
i Eersteafbeeldingvan
Bruintje Beer in de
Daily Express,
8 november 1920.
2 M aryTourtel
(1874-1948),
bedenkster van
Bruintje Beer.
Mary Tourtel (1874-1948)
Mary Tourtel (geboren Caldwell) komt uit een
artistieke familie. Haar vader Samuel Austen ontwierp
en restaureerde de glas-in-lood ramen van de
Kathedraal van Canterbury. Haar broer Edmund was
een bekend dierenschilder en illustrator van
kinderboeken.
Mary ontwikkelt al vroeg een talent voor tekenen. Zij
wint diverse médaillés en beurzen op dit gebied, en
specialiseert zieh in het tekenen van dieren.
Zij trouwt met Herbert Tourtel met wie zij veel reist,
het liefst per vliegtuig waardoor zij gefascineerd is
geraakt. Zeer waarschijnlijk heeft haar man vaak de
teksten in rijm bij haar tekeningen geschreven. In
1 931 ovèrlijdt Herbert in een sanatorium in Duitsland
waar hij met hartklachten was opgenomen. Velen
menen hierna in Rupert een sombere fase te
herkennen.
Mary Tourtel blijft Rupert tekenen tot haar
gezichtsvermogen in 1935 te ver is achteruitgegaan.
Zij trekt zieh terug in haar geboortestad Canterbury
waar zij in 1948 overlijdt.
Kenmerkend voor de verhalen van Mary Tourtel is de
sprookjeswereld waarin de avonturen zieh afspelen.
Heksen, tovenaars, draken, trollen en andere rare
wezens helpen Rupert steeds veilig thuis te komen.
Haar verhalen zijn vooral geinspireerd door de
sprookjes van Grimm.
In de eerste afleveringen is Rupert duidelijk een
beertje in mensenkleren. Naarmate de tijd verstrijkt
wordt hij meer een mens met een berenkop. Van zijn
vriepden en andere figuren in de verhalen is niet
altijd te zien of het nu. mensen of dieren zijn. Vaak
zijn het dieren die gekleed zijn als mensen en 00k
praten als mensen.
De avonturen van Rupert zijn bij Tourtel veelal
grimmig, soms zelfs eng. Zij speien zieh meestal af in
een groot, donker bos. Rupert is altijd veel kleiner
dan de rest, wat hem aandoenlijk maakt en
medelijden opwekt. De verhalen zijn onvoorspelbaar:
je kunt nooit raden wat hem in de volgende aflevering
weer te wachten Staat.
Rupert is al snel een groot succes in Engeland. In
1932 wordt de Rupert League opgericht door Stanly
Marshal, een medewerker van de Daily Express. Je kan
lid van deze club worden als je belooft vrolijk te zijn,
onzelfzuchtig en altijd bereid bent een goede daad te
verrichten, vooral voor hen die minder goed bedeeld
zijn.
Het eerste Rupert-boek verschijnt al in 1921. Hierin
is Tourtels eerste verhaal ‘Little lost bear’ opgenomen.
Alfred Edmeades Bestall (1892-1986)
Als Mary Tourtel zieh terugtrekt, moet de Daily
Express op zoek naar een opvolger. Uit diverse
kandidaten kiest de directie de tekenaar Alfred
Bestall, (afb. 3)
Alfred Bestall was geboren in 1892 in Mandalay
(Burma) als zoon van een Methodistische missionaris.
Als kind had Bestall een traumatische ervaring wat
zijn spraakvermogen zijn halve leven aantastte. Tot
aan zijn 45Ste stotterde hij hevig. Bestall denkt zelf dat
hij vanwege zijn verbale onvermogen is gaan tekenen.
Bestall doorliep de Birmingham School of Art en
werd illustrator. Vanaf 1922 verdiende hij zijn brood
door het maken van humoristische illustraties voor
bladen als Punch, Datier, Eve en Bystander.
Ruim dertig jaar (tot 1963) heeft Bestall de avonturen
van Rupert voor de Daily Express verzorgd. Bij zijn
aantreden krijgt hij te verstaan minder heksen en
tovenarij te gebruiken dan Mary Tourtel had gedaan.
Een aantal ouders had geklaagd dat hun kinderen
bang waren geworden na het lezen van het verhaal.
(afb. 4a en b)
Bestall brengt ordening aan in het verhaal. Mary
Tourtel leverde de ene dag twee tekeningen voor een
aflevering, dan weer een. Soms verscheen Rupert niet
eens in de plaatjes. Bestall zorgt steeds voor twee
plaatjes per aflevering en Rupert is er altijd in te zien.
Het is Bestall die Bruintje Beer heeft gemaakt zoals
wij hem kennen: geel geruite broek en dito dasje en
een rode trui. Hij wijkt hiermee af van Mary Tourtel.
4 a Afbeelding uit
Bruintje Beer en de
zwarte poes'van Mary
Tourtel (herdruk 1969,
oorspronkelijk
versehenen in 1932).
y A lfred Bestall
(1892-1986), opvolger
van Mary Tourtel.
Gedurende dertigjaar
van Bruintje Beer.
4 b Afbeelding uit
Bruintje Beer en Wim
Das gaan uit vissen'
van A lfred Bestall
. (herdruk 19 7 4,
oorspronkelijk
versehenen in 1937).
Toen de eerste boekomslagen in kleur gedrukt
konden worden (circa 1924), had zij Rupert afgebeeld
in een blauwe trui, grijze broek en bruine vacht.
Bestall respecteert dit en blijft Rupert met bruine
vacht op de omslagen afbeelden. Maar binnenin is
Rupert (vanaf 1940) een wit beertje.
In 1969 schrijft Bestall aan Cornelius Rogge (die voor
Stripschrift een groot artikel over Bruintje Beer
schreef) dat hij Mary Tourtel nooit heeft ontmoet,
noch gesproken. In diezelfde brief schrijft hij dat hij
haar stijl nooit heeft kunnen evenaren. ‘Nobody
could. At first I copied her Rupert as nearly as I could
but, over the years she had made him older and I was
soon reducing his age and lapsing into my own
handling.(...) As to the stories, her method was toward
pathetick scenes that made children want to love and
comfort Rupert. As a man that was beyond me and I
aimed at greater action, a little quiet humour and
making Rupert a typical, genial person.’ Bestall
signeert uit respect zijn verhalen niet tot Tourtels.
overlijden. Het eerste verhaal dat hij signeert is
‘Rupert and Ting-Ling’ dat in de zomer van 1948 in
de Daily Express staat.
Rupert is inmiddels zo’n succes dat de Daily Express in
1936 besluit een aantal van de in krant versehenen
verhalen te bundelen. Bestall verzorgt deze ‘Annuals’
(jaarboeken) tot 1973. Hij ontwerpt de omslagen en
de zogenaamde ‘endpapers’, de binnenkant van de
kaften. Vanaf 1944 wordt minimaal een nieuw verhaal
22. De volgende dag Is de vrouw geweldig uit haar humeur.
Bruintje wordt geduwd en geslagen en ze smyt heel hard met de
deur. Maar Bruintje wil alles maar kalm verdragen.
„Zo is ze altyd,” zegt Poes, „als ze uit is geweest. Zeg maar niets en
doe alles wat ze je beveelt, dat helpt nog het meest.”
,4k zal je wat te doen geven, Iuie Beer," zegt de vrouw en ze neerat
een zak met erwten en gooit die op de grond z6 neer, dat de erwten
naar alle kanten rollen. „Allemaal oprapen,” schreeuwt ze tegen het
arme Bruintje, „en allemaal moeten ze weer in de zak terug. Voor-
uit, begin een beetje vlug. En als je er eentje maar mocht vergeten,
dan zal je dat lelyk komen te weten.
Dan weet je wat je wacht: myn beukenstok slaat heus niet zacht."
21. Wàt Bruintje en Wim ook beweren, het kan de
man niet vermurwen hen te laten gaan. "A ls jullie
het bootje hebben gestolen, dan zal m'n broer wel
verschrikkelijk kwaad zijn."
Het bootje wordt vastgelegd en de jongens moeten
mee. Hij houdt hen stevig vast en brengt ze naar een
donkere, vochtige schuur. "Hier zijn jullie veilig op-
geborgen, hier vandaan kunnen jullie niet ontsnap-
pen. Ik zal met Karel overleggen en dan kom ik terug
om te zien wat ons te doen Staat. Aan het Stelen
van bootjes moet maar ééns en voor goed een einde
worden gemaakt."
per Annual opgenomen. Daardoor worden het al snel
verzamelob j ecten.
In 1948 verschijnt het eerste nummer van het
tijdschrift Rupert adventure series dat op kinderen is
gericht. Bestall geeft dan aan het werk niet meer aan
te kunnen, zodat diverse kunstenaars assisteren om
Rupert te tekenen. Bestall corrigeert hier en daar de
figuren.