
Afb. 2 Johannes Stradanus-Apollo als beschermer van de kunsten
(detail), pen en penseel in bruin.
raakte zij aan de muziek verbonden, wat waarschijnlijk te
wijten is aan een verkeerd begrepen passage uit haar
levensbeschrijving: ‘Cantantibus organis Caecilia virgo in
corde suo soli Deo decantabat...’ (‘Terwijl de muziekinstru-
menten klonken bezong de maagd Cecilia in haar hart alleen
de Heer...’) Eigenlijk keert Cecilia zieh dus af van de muziek,
doch omdatmen iets van zingen en muziekinstrumenten leest
heeft men geconcludeerd dat zij musiceert en haar tot
beschermheilige van de muziek gemaakt. Het orgel, de
koningin der instrumenten, is haar attribuut geworden.
De oudtestamentische figuur David is bijna onlosmakelijk
met de muziek verbonden. Niet alleen worden de 150
psalmen aan hem toegeschreven, we kennen hem ook al
dansend en zingend voor de Arke Noachs, als hij die in triomf
naar Jeruzalem brengt. Het meest bekend is echter het
verhaal van David en Saul, uitgebeeld in een gravure van
Lucas van Leyden (ca. 1490-1533). We zien David met de
harp, die tevergeefs tracht de verkrampte koning Saul met zijn
spei emge verlichting te schenken (afb. 4). Lucas heeft het
moment afgebeeld waarop de spanning tussen de beide
figuren zieh gaat ontladen. De jaloerse Saul, die bezeten is
door de boze geest, Staat op het punt zijn speer naar David te
werpen.
Behalve in de bijbel lezen we ook in sommige mythen en
sagen van de bijzondere werking die muziek kan hebben. Zo
heeft de mythische zanger Orpheus met zijn lierspel zelfs de
onderwereld betoverd, waardoor hij zijn geliefde Eurydice
Afb. 3 Hendrick Goltzius - De heilige Cecilia, pen in bruin, penseel
in verschiliende tinten bruin, wit gehoogd.
terug kreeg. Verliefdheid en muziek hören bij elkaar, wat
vooral in de 17de-eeuwse Hollandse kunst veelvuldig naar
voren komt menigeen die van liefdegevoelens is vervuld, zien
we door zang of snarenspel een geliefde bekoren. Met name
het werk van Jan Steen (1626-1679) toont dit op tal van
manieren. In Rembrandts ets ‘De fluitspeler’ uit 1642 zien we
een liggende herder met een fluit in de hand (afb. 5 ). Hij gluurt
naar een meisje dat bezig is een krans van bloemen te maken.
Achter hem springen enkele geiten weg en op zijn schouder
rust een uil. Geiten symboliseren lust, wat doet vermoeden
dat de intéresses van de herder zieh niet beperken tot het
vlechten van de bloemenkrans. De uil verwijst meestal naar
de donkere zijde van het bestaan, waaruit men kan afleiden
dat Rembrandt deze idylle in een enigszins negatief daglicht
heeft willen stellen.
Erotiek en muziek gaan in de 17de eeuw vaak samen, vooral
in voorstellingen van het Gehoor. De zintuigen hebben
namelijk lange tijd een nogal twijfelachtige reputatie gehad. In
de tentoonstelling komt dit tot uitdrukking in een gravure van
Jan Saenredam (1565-1607), gebaseerd op een ontwerp van
Hendrick Goltzius. Deze verbeeldt het Gehoor door een
amoureus paar, dat samen musiceert. De man bespeelt
daarbij een luit, die in de 17de eeuw erg populair is, vooral
omdat hij zieh goed leent om zelfgezongen liederen te
begeleiden. De luit vervult in die tijd ongeveer dezelfde rol als
Afb. 4 Lucas van Leyden - David bespeelt de harp voor Saul,
kopergravure.
het klavier nu. Het is daarom begrijpelijk dat we dit
instrument in de 17de-eeuwse kunst veelvuldig aantreffen.
Een tekening van de Rotterdamse kunstenaar Ludolf de
Jongh (1616-1679) toont ons bijvoorbeeld een zittende
luitspeler (afb. 1). Helaas weten we niet waar deze
figuurstudie voor heeft gediend, waardoor het ook niet is te
zeggen in welk verband we deze luitist moeten zien. De luit is
in de 17de eeuw namelijk aan de meest uiteenlopende
betekenissen verbonden. Misschien brengt de speler een ode
aan zijn geliefde of maakt hij deel uit van een van de vele
muziekgezelschappen die ons land toen rijk was. Hiervoor is
al gebleken dat voorstellingen met muziekinstrumenten niet
alleen anekdotisch behoeven te zijn, maar dat vaak ook van
een allegorische betekenis sprake is. De luit kan daarbij zowel
onkuisheid en prostitutie als huwelijksgeluk en harmonie
symboliseren. Deze harmonie kan betrekking hebben op het
samenzijn van man en vrouw, maar ook op het gebied van
maatschappij en bestuur.
Een tekening van de Haagse kunstenaar David Bles (1821-
1899) brengt eensgezindheid in het familieleven tot uitdrukking.
We zien een man en vrouw aandachtig luisteren
naar het spei van een jong meisje op een clavecimbel. De
vrouw Staat aan een harp maar heeft haar spei gestaakt om
zieh samen met de man op het kind te concentreren.
Afb. 5 Rembrandt - de fluitspeler, ets met droge naald.
Afb. 6 William Hogarth - The Chorus, kopergravure.
Een humoristische ondertoon is het werk van Bles niet
vreemd, waardoor men hem soms vergelijkt met de Engelse
kunstenaar William Hogarth (1697-1764). De toon van
Hogarth is echter bijtender, meer intellectueel; Hogarth is een
moralist, die misstanden in het 18de-eeuwse Engeland aan de
kaak stelt. Zijn gravure ‘The Chorus’ toont met welk een
meesterschap hij menselijke gelaatsuitdrukkingen weergeeft
(afb. 6). Hier en daar krijgen de verwrongen gezichten zelfs
karikaturale trekken, wat waarschijnlijk ook Hogarths opzet
is geweest. De groep zangers brengt namelijk het Oratorium
‘Judith’ ten gehöre, een werk van de Nederlander Willem de
Fesch, die in de 18de eeuw met composities in een Italiani-
serende stijl bekendheid kreeg. We weten dat Hogarth afkerig
was van de grote stroom buitenlandse musici die voor veel
geld naar Engeland kwamen, zonder opmerkelijke prestaties
te verrichten.