEN:
dinsdag t/m zaterdag 10-17 uur,
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden van
Teylèrs Museum kan gericht worden per adres aan het
museum.
OMSLAG:
Wybrand Hendriks en zijn echtgenote Agatha Ketel
Wybrand Hendriks (1744-1831). Ca. 1791.
Olieverf op paneel, 35 ,4 x 4 9 cm.
Gemerkt rechtsonder (niet eigenhändig):
W Hendriks 1791.
m m m .
Martinus van Marum
MARTINUS VAN MARUM EN TEYLERS
MUSEUM p o o t 3] Martinus van Ma-
rum sloot in 1773 zijn studies te Groningen,
bij, onder anderen Petrus Camper,
veelbelovend af met een dubbele
promotie in de plant- en geneeskunde.
Hij zou zieh met grote vaart ontwikke-
len tot een geleerde met een veelzijdige
belangstelling, een belangrijk verzame-
laar op het terrein van de natuurlijke
historié, een vooraanstaand experimen-
tator op het gebied van de natuur-
kunde, ja zelfs tot de centrale figuur
van de Nederlandse natuurwetenschap-
pen rond 1800. In 1776 vestigde hij zieh
als geneesheer in Haarlem, waar hij
spoedig de wetenschappelijke spil werd
van twee instellingen die mede dankzij
hem internationale faam zouden verwerven:
de Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen en Teylers Stichting.
Bij de eerste was hij vanaf 1777 directeur
van het Kabinet van Natuurlijke
Zeldzaamheden en vanaf 1794
secretaris. Bij de tweede had hij vanaf
1779 een groot aandeel in de werk-
zaamheden van Teylers Tweede Ge-
nootschap dat de bevordering van kun-
sten en wetenschappen ten doel had.
Van 1784 tot 1837 beheerde hij er de
natuurwetenschappelijke afdelingen
waarvan hij de grondlegger was (Fysisch
Kabinet, Paleontologisch-Minera-
logisch Kabinet, Natuurhistorische Bi-
bliotheek). Vanwege zijn functies bij de
Hollandsche Maatschappij en Teyler
voerde hij correspondentie met honder-
den Europese onderzoekers, onder wie
de grootste geleerden van zijn tijd. Zijn
collega bij de Kunstverzamelingen van
Teylers Stichting, Wybrand Hendriks,
maakte diverse wetenschappelijke te-
keningen voor Van Marum, onder andere
ter ondersteuning van diens brie-
ven. Van Marum is zonder twijfel e6n
van de belangrijkste en meest veelzijdige
geleerden die aan Teylers Stichting
verbonden zijn geweest.
VAN MARUMS PORTRET DOOR
HODGES Charles Howard Hodges
werd in Londen geboren en werd als
schilder en graveur gevormd in onder
andere het atelier van Sir Joshua Reynolds
(1723-1792), de beroemdste En-
gelse portretschilder van zijn tijd. Hodges
behaalde veel succes met zijn
pastelportretten en virtuoze zwarte
kunstprenten. In 1792 vestigde hij zieh
in Nederland, waar hij al snel de meest
gevierde portrettist werd van de hoog-
ste kringen. Zijn opdrachtgevers had-
den uiteenlopende politieke achtergronden.
Zo schilderde hij zowel
Lodewijk Napoleon als, na de omwen-
teling, Willem I. Wellicht kon hij zieh
deze neutrale positie veroorloven om-
dat hij een buitenlander was. Zijn tijd-
genoot Wybrand Hendriks bijvoorbeeld,
die hierna nog ter sprake komt, had patriottische
sympathieen en vond zijn
opdrachtgevers dan ook voornamelijk
in die kringen. Een ander verschil tus-
Afb.1
Martinus van Marum
Charles Howard
Hodges (1764-1837)
In of kort voor 1826.
Olieverf op doek,
72 x 59,5 cm
Schenking uit de nala
tenschap van Huybert
Martinus van Eck