
</-ú.ih tyn.iyiru- -¡Vt/in-cc
{¿cr'lfOiAOuß.Qpk^l. ée-fúe.^ WAJhr4/i^tJ jn \q 4oz»,j
¡ ^ ?W U e / l - í . ^ jftfrÓ L Íb í,
1 Vi*- flLohtCOJL Wé/LlOtui^pH u. JH.¿L¿uU.
v n z
j)¿* V7. IlAn**CA*i . JÍC4JU»* - J>1** * l£A%A.+*. í% «£t *>«-» W*'
CJÍmC.4a>» +*-•: ~¿r*‘ 9>%*y*+* ¿Mt<u—
<TM & jxrUUCe. <rf> 3*
¿Zi». JÍL^L** h r -U ^ k ^ l y c ^ ao
hiM.-bt*t&* -«* •, t J * A,<f
^ JUA- M B S I *4~. **-*-. V/tfy
.í^a*. «*> ir*- ioh*-'v+'
i „ W í r . i í ¿ A ^ . r > c ¿ . K n * K . ^ u . « T 4 . y*«.-
.W*~, **• *w-e<fc*- •*»* ÄA. 4*. Au. a-iytx .
SéJ^V*. ««*V <*•«- V-*~
/n1T , ¿, tUüvi •% <t f CVIM-TZ. 0*2 a« tx.i-4-^ C^ r>V'-lét*
fboiMixM. i <h»i h-Oxc
l<4| /t
¿ C ' i r t w l í , ■ m —ic A “*-• twv tí A.-feA. ,
tXdf}^%fTrLi-~ ~lIe.*Sffigta i y i (Sjfc,UH-í» i A¿- i.
|^2>í* . . . .-//LfiCt-A kt.L ¿k *1? *****- i
:« .t /*■.«. Jhr\o-Cft2«^ °z*\.4if- g Vu.(- Lfp.9 £ AliaifM. /»£Wti^
j¡ t f± ( iLí.i Oh^ mX/£W»>. ( *3 CA 3 c CJ*m.5 <i t l c ^ í i i fc«.
ítJfc^ £^*11**.**^-«». trV-4Ííi.^hfi«#í<i. * *'•
^íc - *
Afb. 2 Eerste pagina van het manuscript Joumaal van mijne
Verrichtingen ter verkiyging eener verzameling van Physische
Instrumenten & Modellen van nuttige Werktuigen in Teylers
Museum.
den Instrument Cuthbertzon te Amsterdam vemomen had,
van 62 duimen Rhynl. maat
De Heeren leden van ons CoUegie approbeerden, na over-
weging der reedenen, die ik voor my bracht, dit plan, en
qualificeerden my dus om uit naam van het CoUegie aan
H.H. Directeuren der Fundatie dezen voorslag te doen.’
Een voortvarend optreden
Het verslag dat Van Marum hierboven geeft, klinkt werkehjk
ongelooflijk om niet te zeggen ongeloofwaardig, er is een
splintemieuwe, peperdure museumzaal gereedgekomen,
maar een kleinigheid, de vitrinekasten zijn ongeschikt voor de
te verzamelen objecten, de Fossilia! Daarom, lezen we, stelt
Van Marum in zijn goedheid voor om ook fysische
instrumenten en modeUen te verzamelen, te beginnen met een
electriseermachine, die zo groot is dat hij in geen enkele kast
past! En iedereen ‘approbeert’. Het is duidelijk dat de
toekomst van Teylers Museum wat Van Marum betreib
vastligt een natuurwetenschappelijk instituut van het hoogste
niveau. Directeuren van de Stichting mögen voor het geld
zorgen, maar moeten niet moeilijk doen.
Het verslag van Van Marum leert ons ook dat het Kabinet der
Fossilia ouder is dan de verzameling fysische instrumenten.
Onder Fossilia moet men trouwens aUes verstaan dat
opgegraven kan worden (Lat fossus: gegraven): gesteenten,
mineralen, archeologische voorwerpen en soms, ja, fos-
sielen.
Van de laatste zal Van Marum er maar enkele aanschaffen
(Mosasaurus, Homo diluvii testis). Gesteenten en mineralen
hebben veel meer zijn belangsteUing. De eerst aangeschafte
fossilia, gekocht op 12 t/m 15 november 1783 uit de
genoemde collectie Van der Meulen, zijn voomamelijk goud-,
zilver- en tinertsen. Zij hadden de lieve som van 3667,80
gülden gekost. Pas aangeschaft blijken ze dus niet geschikt
voor expositie in het museum!
We keren terug naar de plannen met de electriseermachine.
Nadat Van Marum in April de aanschaf van een grote
electriseermachine bij Directeuren van Teylers Stichting
verdedigd heeft, krijgt hij toestemming voor de aanschaf. Van
Marum heeft bij Cuthbertson al geinformeerd naar de prijs en
men gaat uit van / 2500,- voor het geheel. Van Leendert
Viervant krijgt Van Marum een tekening ‘hoe men het
houtwerk der Electrizeer-machine het meest overeenkomstig
de bouworder van het Museum zoude kunnen inrichten.’
Cuthbertson heeft het bestek dan al in bezit. Van Marum
experimenteert met een oude electriseermachine en komt tot
de conclusie dat Frans glas te prefereren is boven Engels.
Over Nederlands glas wordt niet gesproken.
Op7mei 1783 komt John Cuthbertson naar Haarlem om het
bestek te tekenen. Dit bestek bestaat in duplo. Een
manuscript is ondertekend door Cuthbertson, het andere is
een copie in het Joumaal van myne Verrichtingen... Ter
gelegenheid van de 200-jarige aanwezigheid van de machine
in het museum publiceren we hier, voor het eerst, de letterlijke
tekst van het bestek.
Bestek van eene Groote Electrizeer-Machine,
te vervaardigen door J. Cuthbertzon te Amsterdam
Dezelve moet bestaan uit twee schyven van Fransch glas,
welke een middellyn hebben, die niet minder is dan twee en
zestig Rhynlandsche duimen. Het houte gestel, waar in deze
schyven bewogen worden, moet van Mahoyny hout gemaakt
worden, overeenkomstig de daar van gegeven teekening
zowel ten opzichte van de maaten als van het snywerk; de
wydte van dit gestel blijft alleen onbepaald, welke volgens
nader overleg zal genomen worden. Dit werktuig moet
ingerigt zyn om zo wel negatif als positif te kunnen
electrizeeren. Ten dien einde moet hetzelve vrygesteld
worden op vier glazen colommen van massif glas, die met
hunne kopere basimenten en capiteelen dertig duimen hoog
moeten zijn. Ook moet tot hetzelfde oogmerk het besneden
werk van de stylen afgenomen kunnen worden, en voor het
besneden bovenstuk een ander glad en wel afgerond, waar in
de kuszens paszen, er bygemaakt, en indeszelfs plaats kunnen
gesteld worden. De glaaze schyven moeten door twee
mannen kunnen omgedraaid worden door een dubbelden
zwengel op drie houte stylen rastende. Deze stylen moeten
verbonden zijn aan een houten voetenbank, waar op de
werklieden kunnen staan die de schyven omdraaien.
Deeze voetenbank met de stylen moeten van Eikenhout zyn,
met pennen in elkander verbonden, zodat dit gestel gemaklyk
uit elkander kan genomen worden. De As van de zwengel
moet door middel van een schamier uit een kloot en twee
bengels bestaande met de As of spil van de machine
verbonden worden. Tusschen den As der machine, en het
schamier van den zwengel moet een dikke massive glazen
cylinder van 16 duimen in lengte in koper gevat geplaatst
worden, wanneer men negatif electrizeeren wil en op dezen
cylinder een glazen schyf van 16 duimen onder den voet van
de machine moeten 4 süffisante kopere rollen of Casters
gemaakt worden, waar op de machine kan worden voort-
gerold. Deze voet moet met twee schroeven in de planken van
de vloer worden vastgeschroefd.
By deeze machine moet een kas van dun mahoyny hout
gemaakt worden waar in de schyven met de kuszens kunnen
beslooten worden. De conductor van deze machine moet uit
vyf kleinere conductors bestaan, die elk op een massif glazen
voet staan, ter lengte als in de tekening bepaald wordt, of van
de grootste lengte, die er gemaakt kan worden. De voeten
waarop deze colommen staan, moeten volgens de tekening
gemaakt worden, en elk voorzien zyn van drie kopere
schroeven om waterpas te kunnen worden gesteld. Er moet
noch een zesde glazen colom op een soortgelijke voet by
gemaakt worden, doch welke colom maar 30 duimen lengte
moet hebben om te dienen tot steunzel voor een negativen
conductor. De conductors moeten elk twee voeten lang zyn
tusschen de knoppen. De knoppen moeten allen kloot-ronde
bollen zyn, en die maaten hebben, als in de tekening bepaald
zyn. Alleenlijkblyven de dwarsarmen, waar in de opzuigende
punten zijn, onbepaald, welker lengte volgens nader overleg
zal genomen worden. Alles te maaken volgens Rhynlandsche
maat. Voor het overige neem ik aan dit werktuig, in allen
deelen naar myn beste fnzien zo goed als het my doenlijk is te
zullen vervaardigen, en ten mynen koste en risico aan Heeren
Directeuren van Teijler’s Fundatie te zullen leveren, en dat
wel, indien ik niet door ziekte of eenige ander onvoorzien
toeval verhinderd wordt, tegens het einde van dit loopende
jaar, of uiterlyk tegens primo February 1784 in de zaal van
Teylers Fundatie te Haarlem, alles voor de zomma van zeven
en twintig honderd guldens.
■
0-407 ^
¿7? **407
7 fie s ) Y t a
Afb. 4 De kwijting van Cutherbertson
Tot zover het bestek en de aftekening, op de dag voor
Kerstmis, van de electriseermachine. Deze aftekening is
overigens niet compleet, want uit het Joumaal van Van
Marum blijkt dat de ‘knecht’ van Cuthbertson een fooi krijgt
van 25 gülden.
De constructie van de machine
Volgens de afspraak in het bestek moest de machine uiterlijk
begin febraari 1784 gereedzijn. Voortdurende veranderingen
Actum Haarlem 7 Mey 1783
(getekend) J. Cuthbertson
(Dan volgt in het handschrift van Cuthbertson)
De Electriseermachine in bovenstaand bestek aangenomen,
by my in December 1784 geleverd en in het Museum van
Teyler geplaatst zynde, bekenne ik ondergeschreven ont-
vangen te hebben van de Heeren Directeuren der nalaten-
schap van Test. P. Teyler van der Hulst.
vooreerst de be'dongen somme van / 2700,-
ten anderen voor bygevoegde verbeteringen / 300,-
en eindelyke een douceur van / 250,-
dus tezamen / 3250,-
Haarlem 24 December 1784
(getekend) J. Cuthbertson
Afb. 3 De signatuur van Cuthbertson op de electriseermachine.
Erboven: de glazen kolommen, die de machine / 300,- duurder
maakten.