
mele Franse tuinaanleg, wordt prächtig in beeid gebracht
in deze serie tekeningen van Moucheron.
In de loop van de achttiende eeuw kwam er verandering
in deze houding ten opzichte van de natuur. Dit is
vooral zichtbaar in de tuinaanleg van de buitenplaatsen.
De strakke, symmetrische tuin raakte uit de mode en
werd vervangen door de zogenaamde Engelse tuin, in
wezen natuurlijk even gekunsteld maar in schijn onge-
rept en voi verrassingen. Kronkelende paden, grillig ge-
vormde waterpartijen en grote loofbomen moesten de
illusie oproepen van een door de natuur zèli gevormd
landschap.
Ook de houding ten opzichte van de plattelandsbewo-
ner veranderde in deze eeuw. Hij werd nu bewonderd,
zelfs benijd, om zijn eenvoud en sobere levenswijze.
Achttiende-eeuwse uitbeeldingen van het landleven laten
bijna zonder uitzondering een zonnig, vredig en
goed geordend bestaan zien, waarbij de boer onver-
stoorbaar de loop der seizoenen volgt. Deze idylhsche
visie van de stadmens op het nog altijd even harde bestaan
op het land spreekt duidelijk uit een prächtige serie
tekeningen van Jacob Cats (1741-1799), die de
twaalf maanden in beeid brengt (afb. 25).
Afb. 25. Jacob Cats, De appeloogst, uit de serie De twaalf
maanden: September, pen en penseel in bruin.
Die idyllische visie raakte in de negentiende eeuw getint
door een zweem van sentimentalisme, dikwijls aanwe-
zig in romantische uitbeeldingen van boeren en het boe-
renleven. Voorstellingen die de meer sombere kant van
het landleven toonden, zoals bijvoorbeeld Van Goghs
Aardappeleters’, werden in Nederland nooit erg popu-
lair; men gaf hier de voorkeur aan een meer geideali-
seerde kijk op het leven op het platteland.
De rijk geülustreerde Teyler Agenda 1988 geeft in vo-
gelvlucht een boeiend overzicht van de manier waarop
door de eeuwen heen kunstenaars — bijna zonder uitzondering
stadsmensen — het ‘buiten leveri zagen.
Evenals voorgaande jaren zijn een aantal van deze tekeningen
en prenten deze winter in het museum tentoon-
gesteld.
Carel van Tuyll
Steigers over de schilderijenzalen
De wandelaar die in de Nauwe Appelaarsteeg — tussen
de Damstraat en de Bakenessergracht — nietsvermoe-
dend een blik om hoog werpt, zal verrast worden door
de indrukwekkende steigerconstructie boven de twee
schilderijenzalen van het museum. Deze imposante con-
structie die afgedekt is met doorzichtige perspex golfpla-
ten moet voorkomen dat weer en wind vrij spei hebben
bij de restauratie van de daken van de schilderijenzalen.
Deze herstelwerkzaamheden worden de körnende win-
termaanden uitgevoerd en zullen in de loop van februari
1988 gereed zijn. De kozijnen van de dakramen worden
vervangen en hierin worden nu dubbelglazige, UV-we-
rende ramen aangebracht. Bovendien zal de bestaande
dakbedekking van bitumen-shingles, die zijn längste da-
gen heeft gehad, vervangen worden door meer authen-
tieke, natuurstenen dakleien.
De resultaten van de verbouwing zullen, in tegenstelling
tot de spectaculaire restauratie van de Ovale Zaal, voor
het publiek niet echt zichtbaar zijn; alleen de vlekken die
het gelekte regenwater op de zg-legramen van de twee
zalen achterlaat zullen tot het verleden behoren. Wel zal
tijdens de werkzaamheden boven de legramen een werk-
vloer gemaakt worden, die het buitenlicht volledig uit-
sluit. Voor de bezoekers van het museum blijven de zalen
gelukkig toegankeüjk, omdat een tijdelijke noodver-
Uchting is aangebracht onder de werkvloer. Men onder-
vindt dan ook geen noemenswaardiger hinder van deze
restauratie, dan misschien enige reflectie van de nood-
verlichting op het vemis van de schilderijen.
Steigers over de schilderijenzalen van Teylers Museum.
Postzegeltentoonstelling: Denemar-
ken, Groenland, Noorwegen en U s-
land
De 18de tentoonsteiling van postzegels in Teylers
Museum van 10 Oktober tot en met 31 de-
cember omvat een aanvullende collectie postzegels
uit Denemarken, Groenland, Noorwegen
en Usland van Dr. C. Davids.
In het laatst versehenen Magazijn (zomer 1987,
nr. 16) werd medegedeeld, dat met de 17de tentoonsteiling
de filatelie van de Scandinavische
landen zou worden afgesloten. Tijdens de 16de
en 17de tentoonsteiling waren vooral de oudste
en oudere postzegels van deze landen te zien.
Na 1975 ontbrak echter nogal wat, vooral van
Denemarken, Noorwegen, Usland en Groenland.
Dr C. Davids stelde daarom voor, zijn vrij-
wel volledige collectie van de genoemde landen
als aanvulling in Teyler te exposeren.
Deze collectie omvat de postzegels van Denemarken,
Groenland, Noorwegen en Usland
vrij wel volledig van 1975 tot heden en vormt
een mooie afsluiting van de filatelie der Scandinavische
landen.
Gaame betuig ik hierbij mijn hartelijke dank
aan dr. Davids voor zijn aanbod en voor de me-
dewerking die hij bij de inrichting van de tentoonsteiling
heeft verleend
A. van der Werff
Symposium ‘200 jaar moderne
scheikunde in Nederland’
Op zaterdag 12 december zal in de gehoorzaal
van Teylers Museum een symposium worden
gehouden onder de titel ‘200 jaar moderne
scheikunde in Nederland’. De aanleiding is gelegen
in het verschijnen van een tweetal uiterst be-
langrijke publikaties in 1787. Verhandelingen
van Lavoisier, Guyton de Morveau, Berthollet
en De Fourcroy kwamen toen gebundeld in Pa-
rijs uit als Méthode de Nomenclature Chimique.
In hetzelfde jaar publiceerde Van Marum te
Haarlem de Schets der Leere van M. Lavoisier.
Op het symposium zal het eerste exemplaar van
een geannoteerde heruitgave in facsimile van
Van Marums Schets worden gepresenteerd, ter-
wijl een viertal sprekers de historische achter-
gronden van de moderne scheikunde zullen belichten:
prof. dr. HA.M. Snelders, prof. dr. G.
Dijkstra, dr. J.W. van Spronsen en drs. A.
Wiechmann. Ook zullen de deelnemers een be-
zoek aan de Van Marum tentoonsteiling in de
Vleeshal brengen. De organisatie van deze
feestelijke dag zal geschieden onder auspiciën
van de Koninklijke Nederlandse Chemische
Vereniging, in het bij zonder haar Historische
Commissie, in samenwerking met Teylers Museum.
Vanaf 10 uur kan een kopje koffie worden
genuttigd, terwijl het slot rond 17.00 uur zal lig-
gen. De kosten voor de deelnemers zijn nog niet
precies bekend, maar zij zullen bewust laag gehouden
worden, een lunch is erbij inbegrepen.
De lezers van dit blad kunnen voor nadere in-
lichtingen Teylers Museum bellen (023-
316851) of schrijven. Voor geïnteresseerden in
de geschiedenis van de scheikunde (leraren ?!)
lijkt de deelname aan dit symposium wel zeer
aan te bevelen, maar in verband met de lunch is
een opgave vooraf dringend gewenst.
Mededelingen
Personalia
Tot Leden van Teylers Tweede Genootschap
zijn door Directeuren van Teylers Stichting op
aanbeveling van dit Genootschap benoemd
prof. dr. H J. Habing, hoogleraar in de Sterre-
kunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden, in op-
volging van prof. dr. J. Kistemaker en prof. dr.
M.C. Brands, hoogleraar in de Nieuwe Geschiedenis
aan de Universiteit van Amsterdam,
in opvolging van prof. dr. J.C. Boogman.
Studie over Nederlandse versbouw met
goud bekroond
Op 13 november om 16.00 uur zal in de aula
van Teylers Museum de gouden erepenning van
Teylers Tweede Genootschap worden uitge-
reikt aan drs. F. Kassenaar, neerlandicus te Amsterdam.
Hij ontvangt deze onderscheiding
voor zijn inzending op de in 1984 door Teylers
Tweede Genootschap uitgeschreven prijsvraag,
waarvan het onderwerp luidde: ‘Een Studie over
prosodische aspecten van Nederlandstalige
poezie’.
De bekroonde Studie, getiteld Het Juyste gewichte’
van Jan van Hout (1542-1609), heeft be-
trekking op een boeiend probleem uit de geschiedenis
van de Nederlandse versbouw. Rond
het midden van de zestiende eeuw was een
kleine groep humanistisch gevormde dichters
tot de overtuiging gekomen dat er een nieuw
soort poezie moest komen, die zieh ook in
verstechnisch opzicht zou onderscheiden van
het toengangbare rederijkersvers. Het nieuwe
Nederlandse vers zou zoveel mogeüjk moeten
lijken op het antieke Latijnse vers, met zijn vast
aantal voeten en zijn regelmatige afwisseling
van lange en körte lettergrepen. Maar anders
dan het antieke Latijn had het Nederlands geen
körte en lange lettergrepen, doch slechts be-
klemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.
Mochten deze twee taalverschijnselen wat hun
poetisch effect betreft op een lijn worden ge-
steld?
In 1576 schreef de Leidse dichter en stadsecre-
taris Jan van Hout een verhandeling waarin hij
betoogde dat het mogelijk was de Latijnse poezie
in het Nederlands te evenaren, mits de dichter
ernaar streefde aan elke lettergreep het
‘juiste gewicht’ toe te kennen. Aan de interpre-
tatie van deze woorden is de Studie van drs.
Kassenaar gewijd. Na een zorgvuldige afweging
van argumenten komt hij tot de conclusie dat
Van Hout inderdaad een op regelmatig geor-
dende klemtoonverschillen gebaseerd Nederlands
vers heeft willen bepleiten, dat hij gelijk-
waardig achtte aan het kwantitatieve vers van de
hoog bewonderde Latijnse dichters.
Met zijn betoog heeft Jan van Hout het Nederlandse
vers van de vroege Renaissance als het
wäre een antieke adelbrief verschaft. Het effect
van zijn pleidooi is moeilijk te schatten, maar
vast Staat dat het metrische vers zoals Van Hout
dat propageerde, in de Nederlandse poezie een
indrukwekkende opgang heeft gemaakt. Sinds
de 16de eeuw hebben talloze dichters hun verzen,
in allerlei variaties, op het door Jan van
Hout bepleitte metrische grondpatroon gebaseerd.
Agenda
Tentoonstellingen
8 September t/m 24 november: ‘Herhaling of
Vertaling?’ Natekeningen uit de achttiende en
negentiende eeuw.
12 September t/m 6 december: Frank Meadow
Sutcliffe (1853-1941). Engelse fotografie uit de
19de eeuw.
10 Oktober t/m 31 december: Postzegels uit Denemarken,
Greenland, Noorwegen en Usland
uit de coll. van dr. C. Davids.
24 november t/m 21 februari: ‘Buiten leven’, tekeningen
en grafiek uit eigen bezit n.a.v. het versehenen
van de Teyler Agenda 1988.*
21 november t/m 28 februari: Kezenkokardes
en oranjestrikken. Draagtekens en penningen
uit de Patriottentijd.
11 december t/m 28 februari: Martinus van
Marum (1750-1837) -‘Elektriserend geleerde
in tijden van Verlichting en Revolutie’. Vleeshal,
Grote Markt, Haarlem. Openingstijden: ma
t/m za 11.00 tot 17.00 uur; zon en feest. 13.00
tot 17.00 uur; 25 dec. en 1 jan. gesloten
* In verband met de restauratie van de daken
van de schilderijenzalen zal deze jaarlijkse
agenda-tentoonstelling waarschijnlijk noodge-
dwongen tot het zg. prenten/tekeningenkabinet
beperkt blijven.
Lezingen van Teylers Genootschappen
Maandag 30 november, 20.00 uur: ‘Enkele
raadselen van de Chinese sterrenhemel ont-
sluierd’, door prof. dr. J. Kistemaker.
Maandag 25 januari, 20.00 uur: ‘Lesslie New-
bigins uitdaging aan de westerse christenheid
tot een radicale ontmoeting met de eigen cul-
tuur’, door prof. dr. H.B. Kossen.
Maandag 22 februari, 20.00 uur: ‘Schatvond-
sten uit de vikingtijd’, door mevrouw drs. G. van
der Meer.
Deze lezingen worden gehouden in de aula van
het museum. De toegang is kosteloos. Belangstellenden
zijn van harte welkom.
Lezingen Vereniging OKW, ‘Waarne-
men’
Zaterdag 19 december, 11.00 uur, ‘Waarnemen
in de fysica’, door dr. R. Boom.
Zaterdag 23 januari, 11.00 uur, ‘De waarnemer
waargenomen: inter-culturele beeldvorming in
de Oost-aziatische kunst’, door prof. dr. W.R.
van Gulik.
Zaterdag 13 februari, 11.00 uur ‘Waarnemen in
de kunst, de kunst van het waarnemen’, door
drs. J.F.H J . Stumpel.
Deze lezingen zullen gehouden worden in de
aula van het museum. Vanaf 10.30 bestaat de
gelegenheid een kopje koffie of thee te drinken.
Toegangsprijs van een enkele voordracht is
f 15,- (voor leden OKW f 10,-). In deze lezin-
gencyclus zullen nog voordrachten volgen op
12 maart en 16 april.