
i o Glazen paddestoelen in kistje van Barbara Kletter.
algemene, dodelijke en smakelijke,
transparante en ondoorzichtige soorten. De
paddestoelen worden geëxposeerd in hun
met stof beklede kistjes van berkenmultiplex.
Als Haarlems meisje bezocht Barbara Kletter
geregeld Teylers Museum en raakte
gefascineerd door de bonté verscheidenheid
van de natuur, het wiskundige wonder van de
kristallen en de pracht van de instrumenten,
die stil in hun vitrines- meer dan alleen
het nut dien(d)en. Het waren door haar
objecten die het oog streelden met een
mysterieuze keerzijde die te maken had met
de funçtie die zij niet of slechts vaag kende.
Geïnspireerd door de Teyler collectie maakte
zij later in metaal instrumentachtige beeiden
en Symbolen van kijkers, waarin functionele
aspecten ziten die slechts binnen het werk
betekenis hebben. Zo maakte zij onlangs voor
de Gemeente Amsterdam een ‘object in
relatie met wetenschappen’. Dit object werd
een ‘kijker’ die tegelijk een telescoop en
microscoop symboliseert. Behalve in metaal
werkt Barbara Kletter ook in hout en glas.
Een half jaar geleden experimenteerde zij met
heet glas in een Tsjechische glasfabriek: 45
paddestoelen van 17 verschillende soorten
waren het resultaat Zij maakte er kistjes
omheen, net zoals bij sommige instrumenten
in het muséum, om ze in op te bergen, te
beschermen en te koesteren. Zelf noemt de
kunstenares dit paddestoelenprojekt ‘de
andere zaal van Teylers Muséum’. Teylers
Museum geeft haar de gelegenheid die andere
zaal aan een groter publiek te tonen.
Teyler Agenda 1995: Een beeid van een
stad
In 1995 is het 750 jaar geleden dat Haarlem
stadsrechten verwierf: een feit dat door stad
en burgerij uitgebreid herdacht en gevierd
gaat worden. In deze jubilerende stad heeft
Teylers Museum de oudste rechten als
openbaar museum van Nederland. De
gebouwen en collecties weerspiegelen een
deel van die dynamische stad, waar zij zelf
deel van uitmaakt. De Teyler Agenda 1995,
als in voorgaande jaren door de Vrienden van
Teylers Museum uitgegeven, bevat
afbeeldingen van kunstwerken, boeken en
voorwerpen gekozen uit de verzamelingen
van het museum, die alle op de een of andere
manier een aspect belichten van de stad
Haarlem, zijn topografie, geschiedenis en
inwoners.
De geschiedenis van een stad leest men in
eerste instantie af aan de gebouwde
omgeving. Een kerk, stadhuis, waag en hofje
zeggen het meest over hoe de stad in zijn
kerkelijk, politiek, economisch en sociaal vel
stak. Een levende stad bouwt op, breekt af,
vernieuwt, behoudt, waardeert en koestert.
Het beeid van een stad wordt niet alleen
bepaald door het gebouwde decor, maar ook
door de mensen die erachter wonen en
werken: van kunstschilder tot orgelman, van
wetenschapper tot verzetsheld, van auteur tot
brugwachter. Zij gaven en geven een stad
haar gezicht.
Directeuren en conservatoren van naam
, legden in Teylers Museum verzamelingen aan
die tot ver buiten de landsgrenzen faam
genieten. Hoewel het predikaat ‘Haarlem’ bij
het verzamelen nooit een rol heeft gespeeld,
is de stad in het museum goed
vertegenwoordigd. Onder andere door
voorwerpen van Haarlemse
instrumentmakers, tekeningen, grafiek en
schilderijen door Haarlemse kunstenaars en
penningen van Haarlemse gebeurtenissen.
Samen met de bebouwde omgeving geven zij
een goed beeid van eeuwen bevordering van
kunst en wetenschap in Haarlem tot ver
daarbuiten.
Op zijn wijze levert de Teyler Agenda 1995
een bijdrage aan de jubilerende stad.
De Teyler Agenda 1995 is vanaf nu te krijgen
in het museum voor 25 gülden. Alleen
Vrienden betalen 20 gülden. U kunt de
Agenda ook laten opsturen, verzendkosten
bedragen 8 gülden.
De Teyler Agenda 1995 is bij uitstek geschikt
om vrienden en/of relaties mee te verrassen,
eventueel voorzien'van uw tekst, logo of
familiewapen. Hier zijn aantrekkelijke
kortingen mee gemoeid. Voor meer
informatie kunt u contact opnemen met het
museum (secretariaat) of direct met Uitgeverij
De Toorts (023-154515).
Museumwinkel geopend
Door de verhuizing van personeel naar
gebouw Zegelwaarden kwam een kamer in de
hai van het museum, tegenover de kassa vrij.
Daarin is sinds het begin van dit jaar de
nieuwe museumwinkel gevestigd. Om geen
afbreuk te doen aan de authentieke sfeer van
de ruimte, is voor een efficiente, voor-
sommigen wellicht sobere, inrichting gekozen.
Ontworpen en gemaakt door Nico Vennik.
Op een oproep (die nog steeds geldt) onder
de Vrienden van Teylers Museum om als
vrijwilliger in de winkel te assisteren, meldde
een flink aantal mensen zieh. Hierdoor kan
de winkel in de weekeindpn volledig door
Vrienden bemand worden. Op alle andere
dagen nemen voorlopig de suppoosten de
verkoop voor hun rekening.
Bij de keuze van te verkopen artikelen is
uitgegaan van de collectie; bij alle artikelen
moet een ‘link’ zijn met de verschillende
collecties. Daardoor zijn er dingen te koop als
Mosasaurus- en haaietanden, mineralen zoals
prächtig amethist en pyriet (‘fools gold’),
fossielen van inktvisachtigen en prächtig
gedetailleerde vissen, die zo in de collectie
zouden passen. Maar ook bouwpakketten van
ondermeer een plesiosaurus en een
mammoet, die beiden in de eerste
fossielenzaal te zien zijn.
Daarbij is het nu voor het eerst mogelijk om
oude publikaties, die door het museum of de
daaraan verbonden genootschappen zijn
uitgegeven, te kopen. Zo is er een
numismatische catalogus uit 1892 te koop,
maar ook antiquarische boekjes over
natuurkunde en microtonale muziek.
Voor de liefhebbers van onze
kunstverzamelingen zijn er zogenaamde
heliogravures van etsen van Rembrandt.
(Deze techniek zorgt voor een
natuurgetrouwe weergave van het origineel.)
En de etsen van de elektriseermächine van
Van Marum, vervaardigd door Wybrand
Hendriks, die de Vrienden onlangs opnieuw
in kleine oplage van de originele plaat hebben
laten afdrukken. Posters, ansichtkaarten,
catalogi en boeken waren altijd al bij de balie
te koop, maar hebben nu een opvallende
plaats gekregen.
De bedoeling is stap voor stap het
assortiment uit te breiden, zodat de winkel
een mooie afspiegeling vormt van wat er in de
museumzalen te zien is. De winkel kan nog
altijd een paar extra verkoophanden
gebruiken. Diegenen die het leuk vinden om
in de weekeinden bij te springen, kunnen
contact opnemen met Bea de Koning of
Herman Voogd (023-319010).
Genootschapslezingen
Zoals ieder jaar organiseren de beide Teyler
Genootschappen een körte lezingenserie in
het museum. Dit jaar worden twee lezingen
gehouden door leden van het Eerste of
Godgeleerd Genootschap en een door het
Tweede Genootschap. De voordrachten
worden gehouden op een maandagavond, in
de gehoorzaal van het museum en beginnen
steeds om 20.00 uur precies. Toegang is gratis.
28-11-1994: Prof.dr A.F. de Jong,
Hoogleraar Ethiek en
Godsdienstwijsbegeerte aan de Universiteit
van Amsterdam — De visie van Franz
Rosenzweig op de verhouding van Jodendom
en Christendom
30-1-1995: Prof.dr R.W. Scheller, em.
Hoogleraar Kunstgeschiedenis, in het
bijzonder van de Middeleeuwen, aan de
Universiteit van Amsterdam — Rijk en geen
geld (Hoe brachten i6de- en xyde-eeuwse
Nederlandse schilders begrippen als rijkdom
en weelde in beeld)
27-2-1995: Prof.dr J.D.J. Waardenburg,
Hoogleraar Godsdienstwetenschap (niet-
christelijke en niet-joodse godsdiensten) aan
de Universiteit van Lausanne — Islam en
Christendom in de twintigste eeuw
Wetenschapsdag 1994
Zondag 16 oktober is het weer Nationale
Wetenschapsdag. Dan openen zo goed als alle
wetenschapsinstellingen hun deuren, van
sterrewachten tot onderzoeksinstituten, van
universiteiten tot musea. Ook Teylers
Museum doet weer mee en heeft een boeiend
programma samengesteld rond het thema van
dit jaar: kleur.
Programma:
13:15 — Openbare les: kleurverandering in
stoffen, scheikundige proeven en
experimenten.
13:45 — Goochelen met kleur: is wat je ziet
gezichtsbedrog; is rood ècht rood?
14:00 — Kleur en licht show (like the disco); :
demonstratie met lichtorgel, kleurlenzen en
prisma’s; hoe komen kleur- en lichteffecten
tot stand?
14:45 — Openbare les
1 5:1 5III Goochelen
15 :3 0 0 Kleur en licht show
1 6:ì 5 ^ f Kleur en licht show
Verder zijn er rondleidingen door het
museum langs de spectroscopen en prisma’s,
en demonstraties in het luminescentiekabinet
waar een verklaring van fluorescentie en
fosforescentie wordt gegeven.
Nieuw werkboekje: fossiele zoogdieren
Twee jaar geleden verscheen het eerste
werkboekje voor de leerlingen van groep 6, 7
en 8 om de unieke collectie fossielen van het
museum toegankelijker te maken. Het lag in
de bedoeling een reeks van deze boekjes te
maken, waarmee de wetertschappelijke
collecties ontsloten worden. Het eerste
werkboekje behandelde de fossiele reptielen.
Na de zomer ligt er een tweede, over fossiele
zoogdieren. Speciaal voor dit werkboekje zijn
enkele vitrines in het eerste fossielenzaaltje
opnieuw ingericht en uitgebreid.
Het is in de eerste plaats geschreven voor het
basisonderwijs zodat klassen zonder
rondleider het museum kunnen bezoeken.
Maar het is ook mogelijk het werkboekje los
te kopen in het museum ( f 1,75).
In het werkboekje komen de volgende
onderwerpen aan de orde: Wat zijn
zoogdieren, wat zijn fossielen, wat zijn de
kenmerken van een vleeseter, planteneter en
knaagdier, en wat zijn de verschillen tussen
zoogdieren onderling.
Een vorstelijke dierentuin: de menagerie
van Willem V
Aansluitend op de overzichtstentoonstelling
van Andreas Schelfhout, wordt een expositie
georganiseerd over de menagerie van Willem
V in samenwerking met het Institut
Néerlandais te Parijs waar de tentoonstelling
na afloop te zien zal zijn. De expositie geeft
een beeld van de dierentuin van Willem V op
Het Loo. Bij de komst Van de Fransen in
1795 werden zijn olifanten, apen, een giraffe,
een zebra en vele exotische vogels als
oorlogsbuit naar Parijs gebracht. In 1813
kwam na de Franse overheersing niets
levends meer terug: de dieren waren
opgegeten of een natuurlijke dood gestorven.
Een redelijke reconstructie van de menagerie
van stadhouder Willem V is voornamelijk
mogelijk dankzij de bemoeienissen van de
opzichter van de verzameling Arnout
Vosmaer. Hij zorgde ervoor dat
wetenschappers en kunstenaars toegang
kregen tot de stadhouderlijke collectie zodat
deze door hun tekeningen, schilderijen en
publikaties bewaard is gebleven. Zo kan het
dat enkele opgezette dieren na 200 jaar weer
hun reis in omgekeerde richting zullen
maken.
Bij de tentoonstelling verschijnt een
(tweetalige) publikatie van de Walburg Pers.
Bruintje Beer naar Stadskanaal
In 1931 kreeg de firma Branbergen in
Musselkanaal de rechten om Bruintje Beer te
gebruiken als beeidmerk. Bruintje Beer werd
hèt handelsmerk van Branbergen en
verscheen op biscuitjes, op zo goed als al het
verpakkingsmateriaal, op vrachtwagens, op
reclameborden en noem maar op. Omdat in
het Streekhistorisch Centrum in Stadskanaal
hiervan veel bewaard is gebleven, heeft dit
Centrum het museum benaderd over
overname van de tentoonstelling. De
tentoonstelling in Stadskanaal zal zieh vooral
concentreren op de avonturen (verhalen en
commercie) van Bruintje Beer in Nederland.
De tentoonstelling is daar van 3 September
tot 12 december 1994 te zien.