
colofon
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van Teylers
Museum en tevens mededelingenblad van de Stichting
Vrienden van Teylers Museum. ISSN 0920 0460
Nummej^>5 (jaarg. 18, nummer4, winter 1999).
- --Maand van verschijnen: december 1999
ABONNEMENT OP TEYLERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in de
winter, lente, zomer en herfst. Dit blad informeert u
over alle wisselende activiteiten in.het museum en
het belicht de achtergronden van de verzamelingen
en kabinetten, de geschiedenis en andere
onderwerpen die in nauwe betrekking staan tot het
museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol
kalenderjaar en worden, tot wederopzegging,
automatisch verlengd. U kunt zieh abonneren op
jaargang 19 9 8 door / 20,- over te maken op
bankrekening 56.03.2 4.97 9 van de ABN te Haarlem
of postrekening 5 6 .99.0 19 onder
vermelding van ‘Teylers Magazijn 1 9 9 9 ’.
Geschenkabonnementen zijn welkom, gaarne met
opgave of het abonnement voor 66n jaargang dan wel
voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden van
Teylers Museum ontvangen dit tijdschrift
automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER
Mevr. mr drs M.A. Thissen-Menalda
wetenschappelijk medewerker Kunstverzamelingen
B.C. Sliggers Hoofd Presentatie
F. Pelt medewerker Bibliotheek
Drs P.A.M. Belien conservator Numismatisch Kabinet
Eindredactie: B.C. Sliggers
Vormgeving: Lambert de Jong, Den Haag
Fotografie: M. Zegel
Drukwerk: Paswerk Bedrijven, Haarlem
Teylers Museum,
Spaarne 16,
2 0 1 1 CH Haarlem,
tel: 0 2 3 -5 3 1 9 0 1 0 ,
fax: 0 2 3 -5 3 4 2 0 0 4 ,
e-mail: teyler@euronet.nl
OPENINGSTIJDEN:
dinsdag t/m zaterdag 10-17 uur,
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden van
Teylers Museum kan gericht worden per adres aan het
museum.
OMSLAG:
Nicolaas Verkolje (16 73-1 74 6) naar Arnold
Houbraken (1660-1719), Jacob Hoelart in zijn
kunstkabinet, mezzotint, 2 6 1 x 19 5 mm
(inv.nr. 62 8 9 )
Zwarte
in Teylers archief
D o o r M a r j o l e i n M e n a l d a
Het i s een g e v a a r lijk e b ez igh e id , zo e ke n in een
archief. De v e r le id in g is g ro ot om a lle r le i
zijw e g ge t je s in te s la a n die doen vergeten wa arvoor
men kwam. Toch kan deze n ie uw sg ie r ig h e id o ok
v o ord elen opleveren: een o g e n s c h ijn lijk
o n in te re s sa n t enve lop je riep v ra g en op door het
grote gew ich t erva n [1 ]. De envelop b le ek een
bewerkte kop erp la a t te bevatten, waarmee prenten
afged ruk t ku nnen worden. Het is te b egrijpen dat
men na een d e rge lijke v o n d s t in e e n s de
o o r sp ro n ke lijk e m is s ie is vergeten: het doo rzo e ke n
van de R e g is te r s van A a nw in s ten en daa rvoor
gem aa kte ko s te n 1 8 7 7 -1 9 4 4 , n aa r a a n le id in g van
een v ro ege re sc h e n k in g .
De ca. 1 mm dikke plaat (afb.l.) is
van rood koper en m eet 137 x 97
mm[2]. Op de voorkant zien we
een voorstelling van een m annet je in
een kroeg. Hij is gehuld in eenvoudige
kleren en heft een roemer, in de andere
hand heeft hij een hoed en pijp.
Naast hem Staat een ton met daarop
een vuurtestje, gevuld m et gloeiende
kooltjes en voor hem Staat een läge ta-
fel. Het is donker in de kroeg, het
vuurtestje levert een kleine bijdrage
aan de verlichting. Op de achtergrond
is een soort schuttinkje te zien, opge-
bouwd u it planken, waarop een papier
hangt. Waarschijnlijk is dit een prent
met een moraliserende voorstelling,
die waarschuwt tegen bovenmatig
drankgebruik. Op de planken werd
het aantal drankjes bijgehouden door
strepen in het hout te kerven; de kerfstok.
De m an heeft duidelijk een slok
op en kijkt met een jolige blik de
ruimte in. Dergelijke voorstellingen
komen talloze m alen voor in de 17de
en vroege 18de eeuw, bijvoorbeeld in
het werk van Adriaen van Ostade,
Adriaen Brouwer, David Teniers de
Jonge en Cornelis Dusart.
Bij nader onderzoek blijkt de koperplaat
vervaardigd te zijn door de
Haarlemse kunstenaar Cornelis
Dusart (1660-1704). Deze Schilder, te-
kenaar en graveur was een leerling en
navolger van Adriaen van Ostade
(1610-1685). Beide kunstenaars had-
den vooral h et boerenleven, herbergen
bevolkt m et dansende, pratende, ro-
kende, vechtende en drinkende lieden,
kermissen, kwakzalvers etc. tot on-
derwerp. De voorstelling op de plaat
De verrassende
vondst van een
koperplaat van
Cornelis Dusart
(1660-1704)
kennen we u it de literatuur. Er zijn
verscheidene afdrukken van deze koperplaat
bewaard gebleven, zogenaam-
de 'Zwarte Kunst-prenten' of
'Mezzotinten'.[3] Ook in de collectie
van Teylers Museum bevindt zieh
zo'n afdruk (afb. 2) [4].
Dusart heeft een respectabel grafisch
oeuvre nagelaten: 119 etsen en mezzo-
tinten [5]. Er zijn op zichzelf staande
bladen bij, maar ook series m et als onderwerpen
de Twaalf Maanden, de
Leeftijden van de Mens en de Vijf
Zintuigen. De invloed van de al eerder
genoemde Adriaen van Ostade werd
nog groter toen Dusart na de dood van
Adriaen in 1685 de inhoud van diens
atelier overnam [6]. Hij voltooide een
aantal van diens schilderijen en deed
hetzelfde met werken van Adriaens
broer Isack van Ostade, die al eerder
was overleden. De vele tekeningen in
het Ostade-atelier moeten hem in grote
mate geinspireerd hebben. Andere
kunstenaars, onder wie Cornelis Bega
en Jan Steen, drukten eveneens een
Stempel op het werk van Dusart. De
karikaturale en vaak tot een grimas
vertrokken gezichten in het werk van
Steen keren bij Dusart terug. Onze zit-
tende drinker is hier een voorbeeld van.
Dusart was n iet de eerste kunstenaar
die zieh bediende van de mezzotint-
techniek. Hij had verschillende voor-
gangers die elk op hun beurt een bijdrage
leverden aan de vervolmaking
van deze techniek. Ludwig von Siegen
was de uitvinder van de m ezzotint, hij
maakte in 1642 zijn eerste Zwarte
Kunst-prent. Andere sleutelfiguren waren
Prins Ruprecht van de Palts,
Wallerand Vaillant en Abraham
Blooteling (afb. 3 en 4). De meeste kunstenaars
gebruikten het medium om
schilderijen, vooral portretten, om te
kunnen zetten in een medium dat geëi-
gend was om de afbeeldingen te kunnen
reproduceren en te verspreiden.
Dusarts grote Verdienste is geweest
dat hij met zijn virtuose mezzotint-
techniek een hele eigen beeldenwe-
reld heeft geschapen, naar eigen ont-
werp, met frisse, originele voorstellingen.
Deze 'boertige' voorstellingen
hadden met de 'voornaamheid' van
vele andere mezzotinten u it zijn tijd
weinig te maken.
Linéaire grafische technieken als de
gravure, ets en droge naald kunnen
uitsluitend licht-donker effecten ver-
krijgen door middel van arceringen:
het meer of minder dicht bij elkaar
aanbrengen van lijnen, of het aanbren-
gen van smalle en brede en diepe en
minder diepe lijnen, levert nuances op.
De mezzotint is, evenals de gravure en
ets, een diepdruktechniek. De plaat
wordt eerst ruw gemaakt m et een zo-
genaamd wiegijzer, een beitel met een
boogvormige snede, die eindigt in een
rij kleine scherpe puntjes. Door deze
met kracht over het oppervlak heen
en weer te schommelen in verschillende
richtingen ontstaan kleine put-
jes die dé hele plaat bedekken. Bij onze
plaat is h et ruwen in vier richtingen
gebeurd. Het oppervlak houdt na
het inkten meer inkt vast naarmate
1. Cornelis Dusart
(1660-1704), mezzo-
tint-koperplaat,
137,5x97 mm,
dikte ca. 1 mm, rood
koper. (inv.nr. KV 79)
2. Cornelis Dusart
(1660-1704), Zittende
boer met roemer, hoed
en pijp, mezzotint,
137 x 94 mm
(inv.nr. KG 6183)
3. Wallerand Vaillant
(1623-1677) naar
Anton van Dyck (1599-
1641), portret van
Lucas van Uffele, mezzotint,
374 x 292 mm
(inv.nr. KG 5028)