
coiOTon
Teylers Magazijn is het kwartaalblad van Teylers
Museum en tevens mededelingenblad van de
Stichting Vrienden van Teylers Museum.
ISSN 0920 0460
Nummer 64 (jaarg. 18, nummer 3, herfst 1999).
Maand van verschijnen: September 1999
ABONNEMENT OP TEYLERS MAGAZIJN
Teylers Magazijn verschijnt viermaal per jaar - in
de winter, lente, zomer en herfst. Dit blad infor-
meert u over alle wisselende activiteiten- in het
museum en het belicht de achtergronden van de
verzamelingen en kabinetten, de geschiedenis en
andere onderwerpen die in nauwe betrekking
staan tot het museum.
Abonnementen gelden steeds voor een vol kalen-
derjaar en worden, tot wederopzegging, automatisch
verlengd. U kunt zieh abonneren op jaargang
1998 door / 20,- over te maken op bankrekening
56.03.24.979 van de ABN te Haarlem of postre-
kening 56.99.019 onder vermelding van ‘Teylers
Magazijn 1999’.
Geschenkabonnementen zijn welkom, gaame met
opgave of het abonnement voor een jaargang dan
wel voor onbepaalde tijd wordt geschonken. Vrienden
van Teylers Museum ontvangen dit tijdschrift
automatisch.
AUTEURS VAN DIT NUMMER
M.H. Besselink - medewerker tentoonstellingen,
Afdeling Presentatie
B.C. Caron - medewerker Fysisch Kabinet
drs C. Tuyll van Serooskerken - conservator
Kunstverzamelingen
drs M. van den Berg - projektmedewerker
Armando-tentoonstelling
Eindredactie: B.C. Sliggers
Vormgeving/DTP: Lambert de Jong, Den Haag
Fotografie: M. Zegei
Drukwerk: Paswerk Bedrijven, Haarlem
Teylers Museum,
Spaarne 16,
2011CH Haarlem,
tel: 023-5319010,
fax: 023-5342004,
e-mail: teyler@euronet.nl
OPENINGSTIJDEN:
dinsdag t/m zaterdag 10-17 uur,
zondag 12-17 uur.
Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag gesloten.
Correspondentie met de Stichting Vrienden van
Teylers Museum kan gericht worden per adres aan
het museum.
OMSLAG:
Anoniem, Verklaringe van de Eclipsis, Voorgevallen
in't Jaar 1654, den 12 Augustus N.S. Uitgave van
Cornells Jansen, Amsterdam 1654. (kopie H. Nieu-
wenhuis, Eise Eisinga Planetarium, Franker)
i
1
I
i
m
E H
rt'le
It a -
\ \ YL'
az tot 'Bqelt
> r ; m m . . a
Woensdag 11 augustus was het zqter. Van f>i
Havre, van Luxemburg tÿ t München, Van Gràz
mensen in de banXwe
rest; een totale zan£verduistering hield miljoenen
schaduw van de rtyaan viel op de aarde en op k aanichte dag werd het êw n
nacht. Dit fenomenale natuurverschijnsel krijgt tot en met 21 november aan-
dacht In het Boekenkabinet, waar een expos1t|e de eclips zowel vanuit na-
tuurwetenschappelijk als vanuit historisch oogpunt belicht.
\
Teylers Museum zou slechts zo’n 93 pro-
cent verduisterd worden. De laatste totale
zonsverduistering in Nederland was op
3 mei 1715, de eerstvolgende zou pas op
7 oktober 2135 plaatsvinden. Daar was
geen wachten op. We, een groep collega’s
en vrienden, besloten naar Noord-Frank-
rijk te gaan om het mee te maken, naar
Signy-Montlibert, dat wel in de totali-
teitszone lag.
OOGGETUIGEVERSLAG 1999 Geen pa-
rels van Bailey, geen diamantring, geen
corona. Het eerste dat we ‘s ochtends zagen
met ons hoofd buiten de tent waren
wolken. Zware wolken. In de loop van de
dag kwamen er echter enkele gaten in het
wolkendek waardoorheen de al deels ver-
duisterde zon zichtbaar was. De totale
verduistering zou om 12.26 uur plaatsvinden.
De lucht was toen inmiddels
weer dichtgetrokken en ik had me al bij
dit teleurstellende feit neergelegd toen ik
volkomen onverwacht werd gegrepen
door het fenomeen. Het licht werd ‘taa-
nig van couleur, ongemeen droevig’. Beter
dan Vincent Jansz. van der Vinne, op-
zichter van Teylers Kunstverzamelingen
het in 1793 beschreef kan ik het niet zeg-
gen. Koud werd het, en er stak een wind
op. De wereld werd stil. Op het gras voor
mij leek er iets te bewegen. Ik wankelde.
Snel werd het nu donkerder. Het leek als-
of iemand met een dimmer schoksgewijs
het licht uitdraaide. Om me heen kreten
van ontroering en verbazing. Tranen in
mijn ogen. Plots werd de aarde ontdaan
van haar levenskracht. Een enorm gevoel
van desolaatheid omgaf me en even was
ik volkomen de kluts kwijt. Verbluft ke-
ken we elkaar aan. Wat een gebeuren,
welk een emotie. Vrijwel niemand bleef
er nuchter onder. Dan lcwam uit het westen
het licht weer aanrollen. Goddank.
VERDUISTERING
Alle totale zonsverduisteringen tot en met 2020
£
H B
totale zonsverduisteringen tot en met 2020 (bron: Fred Espenak, NASA)
Champagnekurken knalden. We omhels-
den elkaar. De aarde draaide door. Het
was de zon die het toch van alles won.
Geen wonder dat het fenomeen in zoveel
culturen als een gevecht tussen zon en
duistere machten wordt beschouwd. In
februari 1980 vond tijdens een festival ter
ere van de god Shiva een zonsverduistering
plaats. In de heilige stad Gokarn waren
sadou’s (heiligen), bedelaars en andere
festivalgangers samengestroomd. Een
zonsverduistering werd niet als een goed
voorteken beschouwd en urenlang werden
er rituelen uitgevoerd en werd er ge-
beden. Op het moment suprême, toen de
maan de zon volledig bedekte, werd er ge-
gild en gehuild. Er werd op trommels ge-
slagen en mensen dansten in extase om
het onheil af te wenden. Eiders in het
land doken zwangere vrouwen onder het
bed en bewoog zieh niemand meer op
straat. De angst wordt gevoed door de
hindoe-mythe waarin het hoofd van de
demon Rahoe van tijd tot tijd de zon en
maan verslindt. Dit uit wraak over de
onthoofding van Rahoe door de god
Vishnu, nadat hij van de verboden on-
sterfelijkheidsdrank had gedronken. Vol-
gens een andere mythe worden zonsverduisteringen
veroorzaakt door Ganesha,
de hindoegod met het olifantshoofd. Nadat
hij een keer zo veel gegeten had dat
zijn buikje openbarstte, zag hij to t zijn
schrik dat de zon en maan hem uitlach-
ten. Daarop bond Ganesha een aantal ser-
penten om zijn middel om de hemelli-
chamen daarijiee binnen te halen, om ze
vervolgens door de slangen te laten eten.
Nu nog worden zon en maan op gezette
tijden opgegeten om hen te herinneren
aan hun fatale fout.
MAANBAAN Bij een zonsverduistering
Staat de maan tussen de zon en de aarde.
En terwijl de maan bij na vierhonderd
maal kleiner is dan de zon, zien we zon en
maan even groot, omdat de zon ook vierhonderd
keer zo ver weg Staat. In een ver-
re toekomst zal dat anders zijn; de maan
beweegt zieh langzaam van de aarde a f en
zal op een dag het zonsoppervlak niet
meer volledig kunnen bedekken. Feitelijk
gebeurt dat ook nu regelmatig. Vanwege
het feit dat de baan van de maan om de
aarde ellipsvormig is, Staat de maan-soms
verder, soms dichter bij de aarde. Als de
maan ver weg Staat lijkt hij kleiner en zien
we de zon ringvormig om de planeet heen.
Er is dan sprake van een ringvormige zonsverduistering.
Ongeveer eens in de vier
il l)h u p n
b p , illSJiJ UJ1 ' J iÜ i iy j
E ' ¿ P l i i b l l P b U J U J ü 3
j u u E y j
r&VJJI § d i n d/3Ju \ i
« g i n Ü5> j U î i â r . i i J 3 u i i l i l / i u n P
! ì ig f £ i J f i l i l i / i j u u f i i l u ¿ u n
J i j k i ' ¿ u y j u n P
i l a ’L Ì ] i l II il s i l i t u 3 Ì3J3JIJ
. j J i i u / P u u ì u u H i p n u n u g & n b l ì i i ,
ä * y j u b i g u P u u n
weken draait de maan om de aarde.
Maandelijks zou er dus, met nieuwe maan,
een zonsverduistering moeten plaatsvinden.
Dit is niet het geval. De baan van de
maan om de aarde ligt enigszins scheef ten
opzichte van de baan van de aarde om de
zon. Het maakt een hoek van vijf graden
ten opzichte van het eclipticavlak. Daar-
door schuift de maan meestal boven of
onder langs de zon.
MIDDELEEUWEN Zo’n één keer in de
driehonderd jaar komt op een bepaalde
plaats op aarde een totale zonsverduistering
voor. Gedeeltelijke zonsverduisteringen
op zo’n plek zijn veel talrijker; voor
Nederland zijn er in deze eeuw maar liefst
42 geteld. Omdat dit natuurverschijnsel
al tijd grò te indruk op de mensen heefr ge-
maakt, zijn er al zeer vroege bronnen be-
kend waarin sprake is van een zoneclips.
In 1241 schreef de monnik Menko uit
het klooster Wittewierum te Groningert:
‘ [op 6 oktober] vond er een zonsverduis-
3. Reinier Ottens,
Atlas major con generales
omnium, etc.
Amsterdam z.j. (ca.
1740), dl. 1. Ver-
beelding van de
zonsverduistering op
12 mei 1706 en 3
mei 1715 (Teylers
Museum)
¡ 1 1