
2. Plaat uit het hoofd-
stuk Anatomie in de
‘Encyclopédie ou Dictionnaire
raisonné des
Sciences, des Arts et
des Métiers'.
f-B
12
in de schijfjes hout ontdekt. De schen-
king van deze rondjes werd niet alleen
aanvaard, maar ook de door de tim-
merman waargenomen afbeeldingen
gepubliceeerd in de Verhandelingen
van de Hollandsche Maatschappij!A)
WatTeyler niet gelukt was, lukte Kops wel. Hij werd in 1758 een
der directeuren van de Hollandsche Maatschappij der Weten-
schappen waar het aandeel der doopsgezinden zeer gering was. In
1773 gaf hij de Maatschappij voor driehonderd pond Engelse
bankaandelen cadeau om naast de jaarlijkse prijsvraag er nog een
uit te schrijven, maar dan speciaal op het terrein van de natuur-
lijke historié o f de koophandel van het land. Kon er geen ant-
woord bekroond worden dan moest de rente van dat jaar besteed
worden voor de aankoop van voorwerpen voor het Naturaliën-
kabinet van de Maatschappij. Tot 1816 werd steeds één vraag
aangeduid als uitgeschreven ‘uit het byzondere Fonds van wylen
den Directeur Nicolaas Willem Kops’.3) Tevens was Kops in 1777
betrokken bij de oprichting van de ‘oeconomische tak’ van de
Maatschappij.
Kops deed het Naturaliënkabinet in 1758 een wel heel bijzondere
schenking, die bewijst dat de collectie in aanvang meer een rari-
teitenverzameling was dan een museum van natuurlijke historié.
Bij het afzagen van de sport van een stoel van zijn vrouw had tim-
merman Joost Schut namelijk ‘schilderijtjes’ van stadsgezichten
Toen Kops in 1778 overleed werd pas
twee jaar later zijn omvangrijke inboe-
del geveild. Op 8 februari 1780 kwa-
men op het Prinsenhofzijn boeken onder
de hamer (521 nummers voor
f 4268,-)5), en een dag later zijn pren-
ten, tekeningen en rariteiten (256
nummers voor / 1287,-)6). O p 18 april
vond de verkoop plaats van zijn juwe-
len, horloges, rariteiten (86 nummers)
en ‘zeer konstige’ schilderijen (25
nummers). Alleen van de april-veiling
is een gedrukte catalogus bewaard ge-
bleven, waarin behalve zijn juwelen,
rariteiten, horlogien, Japans, Chinees
en Saxisch porselein, ook een ‘kabi-
netje zeer konstige schilderijen van be-
roeriide Nederlandsche meesters’
wordt genoemd, zoals Jan Steen, Allart
van Everdingen, d’Hondecoeter, Gerrit
Berckheijde, Jan van Nikkelen en
Philip Wouwerman.7)
Op de boekenveiling kocht Jacobus
Barnaart, lid van Teylers Tweede Ge-
nootschap, voor Teylers Stichting
nummer 397 ( / 210,-): vier delen van
de Philosophical Transactions & Birch.
History; nummer 403 ( f 54): vier delen
van de Mémoires de VAcadémie de
Berlin avec les nouveaux mémoires; nummer 504
{ f 375,-): de Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des Sciences, des
Arts et Métiers, onder redactie van Diderot en d’Alembert, in 28
delen met het supplement, en nummer 505 (/2 6 5 ,-): Description
des Arts et Metiers in 12 delen. De aankoop van de twee laatstge-
noemde nummers illustreert op geen betere wijze onder welke in-
vloeden de jonge Teylers Stichting haar idealen wilde uitdragen,
namelijk die van de Franse Verlichting.
De Académie des Sciences had in de jaren zestig van de 18de eeuw
opdracht gegeven tot het samenstellen van de Description des
Arts et Metiers (1761-1788). De 12 delen met talrijke illustraties
tonen niet alleen de traditionele technieken maar ook die van de
nieuwste machinerieën ter vervaardiging van luxe-artikelen als
porselein, glas en meubelen, en de meer industriële procédés van
ijzer, kolen, textielverven en suikerraffinage.8) Dit omvangrijke
werk inspireerde onmiddellijk de encyclopedisten als Diderot en
d’Alembert die de concurrerende Encyclopédie uitgaven en na
1763 in hun 12 plaatdelen veel illustraties uit de Descriptions
overnamen.
Het Journaal van mijne Verrichtingen ter verkrijging eener Biblio-
theek in Teyler’s Museum9) begint Van Marum als volgt: ‘Den 15
April [1783] heb ik ingevolge het verzoek van Directeuren van
Teylers Fundatie, op de auctie van wijlen den Hr van Brakei gekocht
Histoire et Mémoires de TAcad des sc. avec le machines approuvées,
te zamen 111 vol. voor f 490.’ Ook deze aankoop wijst
op het grote belang dat Directeuren hechtten aan de uitgaven van
universiteiten en geleerde genootschappen uit geheel Europa,
omdat deze het fraaist de stand van zaken op het gebied van we-
tenschap en techniek illustreerden. Zo was de 7-delige Machines
et Inventions approuvées (1735-1777) van de Académie des Sciences
een schitterend overzichtswerk van de zieh snel ontwikke-
lende industrie in het 18de-eeuwse Frankrijk.10)
Voor werken versehenen vöör 1780 was Teylers Stichting uiter-
aard op veilingen, zoals die van Van Brakei, aangewezen.
Cornelis Aarnout van Brakei was in 1733 te Haarlem geboren als
zoon uit het tweede huwelijk van Mr Cornelis Pieter van Brakei,
raad en schepen van Haarlem, en Cornelia Dickx. Hij trouwde
in 1753 de evenoude Arnoldina Repelaer; een jaar later werd hun
enige kind Cornelia geboren. Het gezin woonde aan de Nieuwe
Gracht, nu genummerd 5/5a, en in de zomermaanden op het
buiten Saxenburg te Bloemendaal.11)
Maatschappelijk was het Van Brakei voor de wind gegaan. Net
twintig jaar oud was hij als meester in de rechten aangesteld tot
Commissaris van de Kleine Bank van Justitie. In de période
1760-1772 was hij vele malen schepen, in 1761 raad en vroed-
schap van Haarlem, vervolgens kerkmeester, weesmeester en the-
saurier. In 1764 bekleedde hij het ambt van Hoogheemraad van
Rijnland.
Als muziekliefhebber komen we hem tegen als een der eerste le-
den van het Perpetueel Muziekcollege dat in 1754 te Haarlem
werd opgericht en muziekuitvoeringen op het stadhuis organi-
seerde. In hetzelfde jaar werd hij aangesteld als een der directeuren
van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, niet
alleen als kundig bestuurder maar ook als liefhebber der natuiir-
lijke historié. Toen in 1759 de stroom van voorwerpen voor het
Naturaliënkabinet toenam, kreeg Van Brakei de opdracht ‘de ge-
schenken voor de maatschappij te examineeren, en in de daartoe
noodige glazen in behoorlijk orde te brengen. In 1778 had hij zit-
ting in de Commissie van toezicht op het Kabinet, dat enkele jaren
eerder een openbaar karakter had gekregen. Toen hij in 1782
overleed, schonk zijn weduwe aan het kabinet van de Maatschappij
alle naturalia van haar man die in de verzameling van de
Maatschappij ontbraken.I2) Bij zijn leven had Van Brakei het Kabinet
een kameleon cadeau gedaan.
Uit het register van verkopingen van 15 en 16 april 1782 op het
Haarlemse Prinsenhof kunnen we iets te weten komen over zijn
collectie.13) Naast 566 nummers boeken kwamen er 154 nummers
‘horens en schulpen in enige dozen, enige versteningen, op-
gezette vogels en viervoetige dieren in liquor, alsmede rariteiten’
onder de hamer. Zijn bibliotheek en verzameling brachten ruim
/ 5054,- op.
Zijn vogelcollectie moet het belangrijkste deel zijn geweest. Cornelius
Nozeman beschreef in deel I (1770) van zijn Nederlandsche
vogelen [....] enkele vogels uit de verzameling van Van Brakei.
Wellicht zaten daaronder exemplaren die hij zelf gevangen had.
Op zijn buiten Saxenburg had hij een eigen vinkenbaan. In 1759
liet hij zijn neef Mattheus Willem van Valkenburg, eigenaar van
het nabij gelegen Wildhoef, per brief weten dat hij een groot aan-
tal snippen, lijsters, vinken en leeuweriken had gevangen. ‘De ge-
vangene lijsters beslaan netto een kring rontom ons voorhuis en
is deeze aangenaamde vertooning voor ieder die lust heeft tot
morgen.ochtent ten agt uuren te zien’.M)
De 111 delen van de Académie des Sciences waren nog maar net
aangekocht ofVan Marum berichtte Directeuren dat de heer Ber-
nardus Vriends de zes ontbrekende Ouvrages adoptées ter comple-
tering van de reeks had aangeboden. Voor twee gouden rijders
werden de delen gaarne aanvaard.
Ook Vriends hoorde thuis in het illustere gezelschap van vermögende
doopsgezinde kooplieden met een zeer brede belangstel-
ling die doorklonk in hun met smaak aangelegde kabinetten.
3. Plaat uit het hoofdstuk Constructies (de pers) in de ‘Encyclopédie ou
Dictionnaire raisonné des Sciences, des Arts et des Métiers’.
■ 6 ■