
3. Zelfportret met
zotskap, jaren
dertig?, potlood,
251 x 154 mm,
Museum der
bildenden Künste
Leipzig
deren had Beckmann aanvankelijk een positief gevoel over de
strijd die in het menselijk bestaan soms onontbeerlijk zou zijn
om tot betere omstandigheden te komen. Ook bij voorbeeld een
vroege Studie in dp verzameling voor zijn schilderij met het klas-
siekethema van de Amazonenstrijd is te beschouwen in dit ‘Darwinistische
licht’. De reeks oorlogstekeningen in de verzameling
laat echter zien dat deze houding voor Beckmann op den duur
niet meer voi te houden is. Door de reconstructie van de schets-
boeken kan de reeks in een zekere Chronologie geplaatst worden.
Men ziet dan dat Beckmanns aanvankelijk impressionistische
tekentrant, die schoonheid in de oorlog zocht, na enige tijd
begint plaats te maken voor een steeds steno-achtiger, nerveu-
zer en schetsmatiger benadering. Deze stilistische verandering is^
een voorbode van Beckmanns psychische overbelasting, loopt
daarin zelfs iets vooruit op zijn steeds zorgwekkender klinkende
brieven aan zijn vrouw. Het lijkt erop dat Beckmann aanvankelijk
blij is klassieke onderwerpen, zoals de amazonenstrijd, te kunnen
vervangen door werkelijk beleefde ervaringen, totdat de gruwe-
lijkheid van dat strijdende leven hem duidelijk wordt en hem vast-
grijpt. Als gevolg daarvan stört hij in 1915 geestelijk geheel in.
De gevolgen van zijn oorlogstrauma zullen nog vaak in zijn werk
doorklinken. Beckmann houdt ons zijn wereldbeeld, voi argwaan
maar ook ironie, als een Spiegel voor. Hij zocht daartoe uithoeken
van de maatschappij op, want juist daar kwam natuurlijk het een
en ander aan de oppervlakte over de menselijk natuur. Vandaar
zijn belangstellingvoorcafé-interieurs, varieté, carnaval en het circus.
Een fascinatie die hij overigens deelde met vele tijdgenoten,
onder wie de Expressionisten, Rouault en Picasso. Net als deze
laatstetwee portretteerde Beckmann zichzelf meerdere malen als
nar of clown. In de hier afgebeelde tekening neemt de tekenende
Beckmann de ironische dubbelrol aan van nar en Verteiler, (afb. 3)
Niet alles is zwaarmoedig in Beckmanns leven en werk. Hij hield
ook van het mondaine leven en genoot van zijn succès, al was
het hem nooitgenoeg. Halverwege de jaren twintig stelde hij zieh
tot doel de internationale kunstwereld te veroveren en oriën-
teerde zieh daarvoor geheel op Parijs. Hij voelde er zieh uitge-
daagd door met name Picasso en riep zelfverzekerd uit dat zijn
beste werk nu pas ging komen. Hij bestudeerde zijn Franse col-
lega’s zeer grondig en paste zijn onderwerpen en kleurgebruik
aan hen aan. In de verzameling zijn voorbeelden hiervan te vin-
den in onder andere landschappen en zonnige strandgezichten.
De recente tentoonstelling Max Beckmann and Paris laat zien
hoe groot de Franse invloed op zijn werk was. [noot 2]
Het is eek de période waarin hij weggaat bij zijn eerste vrouw
en Mathilde ‘Quappi’ von Kaulbach leert kennen. Hij trouwt met
haar in 1925. Een tekening in de verzameling laat Quappi zien
op de bruiloft van haar zus, verkleed als ‘ruiterte paard'. (afb.
' 2) Het is een eerste aanzet voor het bekende geschilderde dub-
belportret uit 1925 van Beckmann en zijn kersverse echtge-
note in hetzelfde kostuum, een werk dat door Beckmann werd
aangeduid als ‘ons bruidsportret’. Met Quappi maakte Beckmann
de gelukkigste tijd van zijn leven mee. Daarnaast was zij
onmisbaar voor hem tijdens zijn zware ballingschap in het door
de Duitsers bezette Amsterdam, toen hij bij de nazi’s als ‘entartete’
kunstenaarte boek stond. Een ppriode die, mede door
Quappi, één van de vruchtbaarste uit zijn artistieke loopbaan
was. Zij was het ook die dagboekfragmenten en tekeningen
redde toen Beckmann deze in Amsterdam wilde vernietigen. En
zij gaf zijn, door haargeautoriseerde, dagboeken uit. Net als de
dagboeken geven de tekeningen uit haar nalatenschap waar-
schijnlijk een vertekend beeid van de kunstenaarrwant het is
wel zeker dat Quappi ook daar een keuze heeft gemaakt, blar
den heeft achtergehouden of verkocht. Beckmanns schets-
boeken bevatten bij voorbeeld ook tekeningen die altijd in eigen;
bezit zijn gebleven omdat zij hun persoonlijke leven
documenteerden.
Beckmanns indringende tekeningen verdienen de spéciale aan-
dacht van de liefhebber. Het is een bijzondere gebeurtenis dat
I zijn voorheen afgeschermde schetsboeken nu toegankelijk zijn
geworden voor het grote publiek. Bestudering van de verzameling
geeft de mogelijkheid het inzicht in Beckmanns oeuvre te ver-
diepen. Het is duidelijk dat Beckmanns indringende kunst ‘zu
fressen’ heeft gekregen, maar ook de bezoeker van de tentoonstelling
in Teylers Museum krijgt fascinerende beeiden voorge-
schoteld, waarin naast aangrijpende indrukken ook veel moois
te zien is. ■
NOTEN
1. U. Küster, A. Stolzenburg, S. von Wiese, Max Beckmann. Zeichnungen
aus dem Nachlass Mathilde Q. Beckmann, Leipzig 1998.
2. Tentoonstelling in het Kunsthaus Zürich (25-9-98/3-1-99) en The
Saint Louis Art Museum (VS) (6-2-99/9-5-99). Begeleidende cata-
logus: Max Beckmann and Paris, Taschen Verlag, 1998.
door Fred Pell | Tot en met 1 augustus kunt u in het Boekenkabinet reizen längs
de Nijl. Een selectie ‘egyptologische’ werken uit de zo rijke natuurhistori-
sche bibliotheek van Teylers Museum is tentoongesteid. Centraai Staat het
prächtige naslagwerk Description de i ’Égypte. Dit boekwerk verscheen naar
aanleiding van de militaire en wetenschappelijke expeditie van Napoleon Bonaparte
in Egypte.
AAN BOORD MET NAPOLEON BONAPARTE
Negentien mei 1798. In de
Franse havenplaats Toulon lag de Franse
vloot klaar om te vertrekken. Aan boord
van het vlaggeschip L’Orient bevond zieh
generaal Bonaparte.
Het aantal manschappen bedroeg zo’n
35.000. Zij moesten de Mamelukken
verslaan en de nog jonge Franse republiek
een kolonie bezorgen. Het Directoraat
maakte in de uitgevaardigde instructies
van 12 april 1798 bekend dat de Mamelukken
handlangers waren van de Engelsen,
vijand nummer ¿¿n van de Fransen.
Door Egypte te bezetten probeerden de
Fransen de Engelse handelswegen met
India over land te blokkeren.
Behalve Soldaten bevonden zieh aan
boord van de schepen zo’n 150 leden van
de Commission des Sciences et Arts. Ze
zagen er vreemd uit in hun lange wollen
jas, nauwsluitende broeken en vilten hoe-
den op het hoofd.
Het was de eerste keer in de geschiedenis
dat op zo’n grote schaal geleerden met eeh
militiate expeditie meereisden. Het ini-
tiatief kwam van Napoléon. Hij had zich
in Parijs persoonlijk beziggehouden met
de selectie van de geleerden. Met name
jonge ingénieurs van de École polytechnique
werden geworven. M aar ook carto-
grafen, astronomen, botanisten, apothe-
kers, schilders, musici en zelfs dichters.
Hun taak was het om Egypte weten-
5. Slag bij de
piramiden,
door Lejeune