
*t+4r:}~iiAL4i*x t 9^wti *•.
<»S^*-V ¿z+^.jr *.»-**. A - & s:- ä
.s..../
/fi'dt*-* <*.. ******
j<(.-<»»i*«-<i>'*»~j^*i/'
_ jg g l
«^■.‘¿s-. SdSLpft, ¿¡es. ,
c~)^~ **^-sflr~' '¿t*£*rt, jtw««4U<i
P -,-? ;v ;-' Î- in*, 4,*-^.«# *»..* w y » s » ,^5». £*»_
»«*». |Nk«^
. Àw4*^C£« ^ C *.<U/ .
«:4£» Ï- iv-x-^>/><*• 4^-^ vfa&>-*s..
41 ,A- ,^f; ir A/r££.-~*m.
iet^c^ia %**/ à««b #w4fc^-urf< *•<*»» n«s—• **»—
WiJtZj-*-; «— **-i £*■■•* iki&rv**xzr Ä—- #*» <.s *¿1». C^~<[ »•»•». s-.-™. *-- j »•_*-*.
& Aw.~îptfyy.
ÎL.Ù- ir*^—^
;|au n^Sk-s-- f-frr. . *î->;-‘ <~
¿..iîw —Qht.
■ ■N i s * ¿ ^ fe ¿ , , ^ . ^ < «/«tL
¿•s.- f’Aft» /v i-ii.y .j .*. ¡t „ t 3fw£ <***. A1,
s8,.> •
ty 1, ^ (* v4i*a , » ¿s. »,.,^..-^1
&r A'
■ V
Afb. 12. Pagina van het manuscript van Van Marum: Z)e Geschie-
denis der heische Fies.
hieronder, onverkort, voor het eerst gepubliceerd. Hoewel
een datering ontbreekt, is het zeer waarschijnlijk dat Van
Marum deze voordracht in maart 1782 hield.
De Openbare les van Van Marum
Van Marum gaat in zijn lezing over de geschiedenis van de
Leidse fies eerst uitvoerig in op het belang van de uitvin-
ding voor de elektriciteitsleer. Vervolgens beschrijft Van
Marum de uitvinding door Petrus van Musschenbroek en
het persoonlijk ongemak dat hem dat oplevert. De uit-
vinding wordt gerapporteerd aan de Académie des
Sciences. Daama beschrijft hij enige verschijnselen van
een elektrische schok tengevolge van de ontlading van een
Leidse fies. Het verhaal is tamelijk bekend en in menig
natuurkundeboek te vinden. Meestal worden er nog enige
namen genoemd: Cunaeus en Allamand, beiden als assi-
stenten van Van Musschenbroek werkzaam. Toch is het
verhaal apocrief. Want zoals Haarlem de uitvinding van
de boekdrukkunst betwist wordt, zo wordt ook deze
uitvinding meer naar het oosten verplaatst: Ewald Jürgen
von Kleist (ca. 1700-1748) uit Pommern deed de Leidse
proef enige maanden eerder. In een volgend Magazijn
gaan we hier nader op in.
A. W.
Literatuur
De Bruijn, J.G. in Martinus van Marum, L ife and Work, (ed. by
R.J. Forbes), Vol. I, (1969), p. 287-360, Tjeenk Willink, Haarlem
Hackmann, W.D., Electricity from glass. The History of the frictional
Electric Machine, 1600-1850, (1978), Sijthoff en Noordhoff,
Alphen aan de Rijn
Heilbron, J.L. Electricity in the 17th & 18th Centuries, (1978),
Berkeley.
De Geschiedenis der Leidsche Fles1
Er is voorzeker in de geheele geschiedenis der Natuur-
kunde geene ontdekking te vinden, die tot een grooter
aantal van nieuwe ontdekkingen aanleiding heeft gegeven,
en hierdoor meer licht verspreid heeft in de wetenschap,
tot welke zy behoort, dan de ontdekking der zogenaamde
Leidsche Fles. Voor deze ontdekking bestand de geheele
Electriciteit-kunde slegts in den kennis van eenige ver-
schynzelen, waarvan men in het geheel geene reede wist te
geeven. Men vond ook nauwelijks eenig verband of over-
eenkomste tusschen de verschynzelen zelven, en men
konde ze dus niet in die orde voorstellen, dat zy gerekend
konden worden eene wetenschap uit te maaken. Het is de
ontdekking der Leidsche fles, die meer dan eenige andere
ontdekking de Natuuronderzoekeren heeft aangespoord,
om de zo verwonderlyke Electrike verschynzelen met
alien yver na te gaan, dezelven op veelerly wyzen te be-
proeven, en längs dezen wech na te vorschen, welke toch
de naakte oorzaak van deze zo zonderlinge verschynzelen
zyn mochte. In körten tyd hebben hunne poogingen den
gewenschten uitslag: men deed in deeze wetenschap eenen
stap, waar van men, zo verre my bekend is, geenen derge-
lyken in eenige andere natuurkundige wetenschap gedaan
heeft: en men had welhaast het genoegen zieh door de
ondervinding overtuigd te zien, gelyk in het algemeen de
vorderingen in natuurkundige wetenschappen niet misten
hunnen nuttigen invloed in den zamenleeving te hebben,
zo ook de vordering in dezen jongsten tak der Natuur-
kennis de menschen een zeker middel aan de hand geeft,
om zieh en hunne bezittingen tegen de schrikbaarende
uitwerkzelen van den blixem te beveiligen.
Een ontdekking zo vruchtryk in haare gevolgen als die der
Leidsche fles, is my voorgekoomen te verdienen, dat men
er de geschiedenis van kenne. Ik heb my daarom de moeite
gegeven dezelfve uit de oorspronkelyken berichten op te
maaken, (my vlyende dat de geschiedenis dezer ontdekking
door Ue met eenig genoegen zoude kunnen
gehoord worden, te meer daar de eer van deze ontdekking
vry algemeen aan een vaderlandsch Hoogleraar wordt
toegeschreeven.)
Op het eind van het jaar 1745 had de yverige Leidsche
Professor Musschenbroek het geluk van deze ontdekking
te doen. Deze zo verdienstelyke man, die geene moeite
spaarde wanneer hij meende iets ter bevordering van de
Natuurkennis te kunnen toebrengen, kwam toevallig tot
deze ontdekking, Hy beproefde op verschillende wyze,
hoe de Electrike kracht in vryhangende leiders behouden
kon worden. Ten dien einde had hy aan den conductor
zyner Electrizeer-machine een koperdraad gehangen waar
van het eind hong in eene fles, die voor een gedeelte met
water gevuld was. “Deze fles zegt hy hield ik in myne
rechter-hand en met de andere hand trachte ik een vonk te
trekken uit den geelectriceerden conductor. Op hetzelfde
oogenblik (dus vervolgt hy) wierd myne rechterhand zo
geweldig geschokt, dat myn gehele lichaam erdoor geraakt
wierd als door een blixem slag. Myne arm en myn geheele
lichaam voegt hy er by waaren er zo geweldig van
aangedaan, dat ik het niet weet uitdrukken; met een woord,
ik meende, dat het met my gedaan was. Dus wierd dan
deze vlytige Natuuronderzoeker op het onverwagts door
dit vreemde verschynzel verrast; dus wierden zyne vlytige
poogingen bekroond door eene ontdekking, die voor zeker
wegens haare vruchtryke gevolgen van veel grooter waar-
de was dan degeene welke hy schynt beoogt te hebben.
Van deze ontdekking zoud hy het eerste berichten, waar
van ik zo even den voomaamsten inhoud gegeven heb, aan
M. de Reaumur. Noch den dach der ontdekking noch de
dagtekening van deze brief heb ik ergens aangetekend
gevonden). Het schynt echter genoegzaam zeker te zyn,
dat Musschenbroek deze groote ontdekking voor het einde
van 1745 gedaan heeft, terwijl de Abt Nollet in eene
Memoire die hy den 20 April 1746 voor de vergadering
van de Académie des Sciences verhaalt dat deze brief van
den Prof Musschenbroek, in het begin van January door
M. de Reaumur was meêgedeeld. Zodra dit bericht aan de
vergadering der Académie was meegedeeld, begeerde zy
dat de proefneeming herhaald, en in alle derzelver om-
standigheden onderzogt wierd. De Abt Nollet en M.
Monnier namen deeze taak op hun (ib. stuk p 2)2.
Nollet was de eerste van hun die het waagde, onaangezien
het afschrikkend verhaal van Musschenbroek de proef te
ondememen; hy wierd hier van een körten tyd teruch-
gehouden, daar Musschenbroek in zyn bericht uitdrukke-
lyk beval dat men tot deze proefneming geen ander dan
Duitsch- of Boheemsch glas behoorde te neemen, er
byvoegende dat dezelve met andere zoorten van glas niet
gelukte. Doch Nollet geen kans ziende te Parys het
Duitsche glas spoedig te verkrygen, nam de proef met
Fransch glas, hier toe gebruikende eene gewoone glazen
kolf, deze proefneeming slaagde zo wel, dat hy er volgens
zyne getuigenis eene hevige schok van ontfing.
M E M O I R E S
MATHEMATIQUE
E T
DE P H Y S I Q U E ,
t i r e s d e s r e g i s t r e s
de l ’Académie Royale des Sciences,
De l’Année M. D C C X LVI.
O B S E R V A T I O N S
Sur quelques nouveaux phénomènes d ’Electricité.
Par M. l’Abbé NotLET.
A U mois de Janvier de la préfente armée *, M. de » AviU
T \.Reaumur nous fit part d'une lettre de M. Muffchen- '7*&
«rock fVofciïèur de Philofophie 8c de Matht-maliq ue-5 dans
tîouvera ^ans ce Mémoire bien des faits, &. même des ratfotïtic-
û maintenant dans divers ouvrages imprimés» je prie
feleéleurde voubir bien confufer t e daics. ‘ *
Mm. i/af-tS* &
Afb. 13. Verslag door Nollet voor de Académie des Sciences: De
proeven met de Leidse Flessen.
Afb. 14. Dlustraties van Nollets proeven met de Leidse flessen.
Ontladingen via het menselijk lichaam.
Winkler3; te Leipzich, die meede onder de eerste was,
die deze proef herhaalde spreekt er, volgens de gewoonte
der Duitschers noch met veel meer ophef van. zie Priestl.
Hist4. Het was deze verbazende proef, die de Electri