
Aa nwin s te n v a n e n bruiklenenaan II 12
In deze vaste rubriek worden wetenswaardigheden vermeld betreffende de
verzamelmgen van het museum, zoals aanwinsten en bijzondere (uitgaande)
bruiklenen.
22 Michelangelo, Binnenkort opent in de National Gallery o f Art te
Ontwerp voor koepel Washington, DC, een bijzondere tentoonstelling die
enlantaam vandeSint gewijd is aan de bouwkunst van de Italiaanse
PieterinRom e, Renaissance.1 Aan de hand van een aantal
zwartkrijt tekening spectaculaire hou ten modellen en maquettes uit.de
kort foor 1550. tijd zelf, aangevuld met schilderijen, penningen,
(Teylers Muséum) tekeningen en documenten, biedt de expositie — die
in uitgebreidere vorm eerder in Venetie te zien was —
inzicht in ontwerp- en bouwgeschiedenis van twee
van de voornaamste architectonische monumenten
van Italie: de Dom van Florence, met zijn
wereldberoemde, door Brunelleschi ontworpen
koepel, en de Sint Pieter te Rome. De koepel van
laatstgenoemde basiliek is zeker niet minder beroemd
dan die van Florence en is, zoals bekend, gebaseerd
op een ontwerp van Michelangelo.
Deze had in 1546 de leiding over de bouw van de
Vatikaanse basiliek overgenomen. In 1554 begon men
naar zijn ontwerp met de onderbouw van de koepefjri
Om diverse redenen verliep de constructie echter
uiterst traag; toen Michelangelo in 1564 overleed, was
van de koepel zelf nog geen steen op de andere
gelegd. Nog vier jaar lang werkte men voort, maar in
1568 kwam de bouw geheel stil te liggen. Pas in 1588
werd het werk hervat. Toen verrees in vijf jaar tijd,
naar ontwerp van de architect Giacomo Della Porta,
de beroemde koepel die sindsdien het silhouet van
Rome bepaald heeft.
Architectuurhistorici hebben veel en lang
gedebatteerd over de vraag, in hoeverre de huidige
koepel van de Sint Pieter overeenkomt met de ideeen
van Michelangelo, die tenslotte ruim voor voltooiing
al was overleden. Een van de ‘bewijsstukken’ in dat
debat is een in Haarlem bewaarde tekening met een
zorgvuldige doorsnede van een koepel en ontwerpen
voor de bekrönende lantaarn. In tegenstelling tot
andere studies van Michelangelo voor de koepel
toont het Haarlemse blad niet een volkomen
halfronde maar een licht ellipsvormige koepel. De
door Della Porta gebouwde versie is nog slanker en
verticaler. Heeft Michelangelo op het laatst zijn
ontwerp gewijzigd en is de Haarlemse tekening daar
een eerste neerslag van, of is het Della Porta geweest
die zieh niet aan Michelangelo’s ontwerp gehouden
heeft? De bij de tentoonstelling behorende catalogus
houdt het op het laatste. De Haarlemse tekening zal
in Washington te zien zijn naast de naar
Michelangelo’s instructies gebouwde houten
maquette uit het Vatikaans Museum en andere, latere
weergaven van zijn originele ontwerpen.
Dichter bij huis, in Amsterdam, wordt deze
wintermaanden aandacht geschonken aan een van de
voornaamste Nederlandse kunstenaars van rond de
eeuwwisseling, George Hendrik Breitner (1857-1923).
In het Stedelijk Museum opent op 19 november een
overzichtstentoonstelling waarin 00k het kleine
schilderij uit Teylers Museum, Kinderen in het duin, is
opgenomen. Deze op karton geschilderde vlotte
‘impressie’, die van omstreeks 1885 dateert, is in 1968
op een veiling door de toenmalige conservator,
Prof.dr I.Q. van Regteren Altena, voor de verzameling
aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt.
Mogelijk is het een van de twee schetsen die onder
dezelfde titel door Breitner tentoongesteld werden in
1 901 bij Arti et Amicitiae (nrs 24 en 25) en waarvan
Jan Veth noteerde dat het studies waren Voor een
groot schilderij dat niet afkwam.’ 2
Daarnaast zal in Amsterdam een in Teyler bewaarde
tekening te zien zijn: een Gezicht op de Dam bij nacht.
Deze gewassen pentekening in Oostindische inkt
maakt deel uit van de Collectie Bendien, de
belangrijke groep Breitner-tekeningen en schetsen die
enige tijd geleden in langdurig bruikleen is gegeven
aan het museum en waarop wij in een later nummer
van het Magazijn nog zullen terugkomen.
Tenslotte opent in het voorjaar van 1995 in het Paleis
voor Schone Künsten te Brussel een belangrijke
tentoonstelling, die de rol van de Vlaamse en
Noordnederlandsé kunstenaars in het i6de-eeuwse
Rome wil belichten.3 Sinds de schilder Jan Gossaert
in 1508 de reis naar de pauselijke stad maakte, zijn
talloze andere kunstenaars in zijn voetspoor getreden,
daarmee de loop van de kunstgeschiedenis in de
Nederlànden -77-èn in Italie Bingrijpend
beinvloedend. Eén van hen was de Haarlemse graveur
en tekenaar Hendrick Goltzius, die in 1590 acht
maanden in Rome doorbracht. De prächtige
tekeningen die hij er maakte van de beroemdste
antieke beeiden, van Michelangelo’s Mozes
B kennelijk het enige moderne beeid dat hij van
dezelfde kwaliteit als de antieken achtte — alsook van
enkele fresco’s van de Renaissance-kunstenaar
Polidoro da Caravaggio, worden in Teylers Museum
bewaard. Drie ervan zullen in Brussel worden
geéxposeerd; daarna reist de tentoonstelling door naar
Rome, waar zij van 7 juni tot 4 September in het
Palazzo delle Esposizioni te zien is.
Carel van Tuyll
Noten
1. Italian Renaissance Architecture: Brunelleschi to
Michelangelo, National Gallery of Art, Washington,
DC, 18 december 1994 f f f 19 maart 1995.
2. Aantekening van Veth in zijn exemplaar van de
tentoonstellingscatalogus, bewaard in het Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documentane, Den Haag.
3. Fiamminghi a Roma, 1508-1608, Brussel, Paleis voor
Schone Künsten, 24 februari — 21 mei 1995.