
Een andere gravure van Hogarth, getiteld ‘The Enraged
Musician’, biedt dezelfde thematiek. We zien hierop een
Italiaanse musicus die tot wanhoop wordt gebracht doordat
een groep straatmuzikanten zieh luidruchtig voor zijn deur
ophoudt. Aardig is dat de Engelse componist Samuel Arnold
zieh in 1788 door deze prent heeft laten inspireren tot het
schrijven van een komische opera, getiteld ‘The Enraged
Musician, a Musical entertainment’.
Heeft bij al het tentoongestelde werk in deze expositie muziek
de Schilder geinspireerd, in dit uitzonderlijke geval is het dus
andersom: de musicus doet inspiratie op in de beeidende
kunst.
A. E. Kraayenga
Een onverwachte museumschat: Etiketten
De verzamelingen en objecten van Teylers Museum, in
het bijzonder die van het Fysisch Kabinet en die van het
Mineralogisch en Paleontologisch Kabinet vormen, zoals
algemeen bekend is, een schitterende illustratie van de
wetenschapsbeoefening in de achttiende eeuw. Zijn over
het geheel genomen de instrumenten en fossielen gein-
ventariseerd en nauwkeurig beschreven door de succes-
sieve conservatoren, de mineralen zijn wat dat betreft als
stieikinderen behandeld. Er zijn tot op heden slechts
körte, bondige aantekeningen. En dat waar we te maken
hebben met een verzameling van een bijzonder belang.
Immers Marinus van Marum bracht deze bij elkaar tussen
1782 en 1826 juist op het moment, dat mineralogie als
wetenschap ontstond. Bovendien, en dat is zeker uit-
zonderlijk, is de collectie na al die tijd ongerept en
ongewijzigd gebleven. Heden ten dage bevat het Mineralogisch
en Paleontologisch Kabinet een tienduizend
specimina mineralen en gesteenten. Dit is nauwelijks
meer dan ten tijde van Van Marum. Natuurlijk is de
bestudering van de collectie zowel in historisch als in
mineralogisch opzicht zeer vruchtbaar.
Het eerst wat dan opvalt is dat de verzameling een fraaie
selectie representeert van de beroemdste aardlagen en
mijnen uit Europa in de 18de en 19de eeuw. Minder
duidelijk op het eerste gezicht is het balang van de aanwe-
zigheid van de oude, oorspronkelijke beschrijvende eti-
ketten bij tweederde deel der objecten.
Dit soort etiketten zijn overal lang verwaarloosd. Op tal
van plaatsen zijn deze etiketten dan ook verloren gegaan,
weggegooid dus. Gelukkig niet in Teylers Museum.
Tegenwoordig zijn dit ‘collector-items’, die soms zelfs
interessanter zijn dan het voorwerp dat ze beschrijven.
Relatief zeldzaam als ze zijn, worden ze zeer gezöcht. De
grote veilinghuizen bieden ze te koop aan en iedere veiling
aan gene zijde van de Oceaan levert weer een ‘Historical
record’ (The Mineralogical Record, oct. 1977, feb. 1978,
oct. 1978).
In die samenhang is het niet moeilijk het belang te schatten
van de 6000 oorspronkelijke etiketten in het kabinet.
Buiten elke speculatief geldelijke waarde vinden we hier
de ziel, ja, de genealogie van de verzameling.
In het algemeen puilen de etiketten uit van de meest
onvermoede informatie. De hiervolgende samenvatting
maakt duidelijk dat hun belang ver boven het kader van de
mineralogie uitsteekt.
Het uiterlijk
Met uitzondering van een vijftigtal gedrukte zijn alle
etiketten met de hand geschreven. Dit gebeurde meestal in
de gauwigheid op de achterkant van brieven, rekeningen
of drukwerken. Afinetingen en vorm zijn wisselend: rond,
vierkant, ovaal, afgescheurd, langwerpig, trapeziumvor-
mig. Wel zijn ze meestal gelijkvormig binnen een bij
elkaar hörende groep. Soms treffen we gedrukte ver-
sieringen aan.
%m m. & *
iiti e
jgu"de./# ■ Æ
, ** i -
r ^ I 0..v> í.
IJ; (np<> J. ji-ie* ....J
---
i . A a_..I
M i s
4
r cjiStM -
JCÉ
Afb. 7 Enige etiketten uit de verzameling. Boven is te zien dat ook
de achterkant van speelkaarten kan dienen voor een wetenschappe-
lijke beschrijving.
Het gebruikte papier is altijd van een goede kwaliteit,
meestal grauw lompenpapier met lange vezels en water-
lijnen, ook wel fljn perkament soms met watermerken,
altijd zuurvrij. Drie soorten inkt komen we tegen, een
zwarte en twee bruinkleurige. Dit zijn Oostindische inkt,
sepia en galnoten inkt. Van de laatstgenoemde geeft Haüy
de volgende samenstelling: ‘De stoffen die deel uitmaken
van galnoten inkt zijn ijzersulfaat, de galnoot en Arabische
gom. Dit laatste vergemakkelijkt het gebruikt van
de inkt op papier en verhindert het uitvloeien. Men voegt
er soms zeer fijne poedersuiker aan toe om de inkt te laten
glanzen. Men gebruikt ook hetzij samen met de galnoot,
hetzij afzonderlijk schraapsel van eikenschors, van
campêchehout, van sumak... Maar de beste inkt is die van
galnoten uit de Levant.’ (Traité de Mineralogie, 1801,
vol. IV p. 127). Deze inktschrijftzwartmaar verkleurtna
verloop van tijd bruin. Enige etiketten zijn geimpregneerd
met wolfsklauwpoeder. De teksten zijn met de ganzeveer
in lopend of gotisch schrift geschreven in vijf verschil-
lende talen. In volgorde van belang zijn dat: Frans, Duits,
Nederlands (vertalingen van Van Marum), Engels en
Latijn. Voor zover wij kunnen nagaan zijn alle etiketten
van voor 1782 in het Latijn geschreven.
T\ 3
LÄift
i * » áP.. . * v> ** »* » * ß
8 Uí /i LJ ■
■ K & 8 S ä
Q ;D A R T IE R D>E S’A IN T lM A tìT IN /
,2 fouffigné, Riceveur dei Jfapof III-,
a Ville de F s r is , crée pSr ÉdaEidu mpis de J a n v ie l
«onftoi* « r i , ( LB: A S a fo n <k /■■Déclanufep®- do
, 9 , & Arrii^duteh&i
e"« en eóneviuenec ì dtr lu, -■ ì ; . ■
Afb. 8 Drie verso-zijden van etiketten. Gebruikt voor de etiketten
is: een manuscript bladmuziek, een geheimschrift en zelfs een
belastingaanslag in het Quartier Saint-Martin in Parijs.
Definitie van het begrip etiket
Elk paleontologisch en mineralogisch object heeft een
nummer, dat zijn belang pas krijgt in de verwijzing naar
een verklärende tekst. Wat tegenwoordig de systeemkaart
is, was vroeger het etiket. Hier vinden we de verklaring
van dat nummer. Per definitie bevat het etiket gegevens als
de naam en de determinatie van het specimen; de
vindplaats en soms geologische gegevens (aardlaag,
stratigrafie etc.). In de tijd van Van Marum beijverden de
talloze verzamelaars zieh een maximum aan gegevens op
te schrijven wegens het gebrek aan gespecialiseerde
handboeken. De Studie daarvan blijft ons verrassen.
Informatie op het etiket
Ondanks de verscheidenheid van en de afwisseling in de
6000 mineralogische etiketten is er frappant genoeg toch
steeds sprake van een bepaalde uniforme manier waarop
de gegevens genoteerd zijn.
In het merendeel van de bestudeerde voorbeelden
verschijnt altijd in dezelfde volgorde: de naam, de
beschrijving van het object, de vindplaats, bibliografische
gegevens en de herkomst. We zullen hier in het kort op elk
van deze notifies ingaan.
De naamgeving
De naam van het object komt over het algemeen overeen
met de determinatie naar macroscopische kenmerken.
Dikwijls gaat het om namen die nu in onbruik zijn geraakt
of die verouderde classificaties volgen, maar waarvan het
historisch belang moeilijk te schatten is. Op de etiketten
van voor 1783 zien we vaak de woorden ‘mine’ (zowel
mijn als erts) en ‘terre’ (grondbeginsel) of schorl. Het
eerste geeft soms de plaats aan waar de monsters
gevonden waren. Soms het metaal zelf zoals ‘mine
d’argent, mine de plomb, mine de fer.’ (voor zilver, lood en
ijzer).
Met de ontwikkeling van de moderne scheikunde ver-
schijnen na 1783 ingewikkelde omschrijvingen, Haüy
omschrijft deze als ‘bijzondere verbuigingen’ als gemu-
riateerde ammonia, gesulfateerde bariet, silico-alemi-
neuse titaan o f zelfs amfîhexaëdrische amfibool van de
variëteit nr 6.
Bij de nieuw ontdekte soorten werd de naam dikwijls
gevolgd door die van de ontdekker zoals Malacoliet
volgensHaüy, Scapoliet naarD’Andrada en strahlstein
van Lenz volgens Werner.
In 1784 ontstond naast de chemische de nomenclatuur
van Haüy een andere die grote opwinding veroorzaakte.
In deze naamgeving werd een beroemd persoon geëerd.
Het eerste mineraal dat zo genoemd werd, en aanwezig in
onze collectie was Prehniet. De beroemde Werner gaf
calcium-aluminium silicaat deze naam naar kolonel
Prehn, die het mineraal van Kaap de Goede Hoop
meebracht. In 1800 kreeg Scapoliet van D’ Andrada de
a t , . .. p-rji:j£á
. k.’riÁ •’Il t.
j,. .h.
ü
I S3
,u jLâ.
<4..« 3^4«. ,</
77
Afb. 9 Fraai geïllustreerd etiket, waarbij de veranderingen van een
mineraal, agaat, met de vochtigheidstoestand zijn getekend. Van-
wege deze veranderingen werd agaat ook wel groeisteen genoemd.