
In perpetuai
to c nmna
»ses BiUuias
S o^tti Jleroi iAoOÔôt'S't’^ ^
Ì j rum
^3». trono nostso oWrùiìrfl
m , A w i
3. Zilveren penning, 1632, ter ere van Jacob Speks, gouvemeur-generaal van Nederiands-lndie. Deze penning werd hem door de Chinese gemeenschap in
goud aangeboden vlak voor zijn vertrek naar Nederland, vz.: plattegrond Batavia, kz.: Chinese en Latijnse inscripties ter ere van Speks (coll. Teylers Museum
inv.nr. 460).
bewoners uit verschillende delen van de Indonesische archipel.
Dat er zo weinig Europeanen in Batavia te vinden waren, zal deels
te wijten zijn aan de siechte hygienische omstandigheden in de
stad en op de schepen die de haven aandeden na vaak lange reizen.
In de jaren zeventig van de 18de eeuw lagen er bijvoorbeeld
gemiddeld 1000 ä 1100 personen per dag in het hospitaal en per
jaar stierven er daar in deze tijd ongeveer 2000 Europeanen.
Siecht bestuur, een gebrekkige boekhouding, corruptie, stijgende
kosten, veranderingen in handelsnetwerken en oorlog beteken-
den het einde van het Nederlandse handelsmonopolie in Oost-
Azie en de ondergang van de VO C . In 1796 werden alle bezit-
tingen van de Compagnie samen met een schuld van 134 miljoen
gülden door de Staat overgenomen. In 1799 liep het octrooi van
de V O C a f en hield deze eerste Nederlandse multinational’ offi-
cieel op te bestaan.
GELD
Door de grote vraag in Europa naar produkten uit Azie, die al-
leen met goud o f zilver betaald konden worden, verdwenen grote
hoeveelheden van deze edelmetalen naar het oosten. Ook was er
veel geld nodig om het personeel in dienst van de V O C te beta-
len en de versterkingen en andere gebouwen te onderhouden. De
hutten van de schippers en officieren op de VOC-schepen waren
vaak volgestouwd met kisten zilver en goud. Dat het om enorme
bedragen ging blijkt uit het feit dat alleen al in het jaar 1700 voor
vier miljoen gülden naar Azie werd verzonden.
De door de V O C geexporteerde munten bestonden onder andere
uit zilveren Spaanse realen, die in Azie algemeen gangbaar waren.
Deze geldstukken waren rond 1600 zo schaars geworden dat de
Amsterdamse en Zeeuwse voorlopers van de V O C zelf realen lie-
ten slaan. Naast de realen werden ook leeuwendaalders en rijks-
daalders (grote zilveren munten) gezonden. Tevens werd baar zilver
aan de schepen meegegeven. Ook kleinere zilveren munten
als schellingen, dubbele en enkele stuivers werden naar Azie ver-
stuurd. Goud werd in kleinere hoeveelheden uitgevoerd, onder-
meer in de vorm van baren en dukaten.
4. Zilveren penning, zilver 1763, op de inhuldiging van gouverneur generaal P.A. van der Parra, vz.: wapen-
schild van van der Parra, kz.: inhuldigingsceremonie voor het gouvemementsgebouw te Batavia, door Roet-
tier (coll. Teylers Muséum, inv.nr. 2075).
SM0KKEL
Zilveren dukatons waren in Azie, door schaarste, meer waard dan
in Nederland. Het smokkelen van deze munten naar Batavia kon
dan ook een behoorlijke winst opleveren. Om deze illegale zen-
dingen tegen te gaan liet de V O C vanaf 1728 dukatons produce-
5. Spanje, stuk van 8 realen 1738, geslagen in Mexico (coll. Teylers Museum inv.nr. 9054)
ren met het eigen VOC-vignet. Deze munten
waren speciaal voor gebruik in Azië geslagen
en mochten niet in Nederland circuleren. Na
1728 mocht de kassier te Batavia alleen nog de
nieuwe dukatons met VOC-vignet aannemen
tegen de hogere koers van 78 stuivers. De andere
dukatons waren siechts 66 stuivers waard.
Smokkelen was in dit geval niet meer lonend.
De vraag naar zilvergeld was in Batavia echter
zo groot dat deze regel na een aantal jaren weer
werd losgelaten. Ook koperen duiten werden
naar Batavia gesmokkeld. Door de hogere ko-
perprijs in Indië waren de duiten hier meer
waard dan in de Nederlanden. Als tegenmaatregel liet de VO C
vanaf 1726 in Nederland duiten slaan met het eigen vignet. Sedert
1720 werd gemiddeld voor ongeveer 70.000 gülden per jaar aan
duiten naar Azië verscheept. Een duitwasslechts 1/8 stuiver waard
en 70.000 gülden vertegenwoordigde derhalve het enorme aantal
van 11.120.000 duiten! Het is dan ook niet vreemd dat er nog
steeds vele VOC- munten in Azië worden gevonden.
Gedurende de Franse tijd (1795-1813) werden vrijwel alle kolo-
niën door de Engelsen veroverd. Na de nederlaag van Napoleon
werden de meeste vroegere bezittingen weer teruggegeven aan het
nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. In de tijd die volgde zocht
men naar nieuwe bestuursvormen en experimenteerde men met
verschillende Systemen om de koloniën winstgevend te maken.
In deze période werden er munten geproduceerd voor Neder-
lands-Indië op naam van de Nederlandse vorsten. De laatste van
deze munten werden geslagen tijdens de regeringsperiode van ko-
ningin Wilhelmina. In 1950 werd Indonesië onafhankelijk en
was er een einde gekomen aan een période van bijna 350 jaar N ederlandse
muntslag in Azië. I
LITERATUUR
Beek, EJ.A. van (red.), Encyclopédie van munten en bankbiljetten, Hou-
ten (1986-....).
Gaastra, F.S., De VOC in Azië tot 1680, in: Boogaart, E. van den, et al.,
Ovenee, Nederlandse koloniale geschiedenis 1590-1975, Haarlem
(1982a) p. 13-59.
Gaastra, ES., De VOC in Azië van 1680-1795, in: Boogaart, E. van den,
et. al., Overzee, Nederlandse koloniale geschiedenis 1590-1975, Haarlem
(1982b) p. 60-103.
Gaastra, ES., De geschiedenis van de VOC, Zutphen (1991^).
Goor, J. van, De Nederlandse Koloniën, Geschiedenis van de Nederlandse
expansie 1600-1975, Den Haag I19943].
Pol, A. en H. Jacobi, De schat van het Vliegend Hert, compagniesgeld en
smokkelgeld uit een VOC-schip, Rijksmuseum Het Koninklijk Penningka-
binet, Leiden (1993).
Schotten, De munten van de Nederlandsche Gebiedsdelen overzee 1601-
1948, Amsterdam (1951).
Valentyn, François, Beschryving van groot Djava ofte Java Major [...],
vierde deel, Dordrecht/Amsterdam (1726).
6. Nederlanden, stuk van achten ('reaal1), geslagen te Dordrecht voor de Com- 8. Duit, VOC, West-Friesland 1731 (coll. Teylers Museum, inv.nr. 10652).
pagnie van Verre te Amsterdam 1601 (coll. Teylers Museum, inv.nr. 5899).
7. Ducaton, VOC, West-Friesland 1728 (coll. Teylers Museum, inv.nr. 10649). 9. Gulden, Willem I, Nederlands-lndië 1839 (coll. Teylers Museum, inv.nr. 10725).