6 C.F. Fritsch,
Reclameprent voor de
Amsterdamse herberg
annex menagerie
Blauw Ja n aan de
Kloveniersburgwal uit
1 7 5 1 . Behalve
exotische dieren
werden er op de
binnenplaats 00k
bijzondere mensen
vertoond, zoals reuzen
en dwergen. Geheei
links Staat de Finse reus
Daniel Cajanus. (J.
Nauta, Leiden)
U I T L E G G
D E E Z E RI N G PRENTVERB E ELDING. T \ e Herberg van ouds genaamt B L A A U W J A N ,
-■-Mtannde op de Colveniers Burgwal te Amilerdam,
k 7.0 bekenc, dat gcen Vreemdcling de Stad verlast,
zonder de Merkwaariligheden daar eens tc bezigeigen.
Her zyn die Merkwnardigheden die in deeze Plaat ver-
bcckl zyn. De open Plants met zyn cierlykc Vollierc
agter die Herberg word hier vcrtoonc met alles wat,zo
daar, als in particulière Karners is te zien. Als ; i . Kon
paar Struisvogels. i . Een Jon ge Leeuw met zyn
Leenwin. 3. Verfchcidc Jjgers. 4. Twee Oolt-lndi-
ichc Vogels+CaJitaris genaame. j . Een ßoer genaamt
WYBRANT LÖLKES, gebooren in Friesland, op bet.
Dorp Oolten, dieden 2 Mnart 1 7 ; 1. 26 Jaaroud isgcweeft,
cn niet hoogcrisdan 29 Dui m ; waar achter, 6. ge-
plaatft is de Bcrugte C A JA N U S , die hier langen tyd
te zien is geweeft j doch naderhand in het Proveniers-
huisteHaarlemisovcrlecdcn:Hy was 8 Amftcrdamfche
voeten en 9 duimhoog. Binnen de Vollierc zyn rondoni
Hokken, waar in veri'cheide vreemde Vogels en Dieren;
en in het niiddcn zyn een menigte van Harten,
Recn, Paanwe», ßaviaanen, /Japen, Preemde Hoenders,
Cakeroes, en andere Gedicrtcns , te breedvoerig 0111
hier te verbeelden, hebbende alleen getragt het voor-
naamlle in deeze Plaat te brengen , kunnende een jeder
dagelyks de Plaats zclve bezigtigen.
' Ins t rume n te n ter Redding van
Drenkel ingen ui j t Engeland ontbooden'
Over een 18de-eeuws reanimatiesetje in de collectie van het oude
St.Elisabeth's of Groote Gasthuis te Haarlem1
In de antiek- en schilderijencollectie van de Stichting Elisabeth van
Thüringenfonds, waarin onder andere het materiéle erfgoed van het
voormalige Elisabeth Gasthuis te Haarlem is ondergebracht, bevindt zieh een
fraai maar tot voor kort geheimzinnig mahoniehouten kistje2. In het met rood
fluweel beklede kistje zitten allerlei losse instrumenten of delen van
instrumenten opgeborgen: leren slangetjes, enkele koperen buisjes en een
zilveren buisje, ivoren dopjes en dito pijpjes, een dierblaas met een ivoren
aansluiting, een thermometer en nog wat andere voorwerpen (afb. 10). Waar
de spullen voor dienden, door wie en waar ze waren vervaardigd, en door
wie, wanneer en waarom ze waren aangeschaft, bleef vooralsnog duister.
Ook het consulteren van deskundigen leverde slechts suggesties op.
H et antwoord op al deze vragen werd gevonden in
het oud- archief van het Elisabeth Gasthuis.
Onderzoek in dit archief leverde niet alleen de
orginele 1 8de-eeuwse gedrukte en van illustraties
voorziene handleiding op die bij het kistje met
instrumenten hoort, maar ook gegevens betreffende
de contekst van de aanschaf van het kistje.
De handleiding draagt als titel Description of the
construction and Uses of a portable apparatus for the
Recovery of the Apparently Dead (beschrijving van de
bouw en het gebruik van een draagbaar toestel voor
het herstel van schijnbaar doden)3. De handleiding is
geschreven door John Savigny, ‘surgeons
instrumentmaker’, die ook het instrumentarium heeft
vervaardigd, in 17 89 te London op basis van een
publicatie van Charles Kite, ‘surgeon’, over de
reanimatie van schijndoden. In de handleiding
bevinden zieh twee uitvouwbare gravures. De eerste
7 Achttiende-eeuws
reanimatiesetje in de
collectie van het St.
Elisabeth’s o f Groote
Gasthuis.
gravure laat de verschillende instrumentonderdelen
zien die bij het ‘apparatus’ behoren (afb. 1 1 ). De op
deze gravure afgebeelde instrumentonderdelen
komen precies overeen met die, die zieh in het kistje
bevinden. De tweede gravure laat bovendien zien hoe
de verschillende onderdelen in elkaar moeten worden
gezet (afb.*). In de begeleidende tekst w ordt
beschreven hoe en op wie het instrumentarium te
gebruiken was, namelijk voor de beademing van
drenkelingen tijdens de reanimatie.
Drenkelingenzorg in de tweede helft van de
18de eeuw4
De zorg voor en om drenkelingen was in de tweede
helft van de 18 de eeuw een actueel probleem in
Europa en dus ook in Holland. Onder invloed van de
Verlichting vonden filosofen en in hun navolging de
gegoede burgerij, dat de wetenschap zieh moest
inzetten voor de verbetering van de
levensomstandigheden van de mens. Vanuit die
gedachte werd onder andere in 17 6 7 in Amsterdam
de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen
opgericht, met als doel het verbeteren van het lot van
de drenkelingen, door het stimuleren van
wetenschappelijk onderzoek, het verspreiden van
instructies over het behandelen van drenkelingen en
het uitreiken van médaillés aan redders van te water
geraakte personen.
Bovendien was men in die tijd doodsbang om levend
te w orden begraven. Daarom gebruikte men allerlei